Home van de VVAB
[Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad]

Aanvraag voor ligplaatsvergunning 'Amelie' aan de Amstel t/o 340

Zienswijze

Op deze plaats aan de Amstel moet het motorjacht Amelie liggen, op de plaats van het historische Westlander transportschip De Hoop.
In tegenstelling tot wat wij in bijgaande brief beweerden, ligt de Amelie thans aan het Prinseneiland.

Aan: De Directeur van de Dienst
Binnenwaterbeheer Amsterdam
Weesperstraat 77
1018 VN Amsterdam

Hij wou de Amstel in zijn stad weer zien
en roeiers in hun ranke skiffs gaan zien
en dobberende meeuwen en een fuut misschien
en golven die het flikkerend zonlicht weren.
Hij zou de Amstel in zijn stad weer zien
en vergat het acqua woonparkeren
van roeibank, rijnaak, plompvlot, M.S. Willemien
Drijfhuizen die geen wal kan keren
met muren, daken, schoorsteen, glaspui, onderkleren:
files verstard die stom je beeld versjteren.
Hij houdt de Amstel voortaan voor gezien.


Uit: Egbert Warries, 'Er moet minstens geturfd zijn' (Nagelaten verhalen en gedichten), 2000.

Betreft: Aanvraag voor ligplaatsvergunning 'Amelie' aan de Amstel t/o 340

Geachte mw. B.C.J. Visser-Rose,

De Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad maakt haar zienswijze kenbaar m.b.t. de aanvraag voor een ligplaatsvergunning voor het motorjacht ‘Amelie’ om een ligplaats in te nemen in de Amstel t/o huisnummer 340.
Het gaat om een gedoogd illegaal schip, een motorjacht van 16,6 m met een opbouw van 3,8 m, afkomstig van het KNSM-eiland. Het schip ligt aan het KNSM-eiland, naar wij hebben begrepen, op een, volgens uw dienst, ‘nautisch onaanvaardbare’ locatie. De nieuwe locatie, in de Amstel in de historische binnenstad, achten wij echter om andere zwaarwegender redenen ongeschikt. De vereniging acht het verlenen van een ligplaatsvergunning voor dit schip in de Amstel in strijd met de bedoelingen van het beschermd stadsgezicht, omdat dit motorjacht als niet passend in de historische omgeving kan worden beschouwd. De binnenstad is sinds 1999 een ‘beschermd stadsgezicht’ in de zin van de Monumentenwet. Bovendien beschouwen wij het water in de binnenstad in de allereerste plaats als openbare ruimte, in overeenstemming met de door de gemeenteraad vastgestelde uitgangspunten van het Waterplan Amsterdam. Het innemen van openbaar water door de statische woonfunctie is een privatisering van openbare ruimte. Zeker voor de Amstel geldt dat door de grote breedte van het water sprake is van een hoogwaardige stedelijke omgeving, van ‘waterpleinen’, waarmee zeer zorgvuldig dient te worden omgegaan. De Amstel is thans al door het jarenlange wanbeleid van de gemeente Amsterdam ernstig dichtgeslibd. In andere riviersteden worden de rivieroevers ingericht met wandelboulevards langs het water met uitzicht op het water, tot genot van de bewoners en de bezoekers van deze steden. Denk bijvoorbeeld aan Parijs, waar het langs de oevers van de Seine goed toeven is. In Amsterdam is de rivier, waaraan de stad haar bestaan en haar naam heeft te danken, op veel plaatsen niet eens te zien, door een ongekende rommel op en langs het water. Met het water in de binnenstad, een karakteristiek en gezichtsbepalend onderdeel van het ‘beschermd stadsgezicht’, dient dus veel zorgvuldiger te worden omgegaan. Opnieuw geeft de Dienst Binnenwaterbeheer zichzelf een brevet van onvermogen door een lelijk illegaal schip te verplaatsen naar een toplocatie in de historische binnenstad. Is de Amstel het vuilnisvat van Amsterdam?

Het uitzicht op de Magere Brug vanaf de Amsteloever.

Kijken we naar de thans geldende regels – die overigens nodig aan herziening toe zijn – dan kunnen we constateren dat dit woonschip te groot is. Zo mag een woonschip niet hoger zijn dan 2,5 m. Dit schip is maar liefs 3,8 m hoog. De schade die te hoge woonschepen voor het stadsbeeld teweeg brengen, wordt duidelijk geïllustreerd door een woonschip bij de Magere Brug. Je moet je tegenwoordig in bochten wringen om nog een mooie foto te kunnen maken van Amsterdams beroemdste brug. Verder vragen wij ons af of de Welstandscommissie en/of de Commissie van Historische Schepen in de gelegenheid zijn gesteld een advies te geven en zo nee, waarom de in de notitie van 19 maart 2003 door het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel Centrum gedane toezegging dat voortaan alle nieuwe schepen een welstandstoets krijgen, niet is uitgevoerd.
Tenslotte is de vereniging van mening dat, zolang de beleidsnota ‘Visie op het water van de binnenstad’ niet door de deelraad Amsterdam-Centrum is vastgesteld en de ligplaatsen nog niet zijn opgenomen in de bestemmingsplannen (dat wil zeggen er nog geen facet- bestemmingsplan water is), uitbreiding van het wonen op het water geen juridische basis heeft. Zolang er nog geen integrale afweging van belangen heeft plaatsgevonden, kan van deze uitbreiding dus geen sprake zijn.
Wij behouden ons het recht voor in een later stadium met aanvullende argumenten te komen. De tijd is thans te kort om juridisch advies in te winnen. Het is overigens pijnlijk te moeten constateren dat de Dienst Binnenwaterbeheer er wederom voor kiest een procedure te beginnen in (aan het begin van) een vakantieperiode, zodat veel bewoners niet de mogelijkheid hebben procedures te voeren tegen opnieuw een aantasting van hun woonomgeving.

Namens de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad,

Hoogachtend,

Walther Schoonenberg
voorzitter
Simon Blijleven
penningmeester

Amsterdam, 14 juni 2003


Copyright © VVAB. Teksten en afbeeldingen mogen worden overgenomen op voorwaarde van bronvermelding met link, voor zover geen andere bron wordt vermeld.
 
Home van de VVAB