Vooral de Keizersgracht onderging in dit opzicht een gedaanteverwisseling. Aangezien op deze
gracht de nieuwe riolering door de landhoofden van een aantal bruggen moest worden gelegd,
werd uiteraard het besluit tot reconstructie vereenvoudigd. Met de brug over de Keizersgracht bij de
Reestraat is voorlopig echter een einde gekomen aan deze vernieuwingsgolf. In een gesprek met de
opzichter van de afdeling Bruggen, de heer Otto Jaring, blijkt uit de talrijke reacties die hij de
afgelopen jaren heeft gekregen van omwonenden, dat de meeste mensen deze stenen boogbruggen een
verrijking van het stadsgezicht vinden. Behalve deze positieve reacties werd de oppositie tegen
deze vernieuwing c.q. reconstructie ook steeds groter.
Jaring: 'Steeds meer mensen gaan zich met de vernieuwing van zo'n brug bemoeien: nadat onze dienst
een ontwerp heeft gemaakt, moet het achtereenvolgens naar de Commissie voor de Oude Stad, een
adviescollege, en naar het buurtcomité ter beoordeling. Daarbij deed de roep om vlakke bruggen vlak te
laten de laatste jaren steeds meer opgang. Als gevolg hiervan bleef de brug over de Kromboomssloot, vóór de Korte
Keizersstraat, ook na vernieuwing vlak. De ijzeren balken die aan beide zijden zichtbaar zijn, hebben
slechts een versierende functie.'
Jaring die van elke nieuwe boogbrug een schilderij maakte, dat vervolgens als
reproduktie bij iedere nieuw te maken brug werd opgehangen, is momenteel bezig met een nieuwe boogbrug
over de Looiersgracht, langs de Prinsengracht. Bij het slopen van deze 18de-eeuwse
brug, welke in 1892 vlak werd gemaakt, trof men de resten aan van een driebogige brug, welke omstreeks
1746 door de eenbogige werd vervangen. Het archief bevatte een matenschets van een driebogige brug,
maar aangezien van zo'n brug geen afbeeldingen waren, tastte men voorheen volledig in het duister.
Bij de sloop werd een aantal archeologische vondsten gedaan. Behalve een oude pijp, zoals de
Amerikaanse indianen die vroeger kenden, werd de rest door Jan Baart afgedaan als 17de-eeuws
stadsafval. Hieronder bevindt zich een gedeelte van een kannetje uit 1589, met een fraaie
afbeelding van Josua en David.
Dit is de toestand zoals die werd aangetroffen na het verwijderen van het brugdek. A waren de bestaande landhoofden van de 18de-eeuwse brug, welke in 1892 vlak werd gemaakt. B waren de landhoofden van de driebogige brug, welke omstreeks 1746 werd vernieuwd. C zijn de funderingen van de middelste van de drie bogen (tekening Otto Jaring, 1982) | De brug zoals die er na de bouw zal uitzien (schilderij Otto Jaring, 1981) |
Ook deze brug nr. 103 wordt weer een stenen boogbrug als vóór 1892. Ondanks de fundamenten van de
drie bogen wordt dit, zoals gepland, een eenbogige brug. Jaring die al 32 jaar met bruggen bezig is,
verkiest zo'n boogbrug boven een vlakke. De verlichting van de bruggen gaat hem echter te ver. 'Dan
wordt het zo popperig!', zegt hij.
Aangezien Amsterdam zo'n 600 bruggen telt, die regelmatig onderhoud of soms vernieuwing nodig hebben,
lijkt Jaring nog jaren vooruit te kunnen. Stenen boogbruggen zullen echter uitzonderingen worden,
concludeert hij met spijt in zijn stem.
Jaap van der Veen
(Uit: De Lamp van Diogenes 77, december 1982)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.