Correspondentie over reclame op gevel Paleis

Onze mederedacteur Schoonenberg schreef de hier­ naast gereproduceerde brief aan H.M. de Koningin en ontving binnen drie weken het onderstaande antwoord namens de intendant van het Koninklijk Huis. Met diens toestemming wordt deze correspondentie hier afgedrukt. De koninklijke steun aan de verbetering van de Dam zal zeker vele stadgenoten verheugen.

Majesteit,

Ook deze zomer wordt uw Koninklijk Paleis op de Dam te Amsterdam weer ontsierd door een meer dan levensgroot rood spandoek met de tekst "Koninklijk Paleis . . . geopend . . . " etc. Deze reclameboodschap onttrekt een groot deel van de bovenste verdiepingen vlak onder het timpaan, zoals zes kruiskozijnen en zelfs twee pilasters, aan het gezicht. Het is niet meer mogelijk een fatsoenlijke foto van de schepping van Jacob van Campen te maken, het belangrijkste monument van de stad Amsterdam beschreven en afgebeeld in elk tekstboek over Europese architectuur. Door het Paleis als reclamezuil te gebruiken wordt bovendien een slecht voorbeeld gegeven, juist op een moment waarop getracht wordt de wildgroei aan reclame en andere aantastingen van het stadsbeeld terug te dringen.
Binnenkort wordt de status "beschermd stadsgezicht" aan de historische binnenstad van Amsterdam toegekend en wordt de binnenstad voorgedragen voor plaatsing op de werelderfgoedlijst van de UNESCO. Vele Amsterdammers zouden het verwelkomen wanneer u door het laten verwijderen van het grote spandoek op het Paleis deze voor de hoofdstad zo belangrijke ontwikkeling een koninklijk steuntje in de rug geeft.

Walther Schoonenberg

Zeer Geachte Heer Schoonenberg,

In antwoord op Uw brief voor 8 augustus 1996 kan ik U mededelen dat ·het spandoek op het Koninklijk Paleis te Amsterdam dit seizoen voor het laatst wordt toegepast.
De Paleiscommissie, het adviserend lichaam van de Stichting Koninklijk Paleis te Amsterdam, waarvan ook Hare Maj esteit deel uitmaakt , heeft een fraaiere en meer passende publieksaanduiding voor ogen welke momen­ teel voor het komend jaar wordt voorbereid.
Met U ben ik van mening dat vrijwel elke aanduiding of mededeling op een monument ontsierend zal overkomen, doch enige vorm van aantrekking blij ft noodzakelijk teneinde het publiek erop te wij zen dat naast de bij ­ zondere buitenkant ook binnen in het Paleis vele schone zaken zijn te bewonderen.

Met de meeste hoogachting,

Namens de intendant van het Koninklijk Huis

(Uit: Binnenstad 160, oktober 1996)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.