De 'Vijzelbank'

In tegenstelling tot onze gewoonte om voor de omslag een onderwerp te kiezen dat wij mooi of tenminste interessant vinden, begint dit nummer met de saaie gevelwand van een kantoorgebouw. Die gevel is niet beter of slechter dan van duizenden soortgelijke kantoren, dat wil de opgave nu eenmaal: herhaling van dezelfde prefab-elementen. De opname moet op een zondagmorgen vroeg zijn gemaakt, er zijn nog geen auto's op straat en dat versterkt de indruk van leegte.
Drie achtereenvolgende bouwperioden van de Vijzelstraat, met als laatste en huidige situatie het bankgebouw van de Algemene Bank Nederland, naar ontwerp van Marius Duintjer (1973)

Toch heeft over het plan voor dit bankgebouw aan de Vijzelstraat tussen de Keizers- en de Prinsengracht een storm gewoed van ongekende hevigheid, een storm die de fractiedisciplines in de gemeenteraad doorbrak en van invloed is geweest op het denken over de toekomst van de binnenstad.

Het verhaal begint op het eind van de vorige eeuw. De stad groeide naar het zuiden en naar het westen, het wegverkeer nam toe, de Amsterdamse Omnibus Maatschappij eiste ruimte en verlaagde bruggen voor de paardentram, of beter nog: demping van radiaalgrachten. Dat gebeurde met de Warmoesgracht en de Rozengracht. De Reguliersgracht werd in 1900 met succes verdedigd; ook een voorstel uit 1913 om de Leidsegracht te dempen stuitte op grote weerstand, evenals het plan om na demping van de Spiegelgracht een doorbraak te maken naar de Reguliersbreestraat. Ten slotte viel de keuze op de Vijzelstraat voor de uitvalsweg naar het zuiden. De Vijzelstraat begon tegenover de Munt met een flessenhals van 7 m, daterend van vóór 1600. In 1907 besloot de gemeenteraad de Vijzelstraat te verbreden tot 22 m, door afbraak van de huizen langs de westzijde. In 1917 verdween de bebouwing tussen het Singel en de Herengracht, een jaar later die tussen de Heren- en Keizersgracht, in 1926 tenslotte tussen de Keizers- en de Prinsengracht. Daar verrees een blok woningen boven winkels, naar ontwerp van de Amsterdamse School-architect J.M. van der Mey, te massaal voor de aangrenzende wanden Keizersgracht en Prinsengracht, maar heel wat minder nadrukkelijk dan de overbuurman aan de Keizersgracht, de Ned. Handel Mij. Van De Bazel, en ook minder solide. Op 23 maart 1955 stortte de overbouwing van de Kerkstraat met donderend geweld in. Met die klap begon een elf jaar durende strijd tussen wisselende partijen. In de gemeenteraad maakte Leen Seegers (CPN) zich sterk voor schadevergoeding aan de gedupeerde huurders. Hij weigerde medewerking aan de door de eigenares, de n.v. Amstelstein, gewenste sloopvergunning. Dat zou begunstiging zijn van de huisbaas die op deze plek twee kantoren wilde bouwen. Metingen en grondig onderzoek door Bouwtoezicht, onder de persoonlijke leiding van de scrupuleus nauwkeurige directeur Van Marle, wezen uit dat het gebouw constructief niet deugde. De aannemer had geknoeid, de archieftekeningen toonden wapeningen die niet waren uitgevoerd.

In 1962 kwam de 'Vijzelflat' opnieuw in de Raad. Wederom ging het over schadeloosstelling van huurders. Behalve de CPN legden de raadsleden zich neer bij de conclusies van Bouwtoezicht: sloping was onvermijdelijk. Het nieuwbouwplan voorzag in een diepe parkeerkelder, winkels op straatniveau, daarboven één kantoorlaag, verder woningen, hetzelfde aantal, maar kleiner en beter ingedeeld, en dat alles zonder aanmerkelijke vergroting in het volume. De uitvoering haperde echter. Een nieuwe eigenaar, de Insula, kwam in moeilijkheden door de surséance van zijn bankier Teixeira de Mattos en zocht een koper. Dat werd de Algemene Bank Nederland, waarin de Ned. Handel Mij en de Twentse Bank waren samengegaan. Het voorstel van de ABN aan de gemeente hield in dat de gemeente het gebouw van de Twentse Bank zou verkrijgen en dat de erfpacht van het NHM-gebouw zou worden omgezet in eigendom: een voor de gemeente gunstige grondruil met gesloten beurzen. Het bankbedrijf zou dan worden geconcentreerd aan de Vijzelstraat, in het bestaande gebouw van De Bazel, en in een nieuw gebouw naar ontwerp van Duintjer, onder de Keizersgracht door verbonden door een tunnel. Toestemming van de gemeenteraad was nodig voor de grondruil en voor de wijziging van erfpachtsvoorwaarden: kantoren in plaats van winkels en woningen. De storm stak op, toen het septembernummer 1966 van het personeelsorgaan van de ABN een tekening met toelichting van de architecten publiceerde. De bankdirectie tekende daarbij aan dat deze concentratie een belangrijke versterking betekende van de stad als financieel centrum, in de nabijheid van de Nederlandsche Bank, representatief uittorenend boven de omgeving. Dat was voorpaginanieuws. De in brede kring smeulende onvrede over het gemeentelijk beleid, dat voor de cultuur- historische waarden en de woonfunctie van de oude stad niet veel meer dan mooie woorden overhad en alle aandacht wijdde aan economische belangen, brak los in een stroom van protesten. De 'Vijzelbank' werd het symbool van een dreigend internationaal toekomstbeeld: de city van hoge kantoren, overdag verstikt door auto's, 's avonds benauwend leeg.

Gezaghebbende architectuurcritici kraakten het plan af. Niet minder dan 25 bezwaarschriften bereikten de gemeenteraad: onder meer van architecten, kunstenaarsverenigingen, artsen, historische genootschappen en studenten, ondertekend door honderden bekende en onbekende namen.
Voor het gemeentebestuur en de Dienst PW moet dat een onthutsende ervaring zijn geweest. Het voorstel volgde immers de beleidslijn die begon met het verbredingsbesluit van 1907, de lijn die ook tot uiting kwam in de wederopbouwplannen-Weesperstraat, Jodenbreestraat en Nieuwmarkt, en die gebaseerd was op de overtuiging dat de binnenstad zich verder moest ontwikkelen tot zakencentrum, terwijl de woonfunctie geleidelijk zou verschuiven naar de tuinsteden. Dat de hoogte van de beide bankkolossen een verdubbeling inhield van de gangbare bouwhoogte langs de grachten was in deze visie onvermijdelijk. De ontknoping kwam in de bewogen raadszitting van 14 december 1966. Vóór stemden 30 leden, onder wie de latere burgemeester, toen wethouder Polak; tegen 14 leden, onder wie de latere burgemeester Van Thijn.

Wat waren de gevolgen? Het ABN-gebouw werd voltooid onder leiding van architect J. Trapman, minder hoog en minder agressief dan het omstreden plan-Duintjer. Niemand is er blij mee, dertig jaar later wordt het overbodig door de nieuwbouw van de ABN-AMRO aan de Ringweg. Het boetebeding van f 600.000, dat de ABN moest betalen voor de wijziging van de erfpachtsvoorwaarden, werd op voorstel van wethouder Polak gebruikt voor gemeentelijke deelname in de Amsterdamse Mij. tot Stadsherstel. Daarmee werd het belang van de gemeente in het herstel van woonhuismonumenten bevestigd. De handtekeningenactie Amsterdaad '75 in 1967, vóór herstel en tegen verloedering van de historische stad, werd in één week door 114.000 handtekeningen gesteund. Stellingen uit de bezwaarschriften tegen de 'Vijzelbank' kan men geleidelijk terugvinden in gemeentelijke stukken over de toekomst van de binnenstad.
Dat hoopgevende perspectief wordt echter doorkruist door gebouwen als De Kolk, het Wagon-Litskantoor en New Metropolis, die het gezicht van de oude stad veel brutaler geweld aandoen dan de saaie gevels van de Vijzelbank.

Geurt Brinkgreve

(Uit: Binnenstad 178, oktober 1999)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.