Het belangrijkste plein van Nederland staat vol met palen, borden, kastjes en ander straatmeubilair, het één nog lelijker dan het ander. Alles wordt nu van het plein verwijderd en wat er voor terugkomt, zal volgens de gemeente aan hoge kwaliteitseisen voldoen. Er komt meer eenheid in materiaalgebruik. Zo zal het asfalt vóór het Paleis plaatsmaken voor de bekende Dam-keitjes. Overbodig straatmeubilair verdwijnt en het nieuwe meubilair zal "duurzaam en mooi" zijn en zoveel mogelijk aan de randen worden geplaatst. Op het hele plein komen antieke lantaarnpalen: 10 masten met drie en 11 stuks met één lantaarn. De monumentale lantaarnpalen van het Paleis blijven staan. Het lijkt erop dat na het Spui opnieuw een belangrijk stuk openbare ruimte smaakvol wordt ingericht.
Foto 1: Oud-Berlijnse lantaarnpaal op de Dam |
De antieke lantaarns vormen het opvallendste deel
van het plan. Het betreft hier gekopieerde oud-Berlijnse lantaarnpalen,
waarvan er één inmiddels op de Dam is geplaatst
(zie foto 1). Ze lijken een beetje op de Art Nouveau booglampen
die in 1904 op het Stationsplein zijn geplaatst. (*1) De Berlijnse
lantaarnpalen komen gewoon uit een catalogus, waardoor ze aanzienlijk
minder geld kosten dan de speciaal ontworpen eigentijdse masten
op het Damrak/Rokin en de Nieuwmarkt. Toch zullen de meeste Amsterdammers
de antieke lantaarnpalen meer waarderen dan de moderne, om de
simpele reden dat ze beter bij het karakter van de oude stad passen.
Een aardig detail is dat bovenop de Berlijnse lantaarns een keizerskroon
zal worden geplaatst, om ze een Amsterdams accent te geven.
Vaak worden antieke lantaarns "Anton Pieck"
genoemd, vooral door diegenen die moderne en schreeuwerige creaties
aan de stad willen opdringen. Maar gekopieerd oud is niet per
definitie kitsch. Dat is het pas als men kiest voor oude modellen
waarvoor geen historische verdediging bestaat. De vraag die steeds
gesteld moet worden, luidt: Wat heeft er vroeger gestaan?
En: Past het in het stadsbeeld? Er zijn voldoende gegevens
beschikbaar om replica's te maken van antieke lantaarns die werkelijk
in onze stad hebben gestaan. Door deze replica's te plaatsen,
kan men het karakter van de oude stad, dat in het recente verleden
zoveel schade heeft opgelopen, enigszins herstellen.
Maar wat is karakteristiek Amsterdams en wat niet?
Op het gebied van de straatverlichting heeft Amsterdam een rijke
traditie. In 1682 was Amsterdam zo "schitterend verlicht"
dat zij tot voorbeeld diende van andere Europese steden. De stad
werd toen verlicht door 2.380 olielantaarns, de zgn. Jan van
der Heijden-lantaarns. Replica's van deze lantaarns zijn te
zien op de Magere Brug. Met de komst van de gaslamp in de 19de
eeuw veranderde de verlichting ingrijpend en dit gebeurde opnieuw
met de electrificatie van de openbare verlichting. Maar de antieke
gaslantaarn heeft de electrificatie overleefd: de gaslamp werd
eenvoudig door een gloeilamp vervangen.
Twee typen straatlantaarns uit het tijdperk van de
gasverlichting komen nog op grote schaal voor: de achtkantige
lantaarnpaal van 1867 en de ronde paal uit 1883. De mast van 1867
is nog op veel plaatsen in landelijk Amsterdam te vinden, omdat
in 1883 de oude vervangen lantaarnpalen naar de buitenwijken werden
verbannen. Maar op sommige plaatsen zijn ze blijven staan, zoals
bijvoorbeeld op het Begijnhof. De oude paal van 1867 maakt echter
een comeback door: op het Spui zijn recentelijk afgietsels van
deze paal geplaatst, met een bijbehorende vierkante opbouw. Opvallend
is het witte licht dat de Spui-lantaarns uitstralen, zonder meer
een verbetering boven het hoerig-oranje licht waar we nu al enkele
tientallen jaren mee opgescheept zitten. Wel moet gezegd worden
dat het gebruikte bobbeltjesglas ronduit lelijk is. Dat had doorzichtig
of in ieder geval egaal glas moeten zijn.
De meest voorkomende lantaarnpaal is de bekende ronde
grachtenlantaarn. Deze mast uit 1883 loopt aan de onderzijde breder
uit en is rijker versierd dan het oudere type van 1867. Echter,
de opbouw bestaat uit een lelijke kunststof armatuur, een schim
van de vroegere opbouw. Vanaf 1883 werd de lantaarnpaal gesierd
door een kroonlantaarn: een vierkante lantaarn met versieringen
en bekroond door een keizerskroon. Op veel foto's van Jacob Olie
is de kroonlantaarn te zien: de stad stond er vol mee. Het schijnt
dat de keizerskroon in rood en goud was geschilderd. (*2) De kroonlantaarn
is later vervangen door een ronde lantaarn (de zgn. Ritter-lantaarn),
waaruit de huidige opbouw is ontstaan.
Foto 2: Kroonlantaarn op natuurstenen sokkelop de brug over de Keizersgracht bij de Westermarkt (Jacob Olie, 1896) |
Op kruispunten en pleinen werden grotere masten geplaatst, al dan niet uitgerust met grotere lantaarns dan wel met meerdere lantaarns (meerarmige lantaarnpalen). Ook op de bruggen stonden grotere exemplaren. Zo heeft er bij de Westermarkt een bijzonder fraaie mast gestaan, een paal op een sokkel met een kroonlantaarn. De paal had een klassicistische vormgeving: de lantaarn rustte op kleine ionische kapiteeltjes (zie foto 2). Op de Dam stonden grote masten, voorzien van meerdere lantaarns, eveneens geplaatst op een piedestal. Ook op het Spui stond een bijzonder grote lantaarn. Het interessante van deze lantaarnpalen, waarvan nog slechts foto's en tekeningen bestaan, is dat zij in vormentaal goed aansluiten bij het Amsterdamse stadsbeeld. Ook langs de grachten is veel ijzersmeedwerk uit de 19de eeuw aan te treffen: niet alleen stoeppalen en -hekken, maar ook gevellantaarns.
Foto 3: Replica op het bedrijfsterrein van het Energiebedijf aan de Spaklerweg |
Een restauratieprincipe luidt dat reconstructie van datgeen wat ooit bestaan heeft en waarover men informatie heeft, boven nieuw-oud gaat. Dit principe kan men ook toepassen op straatmeubilair. Een gemeente die verantwoord omgaat met zijn historische binnenstad neemt beslissingen in deze geest, uiteraard in nauw overleg met Monumentenzorg. De gemeente wil op de Dam Berlijnse lantaarns plaatsen, voorzien van een keizerskroon. Dat is een leuk idee en zeker te verkiezen boven de eigentijdse masten van het Damrak. Maar Amsterdam heeft een eigen kroonlantaarn gekend! Zou deze kroonlantaarn in de stad kunnen terugkeren? Het Amsterdams Historisch Museum beschikt over één, overigens beschadigd exemplaar, maar het energiebedrijf heeft met groot vakmanschap prachtige replica's gemaakt. Ze zijn te zien op het bedrijfsterrein aan de Spaklerweg (zie foto 3). Niets staat dus de terugkeer van een goed te onderhouden versie van deze replica in de weg. In feite is het gewoon een vierkante lantaarn (zoals op het Spui geplaatst) met daarop enkele ornamenten. Duur hoeft het niet te zijn; desnoods kunnen de ornamenten in kunststof worden uitgevoerd. Wat de grote pleinen betreft, waar grotere masten moeten worden geplaatst, kan gekozen worden voor replica's van grote lantaarnpalen uit de 19de eeuw, bijvoorbeeld een grote mast met sokkel en kroonlantaarn. Amsterdam heeft er dan weer een bezienswaardigheid bij.
Walther Schoonenberg
(Uit: Binnenstad 160, oktober 1996)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.