Amsterdamse gevelstenen

D' SCHLLEVIS 1696 gevelsteen met zwemmende vis: Palmdwarsstraat 22

De vroegste aanduiding van het kavel Palmdwarsstraat 22 dateert van 1666/ 1667, als Jan Andriesz, houtzager van beroep, ter plaatse een huis met erf verkoopt. Een zekere Pieter Hansz, schoenmaker van beroep, wordt voor 900 guldens de nieuwe eigenaar.

Een huisnaam wordt niet genoemd, maar dankzij de koop/verkoopaktes van de belendende panden weten we dat het om een pand op 'ons' perceel gaat. Hoe dit vervolgens in het bezit is gekomen van de latere eigenaar, de houtzaagmolenaar Daniel Roelofsz, is niet duidelijk; overdrachtspapieren zijn niet bewaard gebleven. Wel is gebleken dat hij op 19 augustus 1695 eigenaar werd, een jaar later 'huis en erf' heeft vervangen en daarbij de gevelsteen D' SCHLLEVIS ANNO 1696 heeft laten aanbrengen. Het lijkt erop dat hij zijn nieuwe huis genoemd heeft naar molen De Schelvis, want over de periode van 1661 tot 1784 treden in de diverse kwijtscheldingen – d.w.z. aktes van overdracht van onroerend goed – Daniel Roelofsz of zijn erven op als koper of verkoper van (delen van) molens en huizen. Het gaat dan over de molens 'de Blauwe Bijl' en 'de Schelvis'. In het boek De Amsterdamse schans en de buitensingel van J. van Eck (1948) wordt molen 'de Blauwe Bijl' niet genoemd, wel molen 'de Schelvis'. Op de stadsplattegrond van Mortier, Covens & Zoon uit 1795 is molen 'de Schelvis' afgebeeld als nr. 4. Deze lag, tot de afbraak omstreeks 1880, aan de huidige Wittenkade, ter hoogte van de Tweede Nassaustraat.

In 1736 verkopen de erven van Daniel Roelofsz het huis in de Palmdwarsstraat. Roelofsz was in 1714 overleden en begraven op het Noorderkerkhof. Hij woonde kennelijk bij molen 'de Schelvis' want als uitvaartadres wordt 'buiten de Haarlemmerpoort' opgegeven. In zijn, in 1709 opgemaakte testament had hij bepaald dat na zijn dood zijn vrouw en Neeltje Schelvis(?) mochten blijven wonen in het zuid-oostelijk deel en de zolder van hun huis aan/bij molen 'de Schelvis'. Neeltje Schelvis moest tot haar 25ste jaar of totdat ze trouwde, onderhouden worden uit de opbrengst van zijn huis in de Palmdwarsstraat waar 'de Schelvis' in de gevel staat. Het huis in de Palmdwarsstraat wordt in het testament van Daniel Roelofsz vermaakt aan Grietje en Guurtje, de twee kinderen uit het huwelijk van zijn dochter Marretje en Dirk Stam.

Over de verdere historie van het pand 'de Schelvis' is vrijwel niets bekend. Eventuele koop/verkoopaktes zijn niet bewaard gebleven, evenmin als oude foto's van de vroegere situatie in de Palmdwarsstraat. Wel staat op pagina 69 van het zesde deel van de Noord- Hollandsche oudheden (1906) bij de beschrijving van een tekening van het pand van E.W. Geerlings aangegeven: 'Een zeer goed bewaarde gevel, met oorspronkelijke pui, doch enigszins veranderde top'. De gevelsteen met de schelvis is duidelijk herkenbaar boven de pui. In een anoniem typoscript (1944, coll. VVAG) wordt de gevelsteen op Palmdwarsstraat 22 genoemd en het 'vreemde' onderschrift D' SCHLLEVIS vermeld. En ook H.W. Alings noemt de steen in de tweede druk (1949) van zijn Amsterdamsche gevelsteenen.

Wanneer het pand en de belendingen precies zijn afgebroken is niet bekend. Het huidige woningblok van architect Theo Bosch dateert uit de jaren 1979/80. De losse gevelsteen was ons bekend van een ongedateerde foto van het Openluchtmuseum in Arnhem en op een archiefkaart van de VVAG staat de notitie 'In 1952 naar Spanje verkocht'. Hiermee werd waarschijnlijk 'Port of Spain' bedoeld. Op 20 maart 2016 kregen wij namelijk bericht dat boven de entree van de ambtswoning van de Nederlandse ambassadeur van Trinidad, in de hoofdstad Port of Spain, een gevelsteen met een schelvis en het jaartal 1696 was ingemetseld. Enfin, om een lang verhaal kort te maken, na veel correspondentie met Buitenlandse Zaken, waar men ook wel begreep dat de Amsterdamse gevelsteen niet thuishoorde in Trinidad, arriveerde D' SCHLLEVIS op 28 februari 2017 per diplomatieke post in Nederland. Jan Hilbers heeft de steen wat opgeknapt en in augustus keerde D' SCHLLEVIS, met medewerking van Woonstichting Y-mere, weer terug in de Palmdwarsstraat.

Onno Boers
Met dank aan Hans Brandenburg voor het huisonderzoek
Foto: Frank Lucas

(Uit: Binnenstad 282/283, juli/augustus/september/oktober 2017)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.