[Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad]

Keizerrijk

Brief

Aan het Dagelijks Bestuur van het
stadsdeel Amsterdam-Centrum
Postbus 202
1000 AE Amsterdam

Eén van de twee illegaal geplaatste hekken (overdag staan de hekken meestal open).

Betreft: BWT 30-02-0140, gedoogbeschikking d.d. 7-8-2002, Spuistraat 189/Keizerrijk

Geacht bestuur,

Tegen uw bovenvermelde gedoogbeschikking zullen wij geen bezwaar maken. Wij gaan er van uit dat uwerzijds de gestelde regels zullen worden gehandhaafd. Toch willen wij naar aanleiding van uw beschikking graag een tweetal opmerkingen maken.

Het nu genomen besluit biedt natuurlijk geen structurele oplossing voor het gesignaleerde probleem, dat onzerzijds overigens wordt erkend. Wanneer u bij verplaatsing van de overlast weer op dezelfde wijze optreedt ontstaat op steeds grotere schaal een situatie die in strijd is met uw eigen beleid en die wij - dat behoeft geen betoog - evenmin wenselijk vinden. Er moet met andere woorden wel wat meer gebeuren dan het afgeven van een gedoogbeschikking.

In de tweede plaats houden wij een groot gevoel van onvrede over de gevolgde procedure. Een onderdeel van een bouwaanvrage wordt, wanneer daartegen bezwaar wordt gemaakt, uit de aanvrage gelicht. Kennelijk niet met de bedoeling om het teruggetrokken deel niet te realiseren, maar om het clandestien uit te voeren. De clandestiene uitvoering wordt vervolgens keurig afgedekt met een gedoogbeschikking. Hoewel wij begrip hebben voor uw overwegingen aangaande de vraag 'wel of niet afsluiten' blijft het voor ons twijfelachtig of in een situatie, waarin de verdenking van kwade trouw toch wel heel sterk is, bestuurlijk ruimte bestaat voor een gedoogbeschikking. Op zijn minst had aan dit punt in de beschikking aandacht moeten worden besteed.

Hoogachtend,
namens de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad,

Walther Schoonenberg, voorzitter.
Geurt Brinkgreve, secretaris.

Amsterdam, 17 september 2002

[Eerdere brief]
[Eerdere zienswijze]