Krijgt de keizerskroon op de Westertoren haar blauwe kleur terug?

Momenteel staat de Westertoren in de steigers voor een grondige opknapbeurt. De laatste keer dat dat gebeurde was in 1988. Nu moet veel aandacht worden besteed aan de stenen onderbouw, de natuurstenen balustraden, het loodwerk en de enorme keizerskroon bovenop de toren. Over de kroon – hét kenmerk van de toren en de stad – gaat dit artikel. De restauratie is een leerlingbouwplaats en wordt uitgevoerd door Hillen & Roosen onder leiding van architect Walter Kramer.
De keizerskroon op de Westertoren in haar negentiende-eeuwse kleurstelling.
De Westertoren in de steigers.

Op 11 februari 1489 schonk landsheer Maximiliaan I van Oostenrijk (1459-1519), koning van het Heilige Roomse Rijk, Amsterdam het recht zijn kroon op het stadswapen te dragen, uit dankbaarheid voor de gulle ontvangst die Maximiliaan een jaar eerder had genoten bij zijn bezoek aan de stad en uit dank voor de diensten die de stad de keizer had bewezen. Nadat Maximiliaan in 1493 tot keizer werd gekozen en in 1508 werd gekroond, verving de stad diens koningskroon door een keizerskroon.
Een keizerskroon is samengesteld uit een koningskroon en een bisschopsmijter, en draagt een rijksappel: een wereldbol getopt met een kruis. De achtergrond van de mijter in de kroon is het feit dat keizers van het Heilige Roomse Rijk werden gekroond door de paus, die oorspronkelijk geen tiara, maar een mijter droeg. De paus plaatste een bisschopsmijter op het hoofd van de nieuwe keizer en daar overheen werd een koningskroon geschoven.

Maximiliaan is door omstandigheden niet door de paus gekroond en om die reden wordt door sommige historici betwijfeld of hij wel gerechtigd was de keizerskroon te voeren, laat staan deze aan een stad als Amsterdam te schenken. Hoe het ook zij, de stad beschouwde de kroon boven het stadswapen als een teken van uitverkiezing boven de andere steden en Amsterdam voert de keizerskroon nog steeds op haar wapen.

Het ontwerp van Hendrick de Keyser voor de bekroning van de Westertoren

De kroon waarmee de paus de keizers kroonde werd met de rijksschat in Neurenberg bewaard en alleen voor kroningen naar Aken of Frankfurt overgebracht. Voor ander ceremonieel gebruik lieten keizers een eigen kroon vervaardigen. De kroon van Maximiliaan I bestond uit een gouden hoofdband, bezet met edelstenen, een gouden beugel die de rijksappel draagt en aan weerszijden daarvan de twee helften van de mijter. Daaronder is de rood fluwelen binnenhoed te onderscheiden. De vorm en de kleuren van de kroon boven het stadswapen lagen destijds nog helemaal niet vast, maar de Maximiliaanse kroon is vele malen afgebeeld.

Keizer Rudolph II (1552-1612) liet in 1602 door de Zuid-Nederlandse goudsmid Jan Vermeyen (Brussel, vóór 1559 - Praag, 1607) zijn eigen keizerskroon vervaardigen. Deze sierlijke kroon is van de Maximiliaanse kroon te onderscheiden doordat deze hoger is en doordat de punten van de mijter meer spits toelopen.
Hendrick de Keyser plaatste deze Rudolphinische kroon in 1638 op de Westertoren. De toren werd in 1638 volgens een ander ontwerp gebouwd, maar de keizerskroon op de toren werd wel uitgevoerd naar ontwerp van Hendrick de Keyser. De kroon is gemaakt van hout en bekleed met lood. De banden zijn van koper, de 750 parels van glas. Hoe Hendrick de Keyser precies wist hoe de kroon van Rudolph II eruit zag is niet bekend. Mogelijk had hij van Jan Vermeyen een tekening gekregen.
Vanaf die tijd vinden we naast de Maximiliaanse kroon de Rudolphinische kroon op diverse plaatsen in de stad afgebeeld. Uit historische afbeeldingen blijkt dat de mijter in de zeventiende en achttiende eeuw altijd blauw werd geschilderd. De achtergrond van de kleur is niet helemaal duidelijk, maar waarschijnlijk werd louter om heraldische redenen voor de kleur blauw gekozen, opdat de mijter te onderscheiden was van de gouden banden van de kroon en van de rode binnenhoed.

Toen Amsterdam een machtige handelsstad was geworden hield de stad de keizerskroon op het wapen in ere, ook toen de protestantse republiek in 1648 bij de vrede van Münster het Heilige Roomse Rijk formeel had verlaten. Mogelijk wilden de stadsbestuurders met deze keizerskroon aangeven dat Amsterdam belangrijker was dan de stadhouder, de Prins van Oranje, die niet eens een koningskroon droeg, of zelfs dat zij de belangrijkste stad was van Europa. Vondel dichtte:

Aen d’Aemstel, en aen’t Y, daer doet sich heerlijck ope
Sy die, als Keyserin, de kroon draeght van Europe.

In de negentiende eeuw was over de vorm en de kleur van de kroon onduidelijkheid ontstaan. Ten behoeve van een nieuw vast te stellen stadswapen correspondeerde de stadsarchivaris mr. W.R. Veder in 1898 met zijn collega Prof. Ströhl uit Wenen, waar de kroon van Rudolph II sinds de ondergang van het Heilige Roomse Rijk wordt bewaard (afb. 3). Deze stuurde hem een exacte tekening van de kroon. Uit dit onderzoek bleek dat de twee schelpvormige punten van de mijter uit goud waren vervaardigd en op grond van deze bevindingen werd de kleur van de mijter van de kroon boven het nieuwe Amsterdamse stadswapen in 1898 officieel goud(geel).

Het stadswapen met blauwe mijter halverwege de Westertoren. Ook de bol onder het kruisje is blauw, maar dat is fout. (foto: Walther Schoonenberg)
De Westertoren met blauwe keizerskroon getekend door H.P. Schouten in 1778. Merk op dat ook de siervazen blauw zijn geschilderd.
De keizerskroon van Rudolph II, bewaard in Wenen (foto: David Monniaux)

In 1988 werd tenslotte de mijter van de kroon op de Westertoren in overeenstemming met het in 1898 vastgestelde stadswapen voor het eerst (goud)geel geschilderd (afb. 4). Daarop was toen veel kritiek, zie bijvoorbeeld het artikel van S.A.C. Dudok van Heel, 'De blauwe keizerskroon op het wapen van Amsterdam' in: Maandblad Amstelodamum 80, januari/februari 1993, p. 1-21.
De oorspronkelijke blauwe kleur van de mijter is echter nog op vele plaatsen in de stad te zien; op talloze openbare gebouwen en gevelstenen prijkt op het stadswapen de blauwe keizerskroon. Voorbeelden hiervan zijn het stadswapen boven de ingang van het voormalige Burgerweeshuis in de Kalverstraat, het tegenwoordige Amsterdams Historisch Museum, en de gevelsteen in de muur van dezelfde instelling, aan de Nieuwezijds Voorburgwal. Ook op de Westertoren zelf staat, halverwege de toren, een stadswapen met blauwe keizerskroon (afb. 5).

Hopelijk krijgt de keizerskroon op de Westertoren bij de huidige schilderbeurt haar oorspronkelijke blauwe kleur weer terug. Die is dan weliswaar niet gelijk aan de kroon van Rudolph II en aan het officiële wapen van de gemeente, maar de kroon op de Westertoren tooit zich dan weer in de kleur die zij eeuwen heeft gehad.

Walther Schoonenberg

(Uit: Binnenstad 218, oktober 2006)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.