de Jodenhouttuinen

De bekendste afbeelding van de Jodenhouttuinen is ongetwijfeld de pentekening van L.W.R. Wenckebach (1860-1937). Die tekening maakte hij voor de befaamde reeks die werd gepubliceerd in Het Nieuws van de Dag. De tekening is niet gedateerd maar de reeks werd afgesloten in 1907.
Cornelis Brandenburg (1884-1954), kleurenets van de Zwanenburgwal, hoek Jodenhouttuinen

Het stadsbeeld dat Wenckebach heeft weergegeven, de hoek van de Jodenhouttuinen en de Zwanenburgwal, bestaat niet meer, alleen het huisje links op de tekening heeft de kaalslag van deze buurt als door een wonder overleefd. Dit zogeheten Goslerhuisje stond in de noordelijke rooilijn van een smal straatje, de Jodenhouttuinen, evenwijdig aan de Jodenbreestraat, die alleen nog in naam bestaat. De houtvoorraden lagen opgestapeld aan de achterliggende Houtkopersburgwal.

Ook de etser Willem Witsen (1860-1923) heeft deze verdwenen straathoek vereeuwigd, maar hij heeft een iets ander gezichtspunt gekozen, waardoor van het Goslerhuisje alleen de voorgevel zichtbaar is. Net als de tekening van Wenckebach is zijn ets niet gedateerd, dus het is de vraag wie deze locatie heeft ontdekt als een memorabel stadsgezicht. Vermoedelijk Wenckebach, die vanaf 1898 min of meer systematisch had gewerkt aan een weergave van 'oud Amsterdam'.

Wenckebach en Witsen hebben beiden ook een gekleurde versie gemaakt van hun oorspronkelijke zwart-wit kunstwerk, Witsen heeft zijn wintergezicht met sneeuw op de daken nog stemmiger gemaakt, terwijl zijn kunstbroeder meer ingetogen en documentair te werk is gegaan. Omdat Nederlandse kunsthistorici de prentkunst als een minderwaardig genre beschouwen en bovendien diepe minachtig koesteren voor topografische kunst weten we weinig van Witsen en nog minder van Wenckebach.

Vele jaren later, in 1919, heeft de etser Cornelis Brandenburg (1883-1954) min of meer een kopie gemaakt van het gekleurde wintergezicht van Witsen. Hij was zeg maar een generatie jonger en toen werd het 'oud Amsterdam' van Wenckebach al een commercieel thema voor kunstenaars. Mede dankzij de 'saneringen' van de Volkshuisvesters, ook wel 'krotopruiming' genoemd, moesten duizenden eeuwenoude huizen in de stad het veld ruimen voor nieuwbouw. Het stadsbeeld veranderde snel, niet alleen in Amsterdam maar in heel Nederland. Ook een etser als Hendrikus Elias Roodenburg (1895-1987) verdiende zijn geld met stads- en dorpsgezichten. Soms een beetje modern, met een stoomschip, maar bij voorkeur toch wat verstild, zonder de zogenaamde vooruitgang. De burgerij, die graag een betaalbaar kunstwerkje aan de muur wilde, gaf de voorkeur aan een beeld van het vaderland dat dankzij de Woningwet al 'onbewoonbaar' was verklaard.

Het genre stadsgezicht is nooit serieus onderzocht door kunsthistorici. Dit jaar heeft het Teylers Museum in Haarlem een tentoonstelling gewijd aan Jan Weissenbruch (1822-1880). Lange tijd hebben kunsthistorici weinig belangstelling getoond voor deze schilder, die in zijn eigen tijd wel degelijk werd gewaardeerd. Hij was geen revolutionair en zijn thema deugde ook niet, stadsgezichten zijn immers ouderwets. Jan Weissenbruch had geen belangstelling voor de vooruitgang. Ook in de bijbehorende catalogus worstelen auteurs nog met dit probleem, hij kon fantastisch schilderen, dat is nu wel duidelijk, maar de betekenis van die schilderijen laat zich niet goed duiden. De tijd staat stil, dat klopt ook wel, zo rond 1850 stond de tijd stil in Nederland, zelfs in Amsterdam. Misschien moet de vraag anders geformuleerd worden: waarom kopen mensen een geschilderd landschap of een stadsgezicht? Waarschijnlijk vooral omdat ze er graag naar kijken, toch niet vanwege een of andere verborgen betekenis. Toch heeft een landschap van Jan van Goyen een betovering die niet geheel verklaarbaar is. Hij was een groot schilder, hij kon een eenvoudig polderlandschap transformeren tot een gezicht op een verte die ons verwondert. Die verwondering is vermoedelijk ook het geheim van stadsgezichten. Zeker Jan Weissenbruch, ook een groot schilder, was in staat om de magie van stedelijke ruimte zichtbaar te maken, alsof het banale heel even zin krijgt. Een beetje zoals de Chirico maar dan veel subtieler. Voor de hedendaagse beschouwer is er ook nog het raadselachtige effect van een blik in een reeds lang verdwenen wereld, we kijken terug in de tijd.

Roodenburg en Brandenburg waren bescheiden kunstenaars vergeleken bij Van Goyen en Jan Weissenbruch, maar zij hebben werk gemaakt dat goed verkocht. Hun etsen, afgedrukt in flinke oplages, waren betaalbaar voor een breder publiek. Klaarblijkelijk was men wel gecharmeerd van de stadsgezichten die zij maakten. Die zijn nu uit de mode, hedendaagse jongelui willen graag 'modern' zijn en schamen zich voor alles dat met zogenaamde 'nostalgie' te maken heeft. Het woord weemoed wordt niet meer gebruikt. De jongelui zijn dol op de oude binnenstad, maar de geschiedenis van die stad interesseert ze niet. Het zijn nare mensen, die de stad uitwonen op een manier die Geurt Brinkgreve zelfs in zijn ergste nachtmerries niet had kunnen dromen. Daarom is het van groot belang om telkens weer te wijzen op de geschiedenis van Amsterdam, want het verleden van de stad is veel belangrijker dan de waan van de dag. Ook het gemeentebestuur begrijpt daar niets van en laat zich adviseren door lieden die nog steeds in de toekomst geloven. De kleurenets van de Jodenhouttuinen die Brandenburg gemaakt heeft, is geen groot kunstwerk, maar dat stadsgezicht maakt wel pijnlijk duidelijk dat de vooruitgang ons niets heeft opgeleverd. Er staat nu een volkomen karakterloos gebouw dat het leven van mensen die daar ooit gewoond hebben geheel ontkent. Zo moet het niet. Het beeld van de Jodenhouttuinen dat Wenckebach, Witsen en Brandenburg hebben weergegeven heeft een verrassende urgentie gekregen. Het is niet alleen een lang vervlogen herinnering: al die stadsgezichten zijn in feite een aanklacht geworden, tegen de dehumanisering van onze wereld.

Vincent van Rossem

(Uit: Binnenstad 278, okt./nov./dec. 2016)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.