De nieuwe Welstandsnota

Op donderdagavond 4 april 2013 vond in de Amstelkerk een door de VVAB georganiseerde discussieavond plaats over de nieuwe welstandsnota ‘De Schoonheid van Amsterdam’. De VVAB had deze bijeenkomst georganiseerd omdat de welstandsnota historiserend bouwen en reconstructie in de Amsterdamse binnenstad lijkt te verbieden.
De Filmacademie op het Mr. Visserplein. Een geslaagd voorbeeld van bouwen in de binnenstad volgens de welstandscommissie?

In het hoofdstuk over de binnenstad worden passages uit Unesco-documenten geciteerd die moeten aantonen dat ‘pseudo-historische’ nieuwbouw risico’s voor de ‘authenticiteit’ en de ‘integriteit’ van het Werelderfgoed met zich meebrengt. Het bouwen moet daarom ‘eigentijds’ zijn, gedefinieerd als nieuwbouw dat ‘als zodanig herkenbaar’ is. Uit de praktijk van het welstandstoezicht weet de VVAB echter wat dit betekent. Traditioneel bouwen wordt weggezet als ‘historiserend’ en ‘retro’, terwijl ‘eigentijdse’ architectuur alle ruimte krijgt. Veelzeggend is bijvoorbeeld dat in de nota bij een passage over kleurgebruik en ritme van de Amsterdamse gevelwanden een foto staat afgebeeld van de Filmacademie op het Mr. Visserplein.

In haar zienswijze op de nieuwe welstandsnota heeft de Vereniging betoogd dat het niet verstandig is traditioneel bouwen en reconstructie op voorhand uit te sluiten. Op die manier zou een eeuwenlange traditie bruusk worden afgebroken. Dankzij die traditie lijkt de binnenstad veel ouder dan zij in werkelijkheid is. Hoewel tweederde van de bebouwing van na 1850 dateert, ervaart iedereen de binnenstad toch als zeventiende-eeuws. De oorzaak hiervan is dat latere generaties zich steeds hebben aangepast aan het karakter van de oude koopmansstad. Zo kan de eclectische architectuur van de negentiende eeuw beschouwd worden als een bijdrage aan het behoud van het stadsgezicht, maar in de twintigste eeuw was het teruggrijpen op oudere bouwstijlen niet ongebruikelijk. De discussie over ‘historiserend’ versus ‘eigentijds’ bouwen wordt al tientallen jaren gevoerd, maar voor het eerst ligt er nu een welstandsnota op tafel die één opvatting tot officieel welstandsbeleid maakt.

Ook Diederik Six, president van ICOMOS Nederland, die niet aanwezig was maar wel een brief schreef waarin hij betoogde dat de Unesco-documenten verkeerd worden geïnterpreteerd, leverde een bijdrage aan de discussie. “Het is niet wenselijk als de nieuwe welstandsnota de Amsterdamse vrijheden ten aanzien van het respect voor haar traditie zou beknotten en het modernisme een dogma wordt. De traditie die in Amsterdam bestaat om zich te laten inspireren door haar cultuurhistorische erfgoed dient alle ruimte te krijgen.” Het uitgangspunt van het Unesco-Werelderfgoed is immers behoud, niet vernieuwing.

De door de VVAB georganiseerde discussieavond begon met een aantal inleidingen, door Koos Bosma, hoogleraar architectuurgeschiedenis aan de VU, de architecten Peter Geusebroek en Sjoerd Soeters, en ondergetekende. Daarna vond, onder leiding van Niesco Dubbelboer, de discussie met de zaal plaats. Soeters en ondergetekende hielden een verhaal over oude en nieuwe opvattingen in de architectuur, die respectievelijk tot uitdrukking komen in de welstandsnota en het feitelijk bouwen in de binnenstad. Deze tegenstelling kan alleen worden opgeheven wanneer een nieuwe generatie het in het welstandstoezicht voor het zeggen krijgt. Peter Geusebroek liet zien dat je met moderne middelen heel goed in de context kunt bouwen, dus dat het niet altijd nodig is traditioneel te bouwen, niet echt ‘historiserend’ maar wel refererend aan het verleden. Koos Bosma vertelde dat het authenticiteitsbegrip tegenwoordig niet meer hetzelfde als in de negentiende eeuw, een verouderde opvatting, die volgens hem vaak nog wordt aangehangen door ‘specialisten’. Ook kwam de vraag aan de orde wie er eigenlijk over het Werelderfgoed mee mogen praten? Is niet iedereen die goed kan kijken en kennis van zaken heeft, een expert, niet alleen zij die momenteel het beleid bepalen?

Sjoerd Soeters deed overigens een concrete suggestie. Hij stelde voor om een boekje te maken naar voorbeeld van een vooroorlogse publicatie van Van der Kloot Meijburg met foto’s van goede en slechte voorbeelden naast elkaar. Esther Agricola van Bureau Monumenten & Archeologie reageerde daarop met de opmerking dat het niet de bedoeling kan zijn om te vervallen in een architectuurpolitiek, die alleen historiserend bouwen mogelijk is. Volgens haar moet er ruimte zijn voor verschilende smaken en kleuren naast elkaar. Ook andere ambtenaren haastten zich te melden dat de nieuwe welstandsnota geenszins historiserend bouwen en reconstructie verbiedt. Dit werd bevestigd door stadsdeelbestuurder Oranje (D66) die verklaarde dat als de Westertoren zou instorten, deze ongetwijfeld zou worden herbouwd. En het terugplaatsen van een verdwenen geveltop zou in principe niet tot weerstand moeten leiden.
Op de vraag uit de zaal waarom die Unesco-teksten dan in de welstandsnota staan, werd geantwoord dat dat nu eenmaal de gewoonte was in alle beleidsstukken. Raadslid Kramer (GroenLinks) merkte vervolgens op dat als de teksten geen enkel nut hebben, ze net zo goed geschrapt kunnen worden. Hij kondigde aan amendementen in te zullen dienen om de welstandsnota aan te passen.

Walther Schoonenberg

Meer lezen:
[Nieuwsbericht]

[Amendementen welstandsnota] (PDF-bestand)
[Brief van president ICOMOS Nederland] (PDF-bestand)
[Zienswijze] (PDF-bestand)
[Welstandsnota] (PDF-bestanden)

(Uit: Binnenstad 257, mrt./apr. 2013)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.