[Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad]

Keizersgracht t/o 63

Zienswijze

Aan: Dagelijks Bestuur stadsdeel Amsterdam-Centrum
p/a dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam
Weesperstraat 77
1018 VN Amsterdam

Vergunning: no. 3425 BBA 2002
Betreft: Het verlenen van een vervangingsvergunning voor woonboot t/o Keizersgracht 63

Geacht college,

De Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad maakt, als belanghebbende gezien haar statuten, haar zienswijze kenbaar m.b.t. het verlenen van een vervangingsvergunning no. 3425 BBA 2002 voor een woonboot t/o Keizersgracht 63 te Amsterdam, gepubliceerd in de Echo en het Amsterdams Stadsblad van 18 december 2002.

De openbare ruimte, waaronder begrepen het water, zoals vermeld op de plankaarten en in de voorschriften van het bestemmingsplan, dient de functie openbare ruimte te behouden. Een vergunning voor de vervanging van een woonboot wordt slechts verleend, indien ter plaatse voldoende ruimte beschikbaar is voor de vervangende woonboot (zie art.3 lid 1 van de vervangingsrichtlijnen 1996 Gemeenteblad afdeling 3 volgnummer 35, 12 juni 1996). De betreffende vergunning behelst het vervangen van de bestaande woonboot oppervlakte 14,00 x 4,30 m2 voor een nieuwe woonboot met een oppervlakte 21,00 x 4,30 m2. Dientengevolge zal ± 30 m2 van de openbare ruimte, het water, worden geprivatiseerd. De vereniging acht dit in tegenspraak met het vastgestelde bestemmingsplan en de achterliggende beleidsstukken.
Bovendien is de vereniging van mening dat zolang er geen facetbestemmingsplan water is, dan wel de bestemming wonen op het water is opgenomen in het bestaande bestemmingsplan, geen integrale afweging van belangen heeft plaatsgevonden en dus een dergelijke uitbreiding geen wettelijke basis heeft. Met het water in de binnenstad, een karakteristiek en gezichtsbepalend onderdeel van het beschermd stadsgezicht, moet zorgvuldiger worden omgegaan.

Toelichting op onze zienswijze
Burgemeester en Wethouders van Amsterdam voorziet bij besluit van 17 maart 1999, nr. 90 vastgestelde Beleidsregels uit het Evaluatierapport van de Nota Amsterdam te water, Gemeenteblad 1999 afd. 3 volgnummer 57 onder punt 3 en 4 zeer duidelijk het vervangen van een woonboot van grenzen:

3. Een aanvraag voor vervanging of verbouwing van een woonboot kan alleen positief worden bejegend, indien de betrokken ligplaats voldoende ruimte biedt.

Met andere woorden: het vigerende bestemmingsplan voorziet niet in de voorgestane uitbreiding van de ligplaats.

4. Er wordt geen vergunning verleend voor het vervangen van twee woonboten door een grotere. Ook mag een woonboot niet worden gesplitst in twee aparte woonboten.

Het lijkt ons evident dat hieruit moge blijken dat ook voor één woonboot geen vervangingsvergunning kan worden verleend voor een grotere.
Een in het verleden aangevoerd argument dat indien op de plankaart geen maten zijn aangeven voor de plaats en afmeting van de bestemming "waterweg / gracht" en daarmede de limitering van vervangende woonboten niet aan de orde zou zijn, verwijzen wij u met extra aandacht naar art. 2 "Wijze van meten" lid 2.5 van de voorschriften in het bestemmingsplan Westelijke Grachtengordel 2000 t.w.:

2.5 De begrenzing van bestemmingen, voorzover niet op de plankaart in maten vastgelegd, wordt vastgesteld door middel van meting op de plankaart met een nauwkeurigheidsgraad van 1 meter.

Ter adstructie brengen wij u nog een aantal uitspraken van de zijde van de samenstellers in de procedure bij het tot stand komen van het betreffende bestemmingsplan onder uw aandacht. Het ontwerp-bestemmingsplan Westelijke Grachtengordel 2000 werd op de inspraakavond van 25 januari 2000 door de toenmalige Dienst Binnenstad Amsterdam nader toegelicht. Van deze inspraakavond is een verslag gemaakt met onderstaande voor deze zienswijze relevante tekst:
Het bestemmingsplan geeft voor de bestemming water aan waar steigers en woonboten liggen. Dit alles in afwachting van het door de dienst Binnenwaterbeheer op te stellen plan voor het water. Dit plan zal vertaald worden in een facetbestemmingsplan dat zal gelden voor het water in alle vernieuwde en nog te vernieuwen bestemmingsplannen in de binnenstad.

Vraag 34: Zijn alleen de huidige steigers en woonboten ingetekend of is ook een voorschot genomen enz.
Antwoord 34: Er is geen voorschot genomen…, alleen de huidige situatie is op de plankaart ingetekend.
Vraag 38: Het facetbestemmingsplan voor het water zal niet in werking treden voordat het nieuwe bestemmingsplan Westelijke Grachtengordel in werking treedt. Daardoor ontstaat er een vacuüm en is er geen bescherming enz.
Antwoord 38: Wat de bescherming tussendoor: alleen de huidige situatie is op papier gezet. In de tussentijd vindt er geen uitbreiding plaats enz.


Aangezien er nog geen sprake is van een facetbestemmingsplan water en er dus nog geen integrale afweging van belangen heeft plaatsgevonden, geldt het hierboven genoemde 'vacuüm' waarin geen sprake is van bescherming. De uitbreiding die thans aan de orde is, heeft ons inziens daarom geen wettelijke basis.
De vereniging vindt dat zorgvuldig moet worden omgegaan met de belangrijke cultuurhistorische waarde van de Amsterdamse binnenstad, sinds 1999 een beschermd stadsgezicht in de zin van de Monumentenwet. Het wonen op het water kan niet onbeperkt worden uitgebreid, zonder schade toe te brengen aan het beschermd stadsgezicht. Deze problematiek moet niet vanuit het gezichtspunt van de volkshuisvesting worden benaderd, maar vanuit het gezichtspunt van de stedenbouw. Zo bezien betekenen de woonbootvervangingen, die regelmatig aan de orde zijn, een verdere privatisering van de openbare ruimte, door het maximaal benutten van de ons inziens te ruime toelaatbare omvang. De bewoners van de grachtenhuizen, om wier uitzicht het gaat, wordt bovendien niets gevraagd. De kennisgeving is gepubliceerd in de Echo en het Amsterdams Stadsblad van 18 december 2002. Een zienswijze kan worden ingediend van woensdag 18 december 2002 t/m vrijdag 3 januari 2003 Gezien de bladen op z'n vroegst in de avond c.q. de volgende dag worden bezorgd, blijken in deze periode slechts zes werkdagen beschikbaar te zijn voor een beoordeling van de ter inzage gelegde stukken. Voorts verloopt voor velen de vakantieperiode van zaterdag 21 december 2002 t/m zondag 5 januari 2003. Wij hebben geconstateerd dat zowel het informatiecentrum van het stadhuis als Binnenwaterbeheer, waar de ter inzage gelegde stukken ingezien kunnen worden, in deze periode gesloten waren. Het is pijnlijk te moeten constateren dat de zorgvuldigheid van de Dienst Binnenwaterbeheer om burgers in de gelegenheid te stellen de stukken in te zien te wensen overlaat.

Namens de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad

Hoogachtend,

Walther Schoonenberg, voorzitter
Simon Blijleven, penningmeester

Amsterdam, 3 januari 2003