Amsterdamse gevelstenen

Palmgracht 64 - Gevelsteen In De Batavier

Gevelsteen Palmgracht 64
Tijdens het stadhouderschap van Prins Maurits, in het begin van de zeventiende eeuw, kwam er in de Lage Landen een goed getraind leger tot stand. Om discipline in de doorgaans vrijgevochten legeronderdelen te krijgen werden exercitie-oefeningen ingesteld en een gestandaardiseerd uniform plus uitrusting ontworpen.

Deze exercities met musketten en spiesen, ook wel wapenhandelingen genoemd, werden door de grafische kunstenaar Jacob de Gheyn II (1565-1629) in een serie uitvoerige prenten afgebeeld. De prenten werden in 1607 als serie uitgegeven en deze serie “De Wapenhandelinghe van Roers, Musketten ende Spiesen” behoorde tot de populairste werken op het gebied van de krijgskunde. Er zijn 18 edities van bekend en er verschenen ook Franse, Engelse, Duitse en Deense uitgaven. De populariteit van de prenten was ook doorgedrongen in de tegelbakkerijen in Delft en Gouda. Er zijn series vroeg-zeventiende-eeuwse ‘schutterstegels’ bekend waarvan de voorstellingen direct aan de prenten van De Gheyn zijn ontleend. En zelfs Rembrandt heeft voor zijn in 1642 geschilderde Nachtwacht gebruik gemaakt van deze prenten.

Dat ook een anonieme Amsterdamse steenhouwer de prentenreeks kende mag blijken uit de gevelsteen met de musketier, Palmgracht 64, met onderschrift In De Batavier. Het reliëf is afkomstig uit het fries boven de hoge houten pui van een eenvoudige trapgevel, die, getuige de jaartalstenen ANNO 1648, tot de oudste bebouwing van de noordzijde van de Palmgracht behoorde. In de jaren dertig is het huis afgebroken en vervangen door het huidige. De gevelsteen kreeg een plek in de nieuwe gevel, de jaartalstenen kwamen in het depot van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap terecht.

Twee prenten van Jacob de Gheyn II uit de serie "De Wapenhandelinghe van Roers, Musketten ende Spiesen", 1607 Tekening uit de atlas Misset, collectie KOG

De musketier op de gevelsteen is samengesteld uit onderdelen van twee prenten van De Gheyn. De houding van armen en benen van de schutter is ontleend aan prent 11, terwijl de richting van het musket, de positie van de linkerarm en de stand van de furketstok, de steun met gaffel waar het zware musket op rust, ontleend zijn aan prent 43.
Het onderschrift In De Batavier – in een cursieve letter, zeldzaam op gevelstenen – kan te maken hebben met het jaar 1648, het jaar van de Vrede van Munster, een belangrijk feit voor het Nederlands-Bataafse bewustzijn. In de vrijheidsstrijd van de Batavieren tegen de Romeinen zag men destijds een oud-vaderlandse parallel met de in dat jaar beëindigde strijd der Verenigde Nederlanden tegen de Spanjaarden, en Claudius Civilis werd beschouwd als de historische voorloper van Willem de Zwijger.
De Batavier op de Palmgracht sierde mogelijk het huis van een oud-strijder uit Maurits’ leger, die hier op het nieuwe stukje van de Noord-Jordaan van een rustige oude dag hoopte te genieten. Het onderschrift heeft jarenlang voor verwarring gezorgd. Van Lennep en Ter Gouw lezen het onderschrift als ‘In De Bokanier’, Suasso leest het als ‘In De Bukanier’, terwijl de Noord-Hollandsche Oudheden er weer ‘In de Bokanier’ van maakt, evenals de Monumentenlijst. Alings heeft de steen over het hoofd gezien, hij is overigens de hele Palmgracht vergeten.

Onno Boers

(Uit: Binnenstad 222, juli 2007)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.