Verwaarlozing van de openbare ruimte

Historische bestratingen in Amsterdam

Sinds de oprichting van Stadsherstel, nu 40 jaar geleden, werden vele verwaarloosde woonhuismonumenten hersteld. Dankzij deze herstelbeweging verdween het beeld van een stad in stutten. Maar in dezelfde periode, met name in de jaren zeventig en tachtig, ging de kwaliteit van de openbare ruimte drastisch achteruit. Waar men vroeger heerlijk kon wandelen en verblijven, dromerig langs de grachten en bomen, kwamen auto’s te staan. Het steeds drukker wordende gemotoriseerd verkeer bracht ook speciale eisen met zich mee, wegsignalering en antiparkeervoorzieningen. Het historisch bestratingsmateriaal als klinkers en hardsteen werd geleidelijk vervangen door betonsteen, betonbanden en paaltjes, vooral véél paaltjes.

Ook de wildgroei aan reclame, zowel aan de gevels als op de openbare weg, heeft aan het beeld van een verloederde openbare ruimte bijgedragen. Falend, nee afwezig overheidsbeleid riep een situatie op waarin bewoners en gebruikers van de binnenstad straffeloos de openbare weg konden privatiseren, met terrassen, reclameborden, wal- en geveltuintjes, olievaten met struiken, enzovoort, enzovoort. Het uiteindelijke resultaat van tientallen jaren verwaarlozing en slecht gebruik is een openbare ruimte die schril afsteekt tegen de hoge kwaliteit van de herstelde monumentale gevelwanden.

Het tij keert...

Herengracht tussen Wijde Heisteeg en Oude Spiegelstraat, na de herstrating. (foto Maarten Brinkgreve)

Maar er lijkt een kentering in zicht. Nu Amsterdam binnen de Singelgracht wordt aangewezen tot beschermd stadsgezicht krijgt ook de aandacht voor de openbare ruimte een enorme impuls. Het College van B & W wil "stadsbeeldplannen (ontwikkelen), waarin zowel voor de architectuur als voor de inrichting van de openbare ruimte richtlijnen worden gegeven ten aanzien van het welstandstoezicht." (1) Dit is niet anders dan een erkenning dat er een einde moet komen aan het gebrek aan aandacht van de gemeentelijke diensten voor de openbare ruimte. In feite komt de gemeente daarmee tegemoet aan de al jaren klinkende roep om meer aandacht voor het publieke domein. In de nota over het Nieuwe Standaard Grachtenprofiel , een resultaat van het nieuwe beleid ingezet door wethouder Guusje ter Horst, wordt gesproken van "duurzaam bestratingsmateriaal" bestaande uit bruinrode klinkers en natuurstenen trottoirbanden en walmuur-dekzerken. In het nieuwe 'grachtenprofiel' (2) wordt de openbare ruimte 'paalluw' ingericht. Tegelijkertijd wordt de wandelstrook langs de huizen verhoogd, zodat op de grachten echte trottoirs ontstaan, een op het eerste gezicht logische consequentie van het verwijderen van paaltjes.

Op de Herengracht tussen de Wijde Heisteeg en de Oude Spiegelstraat is in de zomermaanden het nieuwe profiel toegepast, met echte klinkers, maar nog zonder natuurstenen banden (zie foto). Aardig is ook de wandelstrook die is ontstaan tussen de langszij (niet dwars) geparkeerde auto's en het water (waardoor ook de autohekjes langs het water konden worden verwijderd). Het moet gezegd: er is een prachtig beeld ontstaan, dat inderdaad in positieve zin afsteekt tegen de andere stukken Herengracht ter plaatse. (3) Teruggekeerd is het beeld van vroeger, waarin de lege inrichting van de openbare ruimte alle aandacht vestigt op de fraaie particuliere stoepenstrook langs de monumentale huizen.

Historische beeld

Voorstel van het Bureau Monumentenzorg voor een nieuw standaard grachtenprofiel aansluitend op het historisch grachtenprofiel.

Er is alle aanleiding eens goed te kijken waaruit nu eigenlijk het historische beeld van de grachten bestaat. Uit oude foto's komt een beeld van verstilde, lege grachtenkades naar voren, waar het goed toeven was, voor wandelaars en niet te vergeten kinderen. Maar ook de kwaliteit van de bestrating valt op. Het Bureau Monumentenzorg heeft een studie naar het historische grachtenprofiel gedaan. (4) Uit deze studie van ir. Nanette de Jong blijkt dat de bestrating van de grachtengordel vanaf zijn ontstaan in de 17de eeuw tot in onze eeuw eigenlijk nauwelijks is veranderd. Hiervan is een duidelijk beeld te krijgen uit oude schilderijen en prenten. Een voorbeeld is een tekening van Hendrik Keun uit 1770 van de Leliegracht bij de Herengracht (zie afb.). De walmuren zijn belegd met een hardstenen band van hetzelfde materiaal als de private stoepen, dan volgt een strook met gele klinkertjes waar de bomen staan, vervolgens een grijze strook keien ('kinderhoofdjes') voor het rijgedeelte en tenslotte langs de particuliere stoepenstrook een voetpad van opnieuw gele klinkertjes. Deze klinkertjes, zgn. IJsselklinkers, zijn op hun kant en in de breedterichting gelegd, dus loodrecht op de bebouwing. Het voetpad ligt op hetzelfde niveau als de rijweg (en de strook langs het water) en is daarvan slechts door één in de rijrichting gelegde klinker gescheiden. De kleurnuance in de bestrating sloot goed aan bij de kleurrijke gevelwanden. De conclusie is eigenlijk opzienbarend, want in bijna alle literatuur wordt gesteld dat de gele klinkertjes uitsluitend op private grond werden toegepast, zoals in hofjes en op particuliere stoepen. (5) Sterker nog: dat de gele kleur aangaf dat sprake was van private grond. Dit lijkt dus onjuist te zijn.

De Leliegracht bij de Herengracht, Hendrik Keun, 1770 (detail)

Het oude profiel bleef in grote lijnen tot in de 20ste eeuw bestaan. Wel is het waar dat reeds in de 19de eeuw, wanneer de luchtband zijn intrede doet, de kinderhoofdjes geleidelijk worden vervangen door grote bruinrode klinkers. Echter, trottoirs kwamen er op de grachten niet. Amsterdam bleef een stad zonder trottoirs en week daarmee sterk af van andere Europese steden in de 19de eeuw. Alleen in sommige winkelstraten werden verhoogde voetpaden aangelegd.

Aan de hand van deze studie adviseert het Bureau Monumentenzorg de gemeente om op de grachten geen verhoogde voetpaden aan te leggen, maar ook geen paaltjes te plaatsen en de profilering in historische zin aan te passen: kleine gele klinkers op het voetpad en langs het water en daartussen grijze granieten keien, een driedeling dus. In ieder geval gaat het erom het schaalelement en kleurnuance in het materiaalgebruik terug te brengen: op het voetpad en strook langs het water kleinere en lichtere stenen dan op de rijweg. (6)

Archeologie van de straat

"Straatje" gemaakt met gevonden keien ("kinderhoofdjes") en gele klinkertjes op de Herengracht, volgens het historische patroon: de kasseien lagen op de rijweg, de klinkertjes op het voetpad langs de private stoepenstrook - op hetzelfde niveau -, gescheiden door een enkele in de rijrichting gelegde klinker. (foto Walther Schoonenberg)

Tijdens de herprofilering van de Herengracht tussen Wijde Heisteeg en Oude Spiegelstraat werden tussen het zand twee kasseien (kinderhoofdjes) en diverse kleine gele klinkertjes aangetroffen. Op mijn verzoek heeft de stratenmaker ter plaatse met deze antieke materialen een klein stukje bestraat, in het historische patroon (zie foto).

Maar het komt eigenlijk bij elke herprofilering wel voor dat oude materialen worden aangetroffen. Het komt zelfs voor dat soms onder de moderne betonsteen een complete oude bestrating wordt gevonden, dat men uit oogpunt van kostenbesparing heeft laten liggen. Men spreekt in dit verband van 'onderbestrating'.

Men hoeft echter niet te graven om oude, originele bestratingen aan te treffen. Buiten Amsterdam zijn nog genoeg oude stadjes met historische klinker- en keienbestratingen (Elburg, Sloten, Thorn). Maar ook in Amsterdam zelf kan men op een enkele vergeten plek historische bestrating aantreffen. Zo is de Bickersgracht geplaveid met oude kasseien. (7)

Herstelbeweging

Het ziet er niet naar uit dat de extra aandacht voor de openbare ruimte een gril is van een toevallige wethouder met smaak. Er is sprake van een veranderde tijdgeest, waarin het als normaal wordt beschouwd dat de gemeente met net zoveel liefde en aandacht de straat inricht en onderhoudt als de bewoners dat met hun rijksmonument doen. De overgang van het huis naar de straat is geleidelijk en de antieke huizen zijn meer dan moderne huizen naar de straat gericht. Zodoende wordt de buitenruimte als een buiteninterieur beschouwd, waar men graag verblijft en in de zomer met eettafel en al gebruik van maakt. De gevelwanden zijn de muren van deze extra huiskamer. Nu de binnenstad weer een woongebied van allure is geworden, komt onvermijdelijk ook de kwaliteit van deze huiskamer op de politieke agenda.

Helaas blijkt dat wat mogelijk en wenselijk is voor een belangrijk deel te worden bepaald door de smalle marges opgelegd door het autoverkeer in de binnenstad. Echter, nu de binnenstad een stuk autoluwer is dan voorheen en het er naar uitziet dat deze ontwikkeling zich verder zal voortzetten (met creatieve oplossingen voor parkeer- en distributieproblemen), wordt het mogelijk de stad ook in een ander opzicht te herstellen, namelijk in het publieke domein, met historische bestratingen en kroonlantaarns. Dat is de herstelbeweging van de volgende decennia. (8)

Walther Schoonenberg

Voetnoten:
1. Positief advies aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen inzake het voorstel om Amsterdam binnen de Singelgracht aan te wijzen tot beschermd stadsgezicht, 23 januari 1997, Gemeenteblad afd.1, Nr. 40
2. Een Pracht van een Gracht, Kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte op de grachten, Dienst Binnenstad Amsterdam, maart 1997
3. Na aanvankelijke scepsis zijn de bewoners enthousiast over deze herprofilering: er is wel meer parkeeroverlast dan voorheen, maar niet zoveel als men had gevreesd (dankzij redelijk goede handhaving).
4. Het grachtenprofiel, ir. Nanette de Jong, Bureau Monumentenzorg Amsterdam, februari 1997
5. Zie bijvoorbeeld de stoep en het pleintje op Herengracht 431, achter de schuilkerk Bij 't Lam uit 1639, een aardig pleintje dat helaas als (illegaal?) parkeerterrein wordt gebruikt.
6. Dit 'historische profiel' is op de inspraakavond over het Nieuwe Standaard Grachtenprofiel op 23 september 1996 ter discussie gesteld, gelijktijdig met het officiële voorstel van de Dienst Binnenstad. Het is als bijlage toegevoegd aan de brochure van de Dienst Binnenstad, zie voetnoot 2.
7. Overigens hebben de bewoners voor het behoud van deze oude bestrating een flinke strijd met de gemeente moeten leveren.
8. Zie: Walther Schoonenberg, 'Wit licht op de grachten. Maar dan wel in de kroonlantaarn...' in: Binnenstad 163 (april 1997)

(Uit: Binnenstad 166/167, nov. 1997.)
(Dit artikel is tevens verschenen in: Een veldboeket met distels, Amsterdam 2000.)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.