Nieuwe top voor Elandsstraat 88

Vakmanschap is meesterschap. Dat geldt in het bijzonder voor het werk van Kees van Mierlo die al decennialang in Amsterdam actief is als houtsnijder en een atelier heeft in de Barndesteeg. Opgeleid door Hans ’t Mannetje, in het voormalige restauratieatelier Uilenburg, is hij een van de laatste ambachtslieden die een achttiende-eeuwse geveltop uit hout kan snijden – een onmisbaar vakmanschap in een monumentenstad als Amsterdam. Vijf à zes maanden werkte hij aan een nieuwe kuif voor Elandsstraat 88. In september werd de top geplaatst en aan de kap bevestigd, geborgd door een anker.
Elandsstraat 88 met de nieuw gemaakte geveltop (foto Wim Ruigrok)

Het Jordanese winkel-woonhuis op de hoek van de Elandsstraat en de Hazenstraat is vrij klein, maar heeft een indrukwekkende verhoogde lijstgevel, eigenlijk een ‘leugenaartje’ omdat het kamertje achter de topgevel zeer ondiep is en daarachter het zadeldak begint, zoals vanuit de Hazenstraat duidelijk te zien is. Merk op hoe de hoge voorgevel door een sierlijke boog wordt verbonden met de lagere zijgevel. In deze zijgevel bevindt zich een uitgemetselde gootsteen, zoals je die vroeger in Amsterdam wel vaker zag – om in het krappe woonhuis ruimte te winnen. De deur in de zijgevel verraadt dat het achterhuis apart werd verhuurd. De met een middenverhoging en zwenkende kuif versierde kroonlijst dateert uit circa 1750 en is vormgegeven in de Amsterdamse Lodewijk XV- of rococostijl. Vermoedelijk is het pand in de kern veel ouder. De nogal hoog oprijzende voorgevel is duidelijk een verbouwing van een oorspronkelijk kleiner pand. Al met al is het een kostelijk monument, dat we niet graag zouden willen missen. Wie het Grachtenboek van Caspar Philips kent, weet dat er vroeger veel meer van dergelijke toppen in Amsterdam bestonden, maar in de negentiende en twintigste eeuw zijn deze in snel tempo uit het stadsgezicht verdwenen. Toen de houten geveltop van Elandsstraat 88 verrot was, bleek de eigenaar gelukkig bereid om deze opnieuw te laten snijden. De lijst werd verwijderd en kwam in stukken op de werktafel van Van Mierlo terecht. Pas toen werd bekend dat de kuif al niet meer origineel was. Eind jaren vijftig van de vorige eeuw moet hij al eens eerder zijn nagemaakt naar het origineel dat nog op een foto uit 1958 te zien is. Het bleek een matige reconstructie te zijn. Door de foto uit 1958 goed te bestuderen maar ook op basis van zijn ambachtelijke kennis van de Rococo-ornamentiek en bestaande voorbeelden uit dezelfde stijlperiode, zoals het poortje van het Swigtershofje aan de Amstel, heeft Van Mierlo een meer overtuigende reconstructie gemaakt. Dit is vooral te zien in de afsluitende kuif die nu echt wellustig krult en de zogenaamde ‘zeepokken’, die op de juiste wijze doorlopen.

Liever een replica dan niets

Kees van Mierlo bij de top in zijn atelier in de Barndesteeg (foto Wim Ruigrok)

In zekere zin is monumentenzorg altijd een gevecht tegen de onvermijdelijke ondergang door bouwkundig verval die door onderhoud zo lang mogelijk wordt uitgesteld. Volgens de Engelse kunstcriticus John Ruskin (1819-1900) dient een monument als een ruïne in schoonheid ten onder te gaan. Als er goed onderhoud wordt gepleegd, zou deze situatie in theorie helemaal niet optreden, maar de praktijk is helaas anders. En in het geval dat het origineel niet kan worden gehandhaafd, is de keuze snel gemaakt: liever een replica dan helemaal niets. Maar om die überhaupt te kunnen maken, zijn wel goede ambachtslieden nodig en daar schort het tegenwoordig aan. Daarom was het restauratieatelier in de Nieuwe Uilenburgerstraat zo belangrijk, als kenniscentrum en leerlingplaats. Daar kon een houtsnijder bijvoorbeeld van een ambachtelijke loodgieter leren hoe hij rekening moest houden met de later aan te brengen bescherming tegen regenwater, door het kloppen van lood op de bovenkant van de lijst en de kuif. Het is niet overdreven te stellen dat met de opheffing van het restauratieatelier een noodtoestand is ontstaan in onze monumentenstad. Als Kees van Mierlo straks met pensioen is, wie hakt dan nog een nieuwe geveltop wanneer dat nodig is? Hoe dan ook, Elandsstraat 88 is voorlopig gered, met grote dank aan de eigenaar die deze kostbare restauratie heeft gefinancierd. Subsidie heeft hij daarvoor niet gekregen, zelfs geen bedankje van Monumentenzorg.

Walther Schoonenberg

(Uit: Binnenstad 273, nov./dec. 2015)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.