Ruimtelijke Randvoorwaarden Singelgrachtzone

Schriftelijke Inspraak

Aan: College van B & W
p/a Dienst Ruimtelijke Ordening
t.a.v. mevrouw M. Griffioen
Postbus 2758
1000 CT AMSTERDAM

Geacht College,

Het voornemen om op de lange termijn de Singelgrachtzone opnieuw in te richten stuit bij de VVAB niet op bezwaren. Integendeel: het maken van een prettig verblijfsklimaat voor voetgangers en fietsers is ook wat ons betreft nuttig en belangrijk. Vooral het inrichten van het gebied op éénduidige wijze, over de grenzen van de stadsdelen heen, zodat het bijzondere karakter van het gebied beter kan worden ervaren, spreekt ons aan. Er is hier veel te winnen. Het gaat immers om de voormalige stadswal die als een groene buffer tussen de historische binnenstad en de 19de-eeuwse buurten een specifiek eigen karakter heeft. Dat betekent ook dat het verder bebouwen van de bufferzone moet worden voorkomen en dat de oude stedenbouwkundige toestand van een groen gebied zoveel mogelijk moet worden hersteld.

Wat ons echter verbaast, is dat de programmatische eisen ten aanzien van het gebruik en de inrichting van de Singelgrachtzone geïsoleerd van de binnenstad lijken opgesteld, terwijl dit gebied niet los gezien kan worden van de binnenstad waarvan het de uiterste grens is. Wij noemen twee voorbeelden.

Ten eerste zijn parkeergarages in het Singelgrachtzone een bittere noodzaak om parkeerplaatsen in de historische binnenstad op te kunnen heffen, zodat de kwaliteit van de openbare ruimte van de binnenstad kan worden verbeterd. In de onderhavige nota wordt echter slechts gesproken van parkeergarages die de parkeerplaatsen op het maaiveld in de Singelgrachtzone zélf ondergronds brengen (4000 ondergrondse parkeerplaatsen in de Singelgrachtzone worden weggestreept tegen 4061 openbare parkeerplaatsen van de Singelgrachtzone). En dat terwijl in de Strategische Visie Amsterdamse Binnenstad staat dat "het realiseren van een ring van garages onder de Singelgracht versneld ter hand moet worden genomen" om de binnenstad leefbaar te houden en de kwaliteit van de verblijfsruimte in de binnenstad te vergroten. Er zullen dus onder de Singelgracht veel meer ondergrondse parkeerplaatsen gerealiseerd moeten worden.

Ten tweede wordt over het water van de Singelgracht het algemene beleid ten aanzien van het opschonen en verbeteren van de kwaliteit van het water als openbare ruimte toegepast (waar wij achter staan), zonder dat in relatie te brengen met hetzelfde vraagstuk, maar dan voor de binnenstad als geheel (wat wij in de eerste plaats nodig achten). In het kader van een totaalvisie op het gebruik en de inrichting van het water in de binnenstad kan het zinvol zijn om boten of waterfuncties van de historische grachten te verplaatsen naar de Singelgracht (woonboten, plezierboten, elektrische bootjes?). Uitspraken daarover komen in dit stadium te vroeg, zolang het Waterplan en de Visie op het gebruik van het water in de binnenstad nog niet tot het maken van politieke keuzes heeft geleid.

Wij beseffen dat het moeilijk is om alle stadsdelen langs de Singelgracht op één lijn te krijgen. Wij benadrukken dat één stadsdeel daarbij is vergeten: de binnenstad.

Hoogachtend,

Namens de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad,

Drs W.M.J. Schoonenberg,
voorzitter

Amsterdam, 11 januari 2002

[Werkgroep Water]