Ternauwernood kregen enkele voor de stad onmisbare bedrijven toestemming zo'n verderfelijke voorziening voor hun klanten tot stand te brengen. De parkeergarage van Krasnapolsky is vrijwel onzichtbaar: inrit in de Sint Jansstraat en uitrit op de Oudezijds Voorburgwal. Wat De Bijenkorf bouwde is al een stuk erger: de wand van glasblokken in de Warmoesstraat past wél bij de belendende gevangenisachtige hoge witte muur van het warenhuis, maar past bepaald niet bij de binnenstad.
Nu is het roer om. Aan de Prins Hendrikkade tegenover de
westzijde van het Centraal Station gaapt een diepe
bouwput, waarin straks 500 auto's onderduiken, en in
plannen voor nieuwe bedrijfsgebouwen in de binnenstad
- en dat zijn er nogal wat - worden inpandige
parkeervoorzieningen opgenomen. Het mag niet alleen,
het moét nu. Een krantebericht begin november meldt dat
zelfs het jarenlang van uiteenlopende zijden bepleite idee
om onder het Museumplein een flinke parkeergelegenheid
te bouwen - de enige plek waar dat kan zonder huizen of
bomen in gevaar te brengen - nu door wethouder Van der
Vlis wordt opgepakt: beter laat dan nooit.
Dat onze vereniging nu niet bepaald deel uitmaakt van de
autolobby is geen geheim. De hoeveelheid rijdende en op
straat geparkeerde auto's moet hoe dan ook worden
verminderd. En wanneer een aantal zorgvuldig
gesitueerde parkeergebouwen, bovengronds,
ondergronds of onder het water, daartoe een effectieve
bijdrage kunnen leveren, vooruit, dan moet het maar. Er
bestaan echter grenzen, er zijn plekken waar dat niet kan,
en daartoe behoren in de eerste plaats de keurblokken in
de grachtengordel die volgens het vroeg-17de-eeuwse
voorschrift moeten worden aangelegd en onderhouden
als tuinen.
Verbazing hoeft het niet te wekken dat die groene ruimten
met begerige ogen worden bekeken. Voor de
rekenmeesters is het onrendabel grondoppervlak, en elke
eigen parkeerplaats is véél geld waard. Wie zich een
beeld wil vormen van de strijd die, in aanval en
verdediging, wordt gevoerd om de keurblokken tegen
verdere aantasting te beschermen, moet het in 1979
verschenen boek van Vera Amende en Addy Stoel 'Wat
gebeurt er met de keurblokken' ter hand nemen, waarin
blok voor blok de situatie tot dat jaar wordt beschreven.
De eerste bijlage bevat een motie die in de bewogen
zitting van de Gemeenteraad op 8 juli 1964 met enkele
stemmen meerderheid werd aangenomen. Den Uyl, toen
wethouder voor Publieke Werken en Economische Zaken,
wilde de bevoegdheid krijgen om vrijstelling te kunnen
geven van de groen-beschermende bepalingen in de
Bouwverordening. Directeuren van aan de Heren- en
Keizersgracht gevestigde bedrijven stonden te dringen
om een toestemming hun auto's in de tuinen te mogen
parkeren, en Den Uyl was daar zeer gevoelig voor. De
gemeenteraad zette hem echter de voet dwars; de
gevraagde vrijstellingsbevoegdheid werd niet verleend.
Dat betekende dat toezeggingen in die richting niet
konden worden waargemaakt, en ook dat allerlei
stilzwijgend gedoogde inbreuken op de keurblokken in
feite illegaal waren en vroeg of later ongedaan moesten
worden gemaakt.
Sindsdien is de betekenis van de bomen en tuinruimten
voor het 'klimaat' van de binnenstad alleen maar
duidelijker geworden. De behoefte aan stilte van een
toenemend aantal bewoners in de grachtengordels en
een groeiend milieubesef dragen daartoe bij. Aan
intentieverklaringen van het gemeentebestuur om de
keurblokken goed te beschermen ontbreekt het niet. Maar
de druk van projectontwikkelaars om ten eigen bate
gaatjes in die bescherming te prikken blijft aanhouden,
Dan komt telkens het dreigement om de hoek: als we
onze zin niet krijgen, dan gaan onze belangrijke bedrijven
weg uit Amsterdam, of dan gaat ons bouw- of
restauratieplan niet door. In zo'n situatie worden
economische belangen afgewogen tegen culturele en
milieubelangen, en dan is het lang niet zeker naar welke
kant de weegschaal doorslaat.
Een recent voorbeeld geeft het bouwplan van Larmag b.v.
aan de Nieuwe Spiegelstraat. Wie nu langs de
Spiegelgracht en door de Spiegelstraat loopt en de
duizend-en-een-nacht-schatten van de antiquairs heeft
bekeken, stopt op de brug over de Keizersgracht. In het
vervolgstraatje is niets meer te beleven. Dat gedeelte van
de Nieuwe Spiegelstraat wordt geflankeerd door saaie
kantoorgebouwen. Het voorstel om de beide hoekpanden
aan de Keizers- en Herengracht aan de oostzijde te
verbinden door een nieuwe tussenbebouwing met antiek-
winkels, belooft een verbetering. Uit het ontwerp dat op
een informatie-avond op 8 november aan omwonenden
werd getoond, bleek dat die verbetering behalve een
functionele ook een architectonische vooruitgang zou
kunnen inhouden.
De angel zat verstopt in een tweede, met het eerste
samenhangende project, namelijk om achter die
nieuwbouw een acht meter diepe ondergrondse
parkeergarage te bouwen. Als argument werd
aangevoerd dat op die plek al een - gedoogde -
parkeergelegenheid bestaat, met in- en uitrit aan de
Keizersgracht en de Nieuwe Spiegelstraat. Het zou dus,
volgens de projectontwikkelaar, een gunstige ontwikkeling
zijn als die auto's uit het zicht konden verdwijnen, en
boven de parkeergarage een dikke laag aarde een mooie
tuin zou worden aangelegd. Wat de wettelijke aspecten
betreft bestaat voor het bouwplan geen belemmering, het
beantwoordt wat bestemming en volume betreft aan de
voor dit gebied geldende 'Leefmilieuverordening
Rembrandtplein e.o.'. Voor de parkeergarage ligt de zaak
iets moeilijker: de oude keurblokkenverordening en de
leefmilieuverordening verbieden weliswaar het parkeren
binnen het keurblok, maar dat heeft betrekking op wat
bovengronds gebeurt. Voor een ondergrondse
parkeergelegenheid mogen Burgemeester en Wethouders
een vergunning geven.
De bezwaren die de aanwezigen op de informatie-avond
naar voren brachten, waren van drieërlei aard. Ten eerste
gold het de bouwkundige risico's. Er bestaat een
evenwicht tussen de grondwaterstand, de oude
paalfunderingen en de gemetselde kelders. Door de
bemaling van een diepe bouwput op korte afstand van de
oude huizen wordt dat evenwicht verstoord met het gevolg
dat paalkoppen en kespen kunnen gaan rotten en dat
kelders lek raken. Het juridisch sluitende bewijs dat
verzakkingen en grondwateroverlast een rechtstreeks
gevolg zijn van een nabije dieptebemaling, is moeilijk te
leveren, maar het is wel een feit dat in de naaste
omgeving van de even diepe parkeerkelder van de ABN
in de Vijzelstraat heel wat schade is ontstaan. De
geruststellende bewering op de informatie-avond dat door
een nieuw damwandensysteem zoiets kan worden
voorkomen, wekte weinig vertrouwen.
Het tweede bezwaar betrof de verkeersoverlast. De
antiquairsroute Spiegelgracht-Spiegelstraat moet het
hebben van de voetgangers. Door herbestrating en
eenrichtingsverkeer probeert de gemeente daar meer
fietsers en minder auto's doorheen te voeren. Een
parkeergelegenheid voor 120 auto's aan het eind van die
route zou een nieuwe autostroom aanzuigen. De
toezegging dat die ruimte niet voor woon-werkverkeer,
maar voor bezoekers en mede voor omwonenden
bestemd zou worden, werd even weinig reëel gevonden
als de nieuwe damwand. Doorslaggevend vond men dat
de nu door de gemeente gepropageerde parkeergarage
onder het Museumplein een dergelijke voorziening in de
Nieuwe Spiegelstraat overbodig maakt. Een wandeling,
onder het Rijksmuseum door, langs de antiquairsroute
duurt een minuut of zeven als men niet in de etalages
kijkt. Het is pure onzin dat kantoren aan de Nieuwe
Spiegelstraat daardoor 'onbereikbaar' zouden zijn.
Het derde bezwaar was van principiële aard. Wanneer het
de gemeente ernst is met de instandhouding van deze
kostbare groene 'longen' in de binnenstad, dan moet het
uit zijn met het gedogen en verder toelaten van
aantastingen daarvan. Al zouden de auto's onder de
grond staan, dan komen toch de afvalgassen boven de
grond, en verstoren daar de atmosfeer en de stilte. Elke
concessie in die richting opent de deur voor de volgende.
Neen hoort eigenlijk een definitief neen te zijn!
De ambtenaar van de Dienst Ruimtelijke Ordening die als
voorzitter optrad, moet nu rapport uitbrengen aan
Burgemeester en Wethouders, ter voorbereiding van hun
besluit over het al dan niet verlenen van de vergunning.
Hij kan in ieder geval melden dat, mocht het
gemeentebestuur besluiten tot verlening, niet alleen tal
van omwonenden, maar ook onze vereniging daartegen
in beroep zal gaan, eerst bij de Gemeenteraad, dan bij
Gedeputeerde Staten en ten slotte bij de Raad van State.
Er zijn al hoopgevende precedenten dat
beroepsprocedures tegen parkeerplannen in de
keurblokken met succes werden bekroond.
Geurt Brinkgreve
(Uit: Binnenstad 118, dec. 1989)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.