Bloemstraat 34

Panden ingedeeld in orde 2 worden in de bestemmingsplannen en in de welstandsnota goed beschermd, tenminste, dat is de theorie. Die blijkt wat betreft de Bloemstraat niet op te gaan. Een ontwikkelaar restaureert hier het rijksmonument op nummer 36 en zou het beeldbepalende pand (orde 2) op nummer 34 renoveren onder de bekende voorwaarden.
Voor- en achtergevel renovatieplan, Bloemstraat 34 in het midden
Voor- en achtergevel nieuwbouwplan, Bloemstraat 34 in het midden

De restauratie is tijdelijk stilgelegd omdat werd gehandeld in strijd met de monumentenvergunning, maar is intussen weer op gang. Voor nummer 34 werd, na de al verleende vergunning voor renovatie, medewerking gevraagd voor sloop/nieuwbouw omdat wat er nog stond zo slecht was dat het niet viel te herstellen. Dat leek redelijk, maar wat er vervolgens aangevraagd werd was dat niet. Het bleek namelijk niet te gaan om herbouw in oude vorm. De voorgevel wordt volgens dit plan min of meer herbouwd maar daarnaast wordt voorgesteld in plaats van het aanwezige zadeldak een plat afgedekte kap te maken, alleen aan de voorzijde en achterzijde afgeschuind. De vergunde achtergevel, die goed aansloot bij wat er verder in het blok aanwezig was, werd bovendien vervangen door een bijzonder onaantrekkelijk modern exemplaar. Tot onze verbijstering is de welstandscommissie zonder enige motivering akkoord gegaan met deze nieuwe kap, die zeer duidelijk in strijd is met de geldende regels en die een ernstige verarming van het beeld oplevert. Hoe dat mogelijk is, terwijl de commissie bij andere plannen, zelfs als het gaat om orde 3-panden, vaak vergaande eisen stelt is een raadsel. De hierbij gereproduceerde tekeningen van de vergunde en de nieuwe situatie spreken voor zich.
Er zit ook een algemeen aspect aan deze kwestie. De regelingen in bestemmingsplannen voorkomen in principe een voortgaande verhoging van de bebouwing, en dat is positief. Helaas hebben de regelingen ook een onbedoeld neveneffect en dat is dat zij het maken van lijstgevels sterk stimuleren. De meest rendabele bouwvorm in de binnenstad is het maken van een platte afdekking in combinatie met een afschuining aan de voor- en achterzijde om binnen de regels van de bouw- en goothoogte te blijven. Dat die regels ook voor de zijgevels gelden wordt stelselmatig veronachtzaamd. Deze bouwvorm zie je dan ook overal terugkomen en daardoor treedt een ernstige vervlakking van het gevelbeeld op. Topgevels worden er eigenlijk niet meer gebouwd, en de regels van het bestemmingsplan maken dat ook heel moeilijk en in ieder geval economisch onaantrekkelijk. Voor een wijk als de Jordaan met zijn vaak lange smalle straten zijn de geveltoppen en de zadeldaken essentieel voor de levendigheid van het straatbeeld. Alles zou er op gericht moeten zijn die levendigheid te beschermen, maar daarvan blijkt dus geen sprake te zijn. Als we dat zelfs bij orde 2-panden uit onze vingers laten glippen gaat het met de Jordaan echt de verkeerde kant op.

Herman Pinkse

(Uit: Binnenstad 219, december 2006)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.