Het Prinsengrachtziekenhuis

De plannen voor de revitalisatie van het Prinsengrachtziekenhuis als onderdeel van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis beginnen langzamerhand vastere vorm te krijgen. Daarmee kunnen we alleen maar blij zijn. Niet alleen wordt de medische zorg in de binnenstad door het uitbreiden van de bestaande dependance tot een volwaardig poliklinisch centrum versterkt, maar ook is er nu een uitgelezen gelegenheid om de bouwkundige situatie zowel intern als extern te verbeteren. Over de interne aspecten van het plan zwijgen wij in gepaste bescheidenheid, maar over de buitenkant willen wij ons vanuit onze doelstelling graag uitspreken op een moment dat er nog geen onomkeerbare beslissingen zijn genomen.
Prinsengrachtziekenhuis vanaf de Prinsengracht
Prinsengrachtziekenhuis vanaf de Kerkstraat

De oude Ziekenverpleging loopt door van de Prinsengracht tot de Kerkstraat. Aan de Prinsengracht worden we geconfronteerd met een zeer onbevredigende uitbreiding uit de vijftiger jaren van het fraaie oudere gebouw. Bij die gelegenheid is bovendien de kap van de oudbouw aan de kant van de uitbreiding ernstig verminkt. Verder torent boven de nok van de oudbouw een zeer storende opbouw voor technische voorzieningen uit. Aan de Kerkstraatkant kijk je door een groot gat in de gevelwand op een bijna voyeuristische manier in de ingewanden van het ziekenhuis. Plastische chirurgie is hier absoluut noodzakelijk.
Wij hebben als vereniging naar aanleiding van enkele voorlopige schetsjes, die wij onder ogen kregen, in een brief aan de Raad van Bestuur van het OLVG onze opvattingen aangegeven over de eisen die de locatie aan een goede invulling stelt. Daarover hebben wij uiteraard ook het stadsdeel geïnformeerd. Van beide zijden hebben wij snel een reactie gekregen met de mededeling dat alles nog volop in ontwikkeling was en dat men hoopte voor de zomer een presentatie van concretere plannen te kunnen geven. Daarvoor zou ook de VVAB worden uitgenodigd.

Dat de nieuwbouw uit de vijftiger jaren verdwijnt zal niemand betreuren, maar over het getoonde schetsje waren wij minder enthousiast. De verminking van de kap van de oudbouw wordt ongedaan gemaakt en die kap wordt doorgetrokken tot tegen de nieuwbouw. Dat is een simpel utilitair modern gebouw, wat hoger dan het bestaande en aan de bovenzijde afgesloten door een platte vrijwel geheel verglaasde verdieping. Dat laatste lijkt ons in ieder geval in strijd met de eisen die je aan bebouwing op een van de grachten moet stellen. Maar hoe moet het dan wel?
De eerste keus is natuurlijk aangepaste bebouwing. Het zou ideaal zijn wanneer het bestaande gebouw in stijl uitgebreid zou kunnen worden, maar dat gebouw heeft een heel plastisch vormgegeven mooie kap en lijkt niet gemakkelijk op een bevredigende manier vergroot te kunnen worden. De volgende optie zou een zelfstandige aangepaste bebouwing zijn. Pas daarna kun je gaan denken over een moderne invulling, maar dan wel met een anders vormgegeven beëindiging dan nu voorlopig is geschetst. En dat niet alleen, ook de kleurstelling, de materiaalkeuze en de verhouding open-gesloten moeten passen in de grachtenwand. Datzelfde geldt voor de onderpui, die zich wel moet onderscheiden van de gevel daarboven maar daar toch ook mee moet samenhangen. Alles bij elkaar geen eenvoudige opgave, en dan hebben we het nog niet over het op de functie toegesneden programma van eisen waaraan de architect wel moet voldoen. Gelukkig heeft het gekozen architectenbureau, Henket en Partners, op diverse plaatsen getoond oude en nieuw heel goed architectonisch te kunnen verbinden.

De Kerkstraatkant is wat minder moeilijk maar ook niet zonder problemen. Daar zijn de vormeisen misschien minder dwingend maar het inpassen van een grootschalige voorziening in een kleinschalige straatwand is evenmin eenvoudig. Een zekere parcellering is gewenst, de bebouwing moet minder hoog zijn dan aan de gracht en een goede aansluiting op de karakteristieke belendingen hoort ook bij de verlangens. Voor de gevelopbouw gelden in principe de hierboven genoemde eisen ook.
Het in eerste instantie door ons geziene ontwerp lijkt nog niet met die wensen in overeenstemming. Met name de rechte verglaasde bovenverdieping en de manier waarop die aan de linkerzijde aansluit op de kap van het oudere deel van het complex zijn onbevredigend, en dan hebben we het nog niet over de vraag of een dergelijke hoogte hier aanvaardbaar is. Anderzijds is het ook niet reëel te denken aan vier individueel ogende historiserende gevels met daarachter een grootschalig gedeelte van een ziekenhuis.

Aan beide kanten van het bouwplan valt dus nog veel te studeren voor we kunnen zeggen dat er een optimaal plan tot stand is gekomen dat zowel aan functionele als aan architectonische en stedenbouwkundige eisen op een redelijke manier voldoet. We wachten in spanning af.

Herman Pinkse

(Uit: Binnenstad 233, maart 2009)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.