Tuinhuis Nieuwe Keizersgracht 20 mogelijk een loofhut

Het gerestaureerde tuinhuis achter Nieuwe Keizersgracht 20. Door het raam is het gat in het dak zichtbaar, waardoor het tuinhuis weer als loofhut te gebruiken is. (foto: Walther Schoonenberg)
Na een ingrijpende restauratie vond op 28 augustus 2011 de oplevering plaats van een oud tuinhuis aan de Nieuwe Keizersgracht. Rabbijn Menno ten Brink sloeg, volgens oud joods gebruik, een mezoeza aan de deurpost van het tuinhuis. Het gebouwtje was mogelijk van oudsher in gebruik als loofhut en kan thans opnieuw voor dat doel worden gebruikt.

Bij de stadsuitlegging van het tweede deel van de grachtengordel in 1663 werd bij ‘keur’ of wet bepaald dat men achterin de tuin over de gehele breedte van het perceel een ‘speelhuis’ mocht bouwen van maximaal 12 voet (3,4 m) hoog en 15 voet (4,25 m) diep, de rest van de tuin moest onbebouwd blijven. Ook werd vastgelegd dat de tuinen niet hoger mochten liggen dan de straat. Het oorspronkelijke karakter van dit 25ste ‘keurblok’, gelegen tussen de Amstel, Nieuwe Keizersgracht, Weesperstraat en Nieuwe Kerkstraat, is goed bewaard gebleven; in tegenstelling tot de meeste andere keurblokken is er geen enkele tuin bebouwd. De tuinhuizen zijn niet dieper, maar soms wel hoger dan oorspronkelijk was toegestaan. Het tuinhuis van het buurpand, Nieuwe Keizersgracht 22, heeft bijvoorbeeld een hoog oprijzende zandstenen gevel, waarop de initialen van de Portugees-joodse familie De Capadoce of De Capadozo zijn aangebracht. Deze topgevel is zo hoog dat deze misschien afkomstig is van de voorgevel van het hoofdhuis en later naar het tuinhuis is verplaatst. Het tuinhuis van Nieuwe Keizersgracht 20 voldoet aan de voorgeschreven diepte, maar was tot aan de balklaag van het dak slechts 3,6 m hoog. Op de houten voorgevel bevonden zich oorspronkelijk echter ook nog een kroonlijst en een attiek, maar deze waren na de oorlog zodanig verrot dat zij verwijderd moesten worden.

Het overwoekerde tuinhuis zonder attiek vóór de restauratie. (foto Suzanne Rodrigues Pereira)

Jarenlang was het tuinhuis een ruïne overwoekerd door klimop, meer een tuinschuur dan een ‘speelhuis’, en nauwelijks toegankelijk vanwege planten en struiken die ervoor groeiden. Toen in 2004 het tuinhuis van Nieuwe Keizersgracht 22 werd gerestaureerd, motiveerde dat ook de eigenaar van nummer 20 om het eigen tuinhuis op te knappen. Tuinhuizen zijn onverbrekelijk verbonden met het hoofdhuis aan de gracht en het was dan ook uiterst opmerkelijk dat de Rijksdienst voor Monumentenzorg (thans Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed) zo’n tien jaar geleden verklaarde dat de tuinhuizen niet langer beschermd waren en apart op de monumentenlijst dienden te worden geplaatst. De gemeente Amsterdam heeft toen een noodreparatie verricht door de belangrijkste tuinhuizen op de gemeentelijke monumentenlijst te plaatsen. Dit gebeurde naar aanleiding van de restauratie van het tuinhuis achter Nieuwe Keizersgracht 22 – toen bleek dat dit object geen rijksmonument meer was (zie: Tuinhuizen op de monumentenlijst). Helaas betekent de gemeentelijke monumentenstatus dat men niet in aanmerking komt voor restauratiesubsidie. Ook de eigenaar van het tuinhuis op nummer 20 heeft de restauratie van het kleine gebouwtje geheel zelf betaald.(*)

Over de functie van tuinhuizen is eigenlijk weinig bekend. In de zeventiende eeuw werden er in sommige tuinhuizen nog kippen gehouden (zie de ontwerptekening van Philips Vingboons van de tuin en tuinhuis van Herengracht 412, zie: Het oudste tuinhuis van Amsterdam?). Mogelijk werd er in de achttiende eeuw thee gedronken, maar het is waarschijnlijker dat er niets gebeurde, want het tuinhuis vormde in de eerste plaats de architectonische afsluiting van de ruimte achter het hoofdhuis. De gevel is vaak een pronkgevel in dezelfde stijl als de gevel aan de gracht, zodat men vanuit de zaal van het achterhuis uit kon kijken op een fraai (tuin)architectonisch ensemble.

Tekening van het tuinhuis met kroonlijst en attiek zoals Chiel Smit zich dit verdwenen opzetdeel herinnerde. Ontwerptekening van de restauratie.

De houten voorgevel van het tuinhuis van Nieuwe Keizersgracht 20 heeft een indeling die veel voorkomt bij achttiende-eeuwse tuinhuizen: een groot middenvenster, door roeden verdeeld, met links en rechts daarvan een houten deur met bovenlicht. Het tuinhuis dateert oorspronkelijk, net als het huis aan de gracht, uit 1734, maar het is ingrijpend verbouwd, mogelijk zelfs herbouwd in het begin van de negentiende eeuw. Het achttiende-eeuwse karakter bleef echter bewaard. De gevel heeft een traditioneel, historiserend karakter met geblokte pilasters in hout die natuursteen nabootsen. Oorspronkelijk bevond zich in het tuinhuis een indeling die correspondeerde met deze gevel, nu is het één ongedeelde ruimte. Sommige rijke tuinhuizen uit de achttiende eeuw hadden boven het middenraam een opzetstuk en boven de zijdeuren reliëfs. De bovenlichten boven de deuren van dit sobere tuinhuis hebben een opmerkelijke diagonale roedenverdeling. De bredere middentravee is behandeld als een ‘risaliet’ – zij steekt iets naar voren. Daarom moeten ook de kroonlijst en attiek een iets naar voren springend middendeel hebben gehad, maar hierover bestond geen informatie in de vorm van tekeningen of foto’s. Er was echter wel een ooggetuige, een vroegere bewoner van het pand, Chiel Smit, die in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw in het tuinhuis heeft gewoond. Uit zijn geheugen heeft hij een schetsen gemaakt van de houten, opengewerkte attiek zoals die in de tijd dat hij het bewoonde nog op het tuinhuis stond (zie afbeelding). Op basis van deze schetsen heeft bouwkundige Paul Morel (werkzaam bij Stadsherstel NV) een reconstructie gemaakt van de lijst en de attiek, nu echter met gesloten vakken. De middenrisaliet en pilasters lopen keurig door tot in de attiek en ook de lijst is ‘omgekornist’ zoals het hoort. De gemeente en BMA hebben door het verlenen van een vergunning snel en adequaat meegewerkt aan deze restauratie.

De verborgen mezoeza aan de binnenzijde van de deurpost van Nieuwe Keizersgracht 20 (foto: Walther Schoonenberg)

Over het tuinhuis is tenslotte ook nog een ander verhaal te vertellen. In de afgelopen eeuwen woonden op de Nieuwe Heren- en Keizersgracht, zo vlakbij de Portugese synagoge, veel Portugese joden. Dat was tot de bezettingsjaren 1940-45 het geval. De huidige bewoner van Nieuwe Keizersgracht 20, Suzanne Rodrigues Pereira, zelf van Portugees-joodse huize, heeft aan de binnenzijde van de deurpost aan de voorgevel van het hoofdhuis een perkamenten rolletje van een mezoeza aangetroffen, verstopt achter een plankje. Normaal gesproken bevindt dit rolletje zich in een kokertje aan de buitenzijde van de deurpost – aan de straatzijde. Men vermoedt echter dat dit rolletje hier in de oorlogsjaren is verstopt, dat de mezoeza als het ware aan de binnenzijde van de deurpost was ‘ondergedoken’. Bij de oplevering van het gerestaureerde tuinhuis op 28 augustus 2011 werd tevens een kleine plechtigheid gehouden bij deze bijzondere mezoeza. Hiervoor was tevens een lid van de familie Tafelkruijer uit Israel aanwezig, de familie die vanuit dit huis is gedeporteerd. Chiel Smit, die na de oorlog het tuinhuis bewoonde, heeft de zoon van de heer Tafelkruijer, de enige die de oorlog overleefd heeft, nog gekend. Deze zoon van de vroegere eigenaar heeft aan Chiel Smit vertelt dat de familie het tuinhuis als loofhut (soeka) of ‘cabane’ zoals de Portugezen zeiden, gebruikte. Tijdens het loofhuttenfeest – dit jaar van 13 tot 19 oktober – woont men een week lang in een loofhut en wordt hier met familie en vrienden gezamenlijk gegeten. Het belangrijkste kenmerk van een loofhut is dat er een open verbinding met de hemel is, zodat men tijdens het uitspreken van de gebeden recht omhoog naar de hemel kan kijken. Het dak moet dus opengemaakt kunnen worden. Het blijft de vraag of het tuinhuis oorspronkelijk voor dit doel gebouwd is en ook of het hier langere tijd voor is gebruikt. Doordat het dak niet meer authentiek was, bestaat hiervoor geen daadwerkelijk bewijs. Meestal werd een loofhut jaarlijks in de buitenlucht opgetrokken, maar Nieuwe Herengracht 33, gebouwd in 1796 als Portugees Israëlitisch Oudemannenhuis, bevatte een vaste soeka, namelijk in het achterhuis. Het dak kon met touwen en katrollen worden geopend. Bij de restauratie van het tuinhuis van Nieuwe Keizersgracht 20 is eveneens een opening in het dak aangebracht waardoor het tuinhuis als loofhut te gebruiken is. Mevrouw Pereira: “Dat is ook waar we het tuinhuis in de toekomst voor willen laten gebruiken, door mensen die daarin geïnteresseerd zijn”.

Walther Schoonenberg

(*) Mede mogelijk gemaakt door het Nationaal Restauratiefonds.

N.B.: Het tuinhuis is als vergaderruimte te huur. Zie: www.tuinhuisaandegracht.nl.

(Uit: Binnenstad 248, oktober 2011)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.