Interview met Yellie Alkema, monumentenwoordvoerder voor D66 in het stadsdeel Centrum

'Alles begint op buurtniveau'

De afgelopen raadsperiode was Yellie Alkema in het stadsdeel Centrum fractievoorzitter en woordvoerder monumentenzorg voor D66, daarvόόr zat zij in de gemeenteraad voor haar partij. Bij de nieuwe stadsdeelraadverkiezingen is zij echter op een onverkiesbare plaats terechtgekomen. Nu geldt dat ook voor de monumentenwoordvoerders van de PvdA, Winfred van de Put, en van GroenLinks, Dingeman Coumou – alleen Jan Sebastian van Lissum, de woordvoerder van de VVD blijft op zijn stek – maar Yellie Alkema heeft deze degradatie niet zelf gekozen. Afgelopen zomer verloor zij met één stem verschil de wedloop om het lijsttrekkerschap van Gerrit Brunink. De stemadviescommissie gaf haar vervolgens een onverkiesbare plaats op de kieslijst. Na een actie van Hans van Mierlo en andere D66-prominenten is zij alsnog op plaats 8 terecht gekomen. Via voorkeursstemmen probeert zij nu in de stadsdeelraad te komen.
Yellie Alkema

De buurten en de buurtcentra

“Een van de punten waar ik me sterk voor maak is het voortbestaan van de buurtcentra. Wat ik belangrijk vind is de affiniteit met de buurt. Als mensen elkaar kennen, voelen ze zich thuis, betrokken en verantwoordelijk. Niet alleen sociaal, maar ook cultureel wil men dan zijn steentje bijdragen. De buurtcentra, zoals de Boomspijker, het Klaverhuis, Straat en Dijk en de Witte Boei draaien grotendeels op vrijwilligers, maar de faciliteiten: het gebouw en de coördinator, worden gesubsidieerd en dat moet ook zo blijven anders kunnen ze niet voortbestaan. De cursussen zouden de mensen echter zelf moeten betalen. Hierin verschilt D66 van mening met andere partijen. Ik denk dat mensen ook de kans moeten krijgen om hun eigen verantwoordelijkheid te nemen.
Ook de drie ouderensociëteiten zijn belangrijk voor ontmoeting, cohesie en het helpen van elkaar, 25 % van de binnenstadsbewoners is 55+. Maar het gaat niet alleen om de zorg voor elkaar, ouderen hebben vaak meer tijd en een groot percentage van deze mensen is als vrijwilliger actief betrokken bij de stad. Het stadsdeel kan dit waarderen door meer ontmoetingsplekken te faciliteren en bij de bouw van nieuwe huizen rekening te houden met deze leeftijdscategorie. Het is natuurlijk van de zotte dat de maximumleeftijd van lidmaatschappen van gemeentelijke adviesgroepen op 65 is gesteld. Mensen die wijsheid en levenservaring hebben opgebouwd en tijd hebben om iets voor de samenleving te doen zijn juist uitermate geschikt.”

De overkoepelende instelling die de buurthuizen, wijkcentra en ouderensociëteiten beheert, is failliet. De mensen zijn ontslagen en de activiteiten kunnen geen doorgang meer vinden. ‘IJ-sterk’ wil nu een doorstart maken, maar Yellie Alkema is van mening dat het welzijnswerk door stichtingen ín de buurt georganiseerd zou moeten worden, dus kleinschalig.
“Dat is efficiënter, goedkoper en het heeft draagvlak. Ik heb daar een notitie over geschreven. De subsidie moet niet naar de koepelorganisatie, maar direct naar de buurtcentra.”

Waarom hecht u zo’n belang aan die buurtcentra?
“Het zijn plaatsen waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Je kunt er een kopje koffie drinken en een praatje maken, er worden cursussen gegeven, maar er worden ook allerlei initiatieven ontplooid. Zo zijn er een crèche, naschoolse opvang en allerlei lessen, maar je kunt er ook goedkoop een zaaltje huren om zelf iets te organiseren. Het is belangrijk dat mensen elkaar hier kunnen leren kennen om gezamenlijk iets te ondernemen; samen een feest organiseren, maar ook gezamenlijk verantwoordelijkheid dragen en lotgenoten vinden om tegen problemen in de buurt te strijden. Het behoud van de Nieuwmarktbuurt is voortgekomen uit het feit dat bewoners zich betrokken voelden bij de omgeving waar ze woonden. Vanuit de buurt hebben zij gestreden tegen de aanleg van de metro en de geplande vierbaansweg naar het station. Hetzelfde gold nog niet zo lang geleden voor de buurtacties van de bewoners van de Vijzelgracht tegen de aanleg van de Noord-Zuidlijn en vóór het opengraven van hun gracht.

Wat bindt de mensen dan?
“Dat ze in een prettige omgeving willen wonen, veilig, schoon en mooi. Maar geen enkele buurt is prettig als je niet ook een aantal mensen kent. Gezinnen hebben een buurt nodig, zodat men op elkaars kinderen kan passen. Alles begint op buurtniveau; ik wil graag in een buurt wonen met prettige mensen en ik wil dat mijn straat er mooi uitziet. De zorg voor monumenten hangt hiermee samen; het is erg lastig om een monument in stand te houden dat geen functie heeft of waar de buurt zich niet betrokken bij voelt.
Door mijn betrokkenheid bij de buurt ben ik me gaan afvragen welke aspecten van een buurt nu een prettige omgeving maken. De onderpuien van winkels, cafés, restaurants en andere bedrijfjes hebben vaak grote hoge ramen en zijn open; winkels en andere publieke functies op de begane grond geven een straat overdag een zekere levendigheid, maar als daarboven geen mensen wonen verandert die straat ’s nachts in een ‘no-go-area’. Dat klinkt misschien vanzelfsprekend, maar bij nieuwbouw gaat dit vaak mis. Het bankgebouw van Fortis tussen het Rokin en de Nes bijvoorbeeld is een vesting. Er is nog wel geprobeerd om de begane grond publieksvriendelijk in te richten, maar doordat er tralies voor de ramen zijn aangebracht, blijft het een soort bunker, die vandalisme aantrekt. Blinde gevels, zoals de achterzijde van de Bijenkorf, slaan een straat dood. Er moet een zekere interactie zijn met de straat.”

Monumenten en cultureel erfgoed

Het valt op dat er in het verkiezingsprogramma van D66 nauwelijks van monumenten wordt gerept.
“Nee, ik vind het ook jammer dat dat onderwerp niet meer aandacht heeft gekregen; D66 heeft op dat vlak toch een naam hoog te houden. Het beschermd stadsgezicht, het project Gemeentelijke Monumenten, waardoor honderden panden uit de periode 1850-1940 de afgelopen jaren op de gemeentelijke monumentenlijst zijn geplaatst, het tuinhuizenproject en de ‘Quick-scan’ zijn allemaal initiatieven geweest van D66. De monumentaliteit van de binnenstad is een specifieke kwaliteit van Amsterdam die niet altijd wordt onderkend of te zeer als vanzelfsprekend wordt aangenomen. Aan zijn typische stedenbouwkundige structuur met zijn vele grachten en 8000 monumenten ontleent de stad zijn identiteit. In dat kader hebben wij ook een pleidooi gehouden voor het opknappen van de historische poortjes. Dergelijke objecten geven een locatie iets specifiek eigens, waar we ons mee verbonden kunnen voelen. De kleinschalige monumentale structuur maakt Amsterdam een prettige stad om te wonen en te werken. In vergelijking met andere monumentale hoofdsteden valt op dat de stad een bewoond centrum heeft.
De belangrijkste monumenten blijven gewoonlijk wel behouden, maar juist de gebouwen die niet direct opvallen, die de monumenten als het ware onzichtbaar aaneenrijgen, vallen vaak tussen wal en schip. Om deze te behouden en sluipend verval tegen te gaan, is voortdurende aandacht nodig. Samen met Dingeman Coumou van GroenLinks, de bond Heemschut en de VVAB wordt binnenkort een discussie over vervallen panden georganiseerd om dit onderwerp op de politieke agenda te zetten.”

Onlangs is Prinsengracht 43 gesloopt, een zeventiende-eeuws pand achter een negentiende-eeuwse gevel, waarvan de monumentale waarde onbekend is.
“De ‘orde 2’-panden genieten in de praktijk nauwelijks enige bescherming. Om de sloop van deze gebouwen te voorkomen heeft D66 in de vorige raadsperiode de ‘Quick-scan’ ontwikkeld, een beleidsinstrument om bij alle sloopplannen voor ‘orde 2’-panden snel door het bureau Monumenten en Archeologie onderzoek naar de mogelijke monumentale waarden van het pand achter te gevel te laten verrichten. Bouw- en woningtoezicht kijkt in eerste instantie naar de bouwkundige staat en kan die waarden vaak zelf niet beoordelen. Dit voorstel is in de vorige raadsperiode aangenomen en de ‘Quick-scan’ heeft toen ook goed gefunctioneerd, maar nu D66 niet meer in het Dagelijks Bestuur zit, versloft het instrument.
Aandacht voor de gebouwde omgeving is een onderwerp waar je voortdurend voor moet strijden. Samen met andere politieke partijen is momenteel een notitie in voorbereiding om interieurs beter te beschermen. De notitie die ik heb geschreven over het opwaarderen van monumenten is eveneens een poging om de onopmerkzaamheid voor wat zich achter de gevels bevindt tegen te gaan. Hierin wordt voorgesteld om te bekijken of zogenaamde ‘orde 2’-panden, beeldbepalende panden van vόόr 1940 in de binnenstad, niet opgewaardeerd kunnen worden tot gemeentelijk monument, en of een aantal moderne gebouwen geen ‘orde 2’-pand kunnen worden.”

Project 1012, herstel van de oude binnenstad

Als voorzitter van de stuurgroep Economische herstel Zeedijk bent u betrokken geweest bij het herstel van de Zeedijk. Valt hier nog lering uit te trekken voor andere buurten?
“De Zeedijk is een heel goed voorbeeld van hoe een vervallen deel van de stad weer kan opleven. Nadat de functie van de haven was verdwenen, bestond de straat grotendeels uit cafés waarboven geen mensen meer woonden. Op een gegeven moment zijn de drugscafés dichtgetimmerd, gekocht door de gemeente en opgeknapt. De bovenverdiepingen zijn vervolgens als woningen verhuurd. Die woonfunctie vind ik heel belangrijk. Zowel de bouwkundige als de sociale verloedering is hierdoor gestopt. Dit herstel heeft echter 15 jaar geduurd.
D66 ondersteunt de doelstellingen van het project 1012, maar vindt de uitwerking met de vermindering van de prostitutie met 40% en het verbieden van 26 coffeeshops te rigide. Pak het pragmatisch aan: de gemeente en partners hebben nu al 30% van de ramen in handen. Doe daar wat moois mee, samen met ondernemers én bewoners. Laat op een aantal plaatsen zien hoe het kan worden en kijk dan verder wat er nog meer nodig is.”

Openbare ruimte en groen

Een van haar speerpunten is een mooie, schone en veilige openbare ruimte. Yellie Alkema is ook voor meer kunst en meer fonteinen in de stad. Ze zet zich in voor een fonteinen- en beeldenroute langs de Rode Loper.
“Ik vind dat de Rode Loper, het traject boven de Noord-Zuidlijn, een promenade met allure moet worden, met beelden en fonteinen. Nú is de kans om daar iets aan te doen.”

Bedoelt u dat van het Centraal Station tot aan de Zuidas een boulevard zou moeten komen met één straatprofiel?
“In ieder geval het traject Damrak-Rokin. De inrichting van de straat moet niet al te modieus worden, zodat die over tien jaar weer verouderd is; in plaats van een moderne inrichting kan ook voor het ‘standaardgrachtenprofiel’ worden gekozen, maar in ieder geval kan het Damrak wel een zekere opvijzeling gebruiken.
De inrichting van de Haarlemmerstraat of van de ‘negen straatjes’ volgens dat standaardprofiel, met gebakken klinkers en hardstenen trottoirbanden, is aangepast aan de specifieke functie van deze straten, maar waarborgt tevens een zekere eenheid.
De aandacht voor groen vind ik ook belangrijk. In de binnenstad is niet veel openbaar groen, maar hoe klein de parken en plantsoenen ook zijn, ze geven de mensen die geen tuin hebben toch een stukje ‘natuur’ bij hen in de buurt.”

Als voorzitter van het wijkcentrum d’Oude Stadt kwam Yellie Alkema destijds ter ore dat de universiteit in onderhandeling was met een projectontwikkelaar om de Hortus te verkopen. De universiteit wilde er vanaf en er lag al een bouwplan klaar voor een hotel. Toen heeft zij met een aantal anderen de Vereniging Vrienden van de Hortus opgericht. Binnen een jaar had de vereniging 10.000 leden.
“De Hortus is natuurlijk onze stadstuin bij uitstek. Maar ja, wie wil nu een Hortus overnemen? Niemand durfde zich daaraan branden, maar D66-wethouder Rik ten Have zei: “Geef mij die Hortus maar in portefeuille”. Met garantie van de gemeente hebben de Vrienden van de Hortus de tuin toen kunnen kopen. Vervolgens zijn er sponsors gevonden en nu heeft de tuin met het café in de oranjerie ook sociaal een belangrijke functie.
Parken en pleinen hebben echter hun eigen functie en karakter en die moet je niet met elkaar verwarren. Het kerstevenement op het Rembrandtplein is op het laatste moment afgezegd omdat het plein nog niet klaar was en de grasmat een dergelijk evenement niet kan verdragen – denk aan alle ellende van het Museumplein. Als enige partij is D66 vanaf het begin tegen deze grasmat geweest, omdat wij vinden dat gras niet thuishoort op een stadsplein waar geregeld evenementen plaatsvinden.”

U bent al zo lang actief in de stad, altijd weer die strijd, zou u nu niet eens wat anders willen doen?
“Nee, ik ben nog lang niet klaar met de realisatie van mijn plannen. Ik heb er nog steeds ontzettend veel zin in en zou mijn kennis en ervaring graag met jongere mensen willen delen en aan hen willen overdragen.”

Juliet Oldenburger

Zie ook www.yelliealkema.nl

(Uit: Binnenstad 238, februari 2010)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.