Nieuwezijds Kolk |
Nieuwezijds Voorburgwal |
Heemschut schreef over het bouwplan aan Burgemeester en Wethouders: "De articulatie, proportionering en dimensionering van de bouwmassa, zowel architectonisch als stedebouwkundig beschouwd, is naar ons oordeel zodanig dat dit welstandshalve tot een negatieve beoordeling had moeten leiden". Het Wijkcentrum d'Oude Stadt: "het gebouw detoneert op gewelddadige wijze in de omgeving met wanden van gifgroen glas en een hoogte die nabij gelegen panden, zoals het historische Korenmetershuisje, volledig achteruit zetten". Uit de brief van onze vereniging: "De bouwmassa, anderhalf tot tweemaal zo hoog als de belendende monumenten aan de noordzijde van de Nieuwezijds Kolk, zal met haar schuine overbouwing de ruimtelijke werking van de Nieuwezijds Kolk te niet doen en het sierlijke Korenmetershuisje tot de proporties van een hondehok degraderen... De volstrekt willekeurige indeling der gevelvlakken in verticale en horizontale banen mist elke eigen zeggingskracht, en kan slechts worden verstaan als een - helaas geslaagde - poging de omgeving te bruskeren".
Deze bezwaren, "zienswijzen" in de tegenwoordige terminologie, werden nog eens samengevat door de
woordvoerder van onze vereniging voor de hoorcommissie bouwplannen op 28 oktober. Hij wees
erop dat het bouwplan punt voor punt in strijd is met de toetsingscriteria die door de
Schoonheidscommissie zelf zijn genoemd in de Nota "De Schoonheid van Amsterdam". Bij het bouwen in de
binnenstad moet volgens die nota het ritme van de gevelwanden niet worden verstoord, de beeldkwaliteit
van het nieuwe moet zwaarder wegen dan de wensen van de opdrachtgever, er moeten geen grote
ongedeelde glasoppervlakten en geen kunststof in de gevels worden toegepast, maar bij voorkeur
baksteen in aardkleuren.
Dat er weinig kans bestond om de bouw van dit groen-glazige gedrocht te stoppen of zelfs te
vertragen, was bij voorbaat duidelijk. Het omstreden plan is functioneel een onderdeel van het grote project,
waarvoor de gemeente, het "onaanvaardbaar" van monumentenzorg terzijde schuivend, verder al de
nodige vergunningen heeft verleend. Dat project is in uitvoering, het is zoiets als een op volle kracht
varende mammoet-tanker. Scherpe koerswijzigingen zijn uitgesloten. De opdrachtgever heeft maar één
belang: snel afmaken, goed verkopen en wegwezen. Heeft zo'n hoorzitting dan nog wel zin?
Terwille van de standpuntbepaling: ja. Men zou zich kunnen voorstellen dat namens de
Schoonheidscommissie werd erkend: inderdaad, het klopt niet met de gestelde criteria, het is ons door de vingers
geglipt. En namens de gemeente: er moest eindelijk iets gebeuren op dat braakliggende terrein, dit was
de enige mogelijkheid, jammer dat het zo lelijk wordt, ook wij betreuren de aantasting van de
historische schaal en structuur, een volgende keer zullen wij beter opletten.
Niets daarvan. De man van de Schoonheidscommissie hield een wattig verhaal dat de commissie het
plan zéér zorgvuldig had bekeken en tot de conclusie was gekomen dat het juist heel goed zou passen
in de omgeving, en de mannen van de gemeente wezen op het feit dat het bouwplan in
overeenstemming is met het (hiervoor pasklaar gemaakte) bestemmingsplan, dus geen vuiltje aan de lucht. Het
Korenmetershuisje zou in de vernieuwde situatie juist een karakteristiek accent vormen. De
toetsingscriteria van de nota "De schoonheid van Amsterdam"? Doe nota is gedateerd februari '93 en toen
was het ontwerp al gereed, die criteria golden daarom nog niet, toen het plan werd beoordeeld!
Met dat soort van erbarmelijke prietpraat worden de verminkingen van de binnenstad omlijst. Je kunt
warm net zo goed koud noemen als je zelf alleen maar lauwheid voelt.
Geurt Brinkgreve
(Uit: Binnenstad 149, dec. 1994.)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.