Het grijze verleden

Bootjes in de gracht op een sombere dag
Elke goede schilder kon vroeger diepte suggereren door middel van kleurperspectief: in de verte vervagen de kleuren langzaam tot grijs. Deze kennis komt ook in de Nederlandse taal tot uitdrukking, het verre verleden wordt een grijs verleden genoemd. In dit kleurennummer van Binnenstad blijkt deze beeldspraak bijna letterlijk waar te zijn.

Clio is kleurenblind. En ook de fotografie was tot voor kort kleurenblind. H.P. Berlage is destijds helemaal naar Boston gereisd om Trinity Church met eigen ogen te aanschouwen, het meesterwerk van H.H. Richardson, ‘den eersten modernen Amerikaanschen architect’, aldus zijn Amerikaansche Reisherinneringen uit 1913, maar tot zijn teleurstelling werd hij geconfronteerd met een bijna byzantijns interieur.
“Toch viel Richardsons kerk mij tegen”, schreef Berlage, “zij is veel drukker en dus onrustiger van aspect dan de afbeeldingen deden vermoeden”. Hij kende het gebouw natuurlijk alleen van zwartwit afbeeldingen. Zwartwit foto’s hebben ook de architectuur van het Modernisme tot abstracte composities gereduceerd, terwijl uit hedendaags onderzoek blijkt dat pasteltinten heel gebruikelijk waren. Zelfs het Bauhaus in Dessau, het Europese hoofdkwartier van de avant-garde, was waarschijnlijk niet zuiver wit, zoals historici lange tijd gedacht hebben.
De zwartwitfoto heeft tot veel historische misverstanden geleid, zoals ook het vrijwel witte marmer van de klassieke oudheid lange tijd een esthetisch misverstand is geweest. Voor de classicistische puristen van de achttiende eeuw was het onvoorstelbaar dat al die tempels en al die sculptuur oorspronkelijk bont beschilderd waren. En toch blijkt nu, na veel degelijk onderzoek, dat dit witte ideaalbeeld in werkelijkheid nooit bestaan heeft. De kleur van het verleden blijkt raadselachtig te zijn, precies zoals al wordt aangegeven door de woorden ‘een grijs verleden’.

In de loop der eeuwen is bentheimer tot bijna wit verklaard.

Ook de historische kleuren van de binnenstad zijn vrijwel verdwenen. Zoals blijkt uit de technische verhandelingen in dit nummer kan de oorspronkelijke kleur van oude verflagen niet met enige stelligheid vastgesteld worden. Het is alleen mogelijk om heel voorzichtige suggesties te doen. Niets is zo vergankelijk als kleur. Het Bureau Monumenten & Archeologie onderkent dit probleem, maar geeft aan dat wat meer variatie in het kleurenpalet historisch verantwoord is. In de loop der eeuwen is bentheimer tot bijna wit verkleurd, terwijl het grachtengroen juist steeds donkerder is geworden. Deze tot canon verheven kleurstelling zou genuanceerd kunnen worden, waardoor bouwwerken uit verschillende tijdperken zich van elkaar gaan onderscheiden door de kleur van het buitenschilderwerk. Het grachtengroen op oudere gebouwen kan lichter van toon worden, terwijl het bentheimer juist een wat zwaardere tint krijgt. Voorzichtigheid is natuurlijk geboden, want er zijn al zoveel schreeuwende kleuren in de stad.
Wanneer de stad in een grijze nevel gehuld gaat, eind november, zou de architectuur tot leven kunnen komen met meer sprekende kleuren. Vooral het grijswitte bentheimer heeft onder dergelijke atmosferische omstandigheden weinig of geen expressie. Een wat oudere tint bentheimer, meer botergeel dus, kan nog veel verbeteren aan het stadsbeeld. Dat geldt ook voor enige nuancering in het grachtengroen, dat nu wel erg monotoon is geworden.

Vincent van Rossem

(Uit: Binnenstad 218, oktober 2006)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.