Leidsegracht 12

Leidsegracht 12
Het archief van het Bureau Monumentenzorg bevat van dit pand dikke dossiers en diverse tekeningen. Het huis dateert uit het derde kwart van de 17de eeuw. Het heeft een pilastergevel die net als zijn buren werd bekroond dooreen gevelhals (de nrs. 16 en 18 werden in hun geheel herbouwd, maar hadden vóór 1884 ook halsgevels). 'Ons' huis verloor in de 19de eeuw alleen zijn top, die waarschijnlijk bouwvallig was geworden. Deze werd vervangen door een punttop met recht- en driehoekige spaarvelden en is 'te lood' gemetseld op het 'op vlucht' gebouwde 17de-eeuwse gedeelte.

Tekening nr. 2131 (thans Centrale Tekeningenarchief P.W. nr.42356) illustreert een eerste reconstructievoorstel van de oorspronkelijke top in opdracht van de toenmaligeeigenaarin1964. De tekeningen werden toen nog niet gesigneerd, maar wij weten nog dat deze werd vervaardigd door architect W(alter) Kramer, toen nog werkzaam bij het bureau, later bij de rijksdienst als rayonhoofd Noord-West en inmiddels zelfstandig restauratie-architect (o.m. bekend door zijn initiatief voor de Monumentenwacht). Hij wist desgevraagd nog exact dat hij deze tekening maakte aan de hand van een oude archieffoto. Het steenhouwerswerk van klauwstukken, siervazen, 'cartouches' rond beide 'oeils-de-boeuf', ionische kapitelen en fronton werd slechts begroot op circa ƒ 16.000. Het plan was door rijk en gemeente gefiatteerd, maar het is er niet van gekomen. Later is een uit 1978 daterend verbouwingsplan gedeeltelijk uitgevoerd, maar de gevel bleef zoals hij was.
Nadat het pand was gekraakt en ten slotte verkocht aan de Stichting Studenten Huisvesting van de Vrije Universiteit, werd er een nieuw restauratieplan ontwikkeld. Dit omvatte opnieuw een reconstructievoorstel voor de top, deze keer met een bestaande gevelhals die op de werf van het bureau ligt opgeslagen. De uitgezochte was afkomstig uit deZwanenburgerstraat nr. 4, waar hij moest wijken voor de bouw van het stadhuis-muziektheater.

De opgemeten top afkomstig van het gesloopte pand Zwanenburgerstraat 4 De oude geveltop past precies op Leidsegracht 12

Het betreft een op één trap verhoogde gevelhals, die hier goed zou hebben gepast en met zijn bloem- en fruitslingers en guirlande rond de hijsbalk alsmede twee ovale 'cartouches' voor beide 'oeils-de-boeuf' de halsgevelrij langs de Leidsegracht weerfraai zou hebben gecompleteerd.
Op tekening nr. 5661 paste N. Andriessen deze top op de gevel van Leidsegracht 12, in vier varianten, afhankelijk van een al dan niet reconstrueren van een fries met kroonlijst boven op de nog aanwezige vier pilasters en de aansluiting bij de bestaande nokhoogte.
Realisatie strandde deze keer op het onthouden van de goedkeuring door het rijk. In de ministeriële brief van februari 1988 wordt als reden opgegeven dat 'de gevel in de huidige toestand duidelijk de bouwkundig- historische ontwikkeling van het pand weergeeft. Met name geldt dit voor de 19de-eeuwse top die -met zijn indeling met spaarvelden - bewust sober van architectuur is gehouden en van belang is als 19de-eeuwse interpretatie van een 17de-eeuwse top'.
Dat bouwhistorische geweten van de rijks-collega's spreekt mij op zichzelf zeker aan en de bestaande top heeft tenminste de verdienste zich weinig opvallend in te passen, op eigentijdse wijze, zonder de architectuur- pretenties, waar veel 19de-eeuwse invullingen bol van staan (zie in deze rij de nrs. 16 en 18).
De historische waarde als document en 19de-eeuwse bouwfase is echter ook fotografisch, eventueel - -grammetisch, vast te leggen. En de geschiedenis zou opnieuw kunnen worden doorgetrokken met het vervangen van de huidige top van betrekkelijke door één van grote kunsthistorische waarde, hetzij uit anno 1989, of wel uit de tijd van de rest van de gevel, indien uit voorraad leverbaar.
Hier was een zeldzame gelegenheid om een fraaie gevelhals met ornamenten, al opgenomen in de 'Voorlopige monumentenlijst' uit 1928, die nooit meerop de oorspronkelijke plaats kan terugkeren, te herplaatsen op een heel gunstig punt, weer voor ieder, Amsterdammers en alle andere liefhebbers, ter streling van oog én historisch besef.
Want wat is de zin van de, bij onverhoopte sloop van een monument, door het rijk terecht steeds gestelde voorwaarde, dat de afkomende kunsthistorisch belangrijke ornamenten ter beschikking worden gesteld? 'Tijdelijke opslag' op de werf van Monumentenzorg wordt permanent en doelloos, als de mogelijkheid tot herplaatsing wordt afgesneden. De kunsthistorische objecten én wetenschapsbeoefening verdienen beter. In dit opzicht is het een gemiste kans.
Wél mocht worden uitgevoerd de op beide tekeningen voorgestelde vervanging van het in de 19e eeuw teruggelegde ingangsportiek door een weer in het gevelvlak passende deur. Ook de recent gesloopte stoep wordt (is) weer gereconstrueerd.
Als consequentie van het nu handhaven van de 19de-eeuwse top is ook de bestaande 19de-eeuwse vensterindeling op de verdiepingen niet vervangen door een roedenverdeling die zou aansluiten op de 18de-eeuwse situatie op de bel-etage, zoals op de tekening nog werd voorgesteld.

Huib Rowaan

(Uit: Binnenstad 113, febr. 1989)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.