Uitstel dreigt van plaatsing binnenstad op Werelderfgoedlijst Unesco

Het gebied voor de UNESCO-aanwijzing, gele lijn is kerngebied, stippellijn rondom de bufferzone daaromheen.
Er wordt al enkele jaren gewerkt aan het voorstel om de Amsterdamse binnenstad op te nemen op Werelderfgoedlijst van de UNESCO. Het voorstel moet aan uitvoerige voorschriften beantwoorden en bij het Werelderfgoedcomité in Parijs worden ingediend door het Rijk. In 2004 zou het dan eindelijk zover zijn. Maar de benoeming van oud-staatssecretaris Rick van der Ploeg in ditzelfde comité zet mogelijk een streep door de aanwijzing.

In de campagne om Van der Ploeg verkozen te krijgen, heeft het ministerie de belofte gedaan geen nominaties meer in te dienen, omdat dat tot ‘belangenverstrengeling’ zou leiden. Dit is gebeurd zonder enig overleg met Amsterdam. In een brief aan de staatssecretaris schrijven wethouder Belliot en stadsdeelwethouder Frankfurther ‘onaangenaam verrast’ te zijn over de gang van zaken. Ook de VVAB heeft een verontwaardigde brief geschreven aan de staatssecretaris. Wij hebben de staatssecretaris gevraagd de binnenstad in 2004 volgens plan te nomineren. Aan de vermelding op de Werelderfgoedlijst zijn geen wettelijke of financiële consequenties verbonden. Toch geeft de plaatsing enige bescherming tegen vernieling. Een bekend voorbeeld is het plan voor een snelweg vlak langs de piramiden van Gizeh, dat uiteindelijk werd ingetrokken toen Parijs dreigde de piramiden van de Werelderfgoedlijst te schrappen.
De UNESCO stelt als voorwaarde dat de voor vermelding in aanmerking komende gebieden of gebouwen reeds onder nationale bescherming moeten vallen, waarbij ook duidelijk de begrenzing is aangegeven. Bovendien moeten er ‘bufferzones’ worden aangewezen, om te voorkomen dat de erfgoedobjecten visueel verstoord worden door belendende nieuwbouw. Deze bufferzone dient eveneens onder de nationale bescherming te vallen. Dat is voor Amsterdam een probleem, want artikel 35 van de Monumentenwet 1988, dat betrekking heeft op het beschermd stadsgezicht, kent geen bufferzone. Het was daarom noodzakelijk zowel de bufferzone als het kerngebied binnen de begrenzing van het beschermd stadsgezicht te plaatsen. Als kerngebied is de zeventiende-eeuwse grachtengordel gekozen, terwijl gebieden als het middeleeuwse stadshart en de Jordaan tot de bufferzone behoren. Dat heeft iets vreemds, want de grachtengordel kan niet los gezien worden van de rest van de historische binnenstad. Toch is het niet onlogisch de grachtengordel tot het kerngebied van de UNESCO-aanwijzing te maken: de stadsuitleggingen van 1613 en 1663, waarvan de drie hoofdgrachten de kern vormen, kunnen gezien worden als het belangrijkste deel van de historische binnenstad, waaraan renaissancistische ideeën over de ‘ideale stad’ ten grondslag liggen. Juist dit maakt de binnenstad, vanuit internationaal perspectief, bijzonder en zelfs uniek.
Nederland heeft momenteel het voormalige eiland Schokland (geplaatst in 1995), de Stelling van Amsterdam (1996), de molens van Kinderdijk (1997), het Woudagemaal (1998), de Beemster (1999) en het Rietveld Schröderhuis (2000) op de UNESCO-lijst staan. In Italië staan Rome, Venetië, Florence, Verona en nog zo’n dertig andere binnensteden en objecten op de lijst. Frankrijk is vertegenwoordigd met meer dan twintig steden of objecten, waaronder de Seine-oevers van Parijs, België met acht, waaronder de historische binnenstad van Brugge. Het is van groot belang aan te tonen dat Amsterdam een belangrijke toevoeging aan de bestaande lijst is. Het Werelderfgoedcomité schijnt namelijk van mening te zijn dat er al genoeg Westerse steden op de UNESCO-lijst staan en dat de Derde Wereld ondervertegenwoordigd is op de lijst.
De aanwijzing van de Amsterdamse binnenstad op de UNESCO-lijst is al rijkelijk laat, omdat de Amsterdamse binnenstad pas in 1999, na een tien jaar durende discussie over de gevolgen voor de huren, een ‘beschermd stadsgezicht’ werd. De indiening is vorig jaar niet doorgegaan vanwege het demissionair zijn van het kabinet. Het tempo wordt thans bepaald door het Rijk (niet de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, maar het ministerie). De vermelding van Amsterdam op de UNESCO-lijst kampt dus met jarenlange tegenwerking en trage ambtelijke molens, met de huidige beloften van nieuwe nominaties af te zien als bedenkelijk dieptepunt. De Amerikaanse professor Anthony Tung bespreekt in zijn boek Preserving the World’s Great Cities zo’n twintig belangrijke wereldsteden en concludeert dat alleen Amsterdam er in geslaagd is haar historische binnenstad in aanleg en bebouwing te behouden. De binnenstad is een van de grootste en best bewaarde historische stadskernen van de wereld. Als er dus één stad op de UNESCO-lijst thuishoort, dan is het wel Amsterdam. Als het straks (in 2007?) toch nog lukt om Amsterdam op de lijst te krijgen, heeft onze binnenstad de twijfelachtige eer de hekkensluiter te zijn, op een lijst van momenteel 754 objecten, na de binnenstad van Paramaribo (2002), de witte stad Tel Aviv (2003) en het Mausoleum van Khoja Ahmed Yasawi in Kazakhstan (2003). Zelfs Timbuktu (in Mali) ging Amsterdam voor: al in 1988, één jaar voordat RDMZ met het voorstel kwam de Amsterdamse binnenstad aan te wijzen als beschermd stadsgezicht.

Walther Schoonenberg

[Eerder artikel]

Meer lezen over de UNESCO-lijst: http://whc.unesco.org/

(Uit: Binnenstad 203, december 2003.)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.