Reconstructie

Het hypocriete taboe

In Binnenstad 168 komt het begrip "reconstructie" bij verschillende onderwerpen ter sprake.
Sint Annenstraat 12 na restauratie

  • Van de merkwaardige plafondschilderingen in Sint Annenstraat 12 waren herkenbare sporen aanwezig aan de onderzijde van de door houtrot en zwam verteerde vloerdelen van de opkamer. In het artikel van Walther Schoonenberg is te lezen wat ermee gebeurd is. Dat de oude delen herplaatst werden kan als een huzarenstuk gelden van moderne conserveringstechnieken. Maar moet wat we nu zien restauratie of reconstructie genoemd worden? Beide begrippen gaan in elkaar over, er bestaat een ruim grensgebied. Sint Annenstraat 12 toont ook in zijn gevelbekroning de overgang van het een naar het ander. Het resultaat is wel dat een heel belangrijk, tot slooprijpe ruïne vervallen pand voor Amsterdam behouden bleef.
  • Bij het interieur van het Rembrandthuis stelt Bob van den Boogert een ander aspect van de in wezen fictieve controverse tussen restauratie en reconstructie aan de orde, namelijk de tot bizarre consequenties leidende dogmatiek van het zichtbaar houden van de bouwgeschiedenis. Het De Bazel-interieur brengt de bezoeker in de sfeer van een deftig herenhuis van vóór 1914, niet in die van Rembrandt. Een bezoek aan het Rubenshuis in Antwerpen maakt duidelijk hoe overtuigend een zorgvuldige reconstructie kan zijn.
  • Het voorstel van de architect Paul van Well om de Haringpakkerstoren te herbouwen, waaraan deze "Binnenstad" ruim aandacht besteedt, is een beginselverklaring. Reconstructie moet erkend worden als een legitiem element van de hedendaagse bouwpraktijk in een historische omgeving, naast nieuwbouw die wél rekening houdt met de omgeving, en naast restauraties. Dat kan betrekking hebben bij woonhuizen op herplaatsen van oude gevelbekroningen, en bij wijze van uitzondering op het reconstrueren van in het stadsbeeld onmisbare, verdwenen monumenten.

Reconstructie van gebouwen of delen daarvan, die verdwenen zijn - door verwaarlozing, brand, oorlogsgeweld of wat dan ook -, geldt als onfatsoenlijk. Historici noemen het vervalsing, architecten vinden het een belediging voor hun eigentijdse creativiteit. Zowel het een als het ander is onzin. Reconstructie bedoelt een waardevol stadsbeeld, dat geschonden werd door sloping van wat er gestaan heeft, zijn allure terug te geven. Een gereconstrueerd gebouw beantwoordt niet aan artikel 1 van de Monumentenwet ("minstens vijftig jaar oud"), maar kan wél van grote betekenis zijn in een beschermd stadsgezicht. Een simpel jaartalsteentje is genoeg om het herbouwjaar aan te geven. Het oordeel "vervalsing" is van toepassing op documenten of schilderijen, waarbij bewust een onjuiste datum of handtekening werd aangebracht. Niet op gebouwen, die vanaf de eerste onderhoudsbeurt aan wijziging en aanpassing onderhevig zijn.

De herbouwde Waterleidingpanden op de Nieuwe Herengracht

De z.g. Waterleidingpanden aan de Nieuwe Herengracht moesten worden gesloopt voor de metro-aanleg. Aan de daarvoor nodige vergunning verbood de toenmalige minister de voorwaarde dat de panden, tenminste wat het exterieur betreft, moesten worden gereconstrueerd. Zonder die combinatie zou het waarschijnlijk niet zijn gebeurd, het enthousiasme bij de gemeente hield niet over. Een "eerlijk, modern" kantoorblok, in de trant van de nabije Weesperstraat, zou goedkoper zijn geweest.

De weerstand uit architectenkringen tegen het begrip reconstructie is zo mogelijk nog ongerijmder. Het gaat om gespecialiseerd architectenvakwerk dat, net als de restauratie van monumenten, een grondige vakkennis vereist, en in de uitvoering natuurlijke materialen en ambachtelijke technieken nodig heeft die in de moderne bouwindustrie wegbezuinigd zijn. Ook de locatie stelt bijzondere eisen, het algemene criterium dat een ontwerp moet passen in zijn omgeving betekent in de binnenstad: passen in een door de historie bepaalde omgeving.
Aan de Zuidas of in Teleport gelden andere criteria. Wat daar past, past niet in de binnenstad, en omgekeerd. Aan opdrachtgevers en architecten die het specifieke karakter van de oude stad ontkennen, biedt de regio Amsterdam elders voldoende ruimte voor hun creativiteit. De recente reconstructie van de wegens bouwvalligheid in 1961 gesloopte toren van het Mercatorplein bedoelt hetzelfde als het voorstel tot herbouw van de Haringpakkerstoren: herstel van een stedebouwkundig waardevolle situatie. De laat-gotische toren van het Haarlemse stadhuis is van 1772 tot 1914 weggeweest; niemand kan zich nu dat monumentale gebouw voorstellen zonder die markante spil. Wat van tafel moet is de onredelijke doctrinaire en hypocriete taboe-lading van het begrip reconstructie.

Geurt Brinkgreve

(Uit: Binnenstad 168, januari 1998)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.