Het gemeentebestuur volgt hiermee het advies van de externe commissie van deskundigen die in juni
door Burgemeester en Wethouders was benoemd, bestaande uit Huub Jacobse, voorzitter, Jenny
Bierenbroodspot-Rudolph, Geurt Brinkgreve, Sander Kneppers en Ernst Veen. De commissie
bracht op 3 juli haar eerste advies uit. De vraag, of een tijdelijk gebruik door de kandidaat-huurder die
daarvoor door het Grondbedrijf was geselecteerd, Czar Media Productions, mogelijk of wenselijk zou
zijn, werd met een nadrukkelijk "nee" beantwoord. In tegenstelling tot de procedure die was gevolgd
met de failliet gegane stichting Centrum de Waag stelde de commissie dat niet het gebouw aangepast
zou moeten worden aan de wensen van een toekomstige gebruiker, maar dat de huurder zich dient te
voegen naar de mogelijkheden van het gebouw. Om uit de verschillende kandidaten de beste te kunnen
kiezen, moest éérst vaststaan wat die mogelijkheden zijn, zowel wat de bestemming van de verschillende
ruimten betreft, als wat de technische voorzieningen van luchtbehandeling, sanitair, brandveiligheid en
dergelijke aangaat. Dat betekent, voorafgaand aan de keuze, herstel van de schade die door langdurige
leegstand en door onoordeelkundige ingrepen was ontstaan, welk herstel onder leiding van een ervaren
restauratiearchitect moet plaatsvinden. Op verzoek van het Grondbedrijf noemde de commissie vier
architectenbureaus, aan wie volgens haar mening deze verantwoordelijke taak kon worden
toevertrouwd: Kramer, Prins, Rappange en Van Stigt. Uit deze vier koos het gemeentebestuur Walter
Kramer. De gemeente is immers eigenares en opdrachtgeefster.
Zodra het werk in gang is, staat de commissie voor haar tweede taak: advies uitbrengen over de
instelling die eind volgend jaar de Waag mag huren. Bij de selectieprocedure moeten criteria worden
gehanteerd. Dat gebeurde ook al in 1987, toen de ambtelijke projectgroep Nieuwmarkt een brochure
verspreidde getiteld "Wat doen we met de Waag?". Daarin staat als eerste voorwaarde dat de huurder
een sluitende exploitatie moet hebben, dus niet afhankelijk mag zijn van gemeentesubsidie. De
tweede is openbaarheid. "Het gebouw is een uniek Amsterdams monument. De voorkeur gaat uit naar
een bestemming die een ruime mate van openbare toegankelijkheid waarborgt". Als derde voorwaarde
werd genoemd dat de nieuwe bestemming een bijdrage zou moeten leveren aan de herleving van de
Zeedijk en de Nieuwmarktbuurt. Dan volgt het vierde punt: "Aanpassingen van het gebouw aan het
beoogde gebruik zullen niet strijdig mogen zijn met het historische karakter van het gebouw". Ten slotte:
er moet één huurder komen die beheersverantwoordelijkheid draagt.
Achteraf gezien is de hele Waag-historie sinds 1987 te herleiden tot het feit dat de gemeente haar eigen voorwaarden niet strak genoeg heeft gehandhaafd. Het ongelukkige plan-Starck was op vele punten in strijd met de monumentale waarden, de mislukte Stichting Centrum de Waag zou géén bijdrage leveren tot de herleving van de buurt, en alleen openbaar zijn in een pompeus "Grand Café" op de parterre. Dat alles heeft aanzienlijke schade aan het gebouw en verspilling van subsidiegeld veroorzaakt. Monumentale gebouwen die een grote historische en architectonische waarde hebben, moeten nu eenmaal op een andere manier bekeken, berekend en gebruikt worden dan een willekeurig bedrijfsgebouw. Nu zich een wending ten goede aftekent, kunnen de dossiers uit '87 tot '92 in het archief geborgen worden totdat er misschien een student architectuurgeschiedenis een scriptie over wil schrijven. Wij zullen onze lezers op de hoogte houden van wat er nu verder met en in de Waag gaat gebeuren.
Geurt Brinkgreve
(Uit: Binnenstad 137, dec. 1992)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.