Aan de Franse staatsman Talleyrand wordt de opmerking toegeschreven dat het woord de mens gegeven is
om zijn gedachten te verbergen. Die indruk krijg je inderdaad bij de woordenvloed over het beschermde
stadsgezicht. We moeten eigentijds zijn en dynamisch; historiseren, reconstrueren en openluchtmuseum
zijn verboden zaken, en wat met niet-bevriezen bedoeld wordt is helemaal onduidelijk. Wat nader bekeken
blijken al die aanbevelingen en verboden niet meer te zijn dan rimram, prietpraat, gebakken lucht. Welke
gedachten of sentimenten gaan daarachter schuil? De architecten Soeters en Weeber en de
projectontwikkelaar G.W. Bakker lieten geen twijfel bestaan, dat was de enige verdienste van het
symposium
van 12 juni 1997. Kort samengevat: voor ons hoeft er niets te worden beschermd, opruimen die
oude troep, want dan verdienen we meer. In een recente enquête onder zijn collega's kwam Weeber als de
slechtste architect van Nederland te voorschijn!
Bij vele verhalen, waarin de toverspreuken als wijsheid worden gepresenteerd, proef je veeleer onzekerheid.
Sprekers willen niet voor cultuurbarbaar worden aangezien; daarvoor dienen waarderende woorden over de
cultuurhistorische kwaliteiten van het stadsbeeld. Toerisme is per slot een belangrijke economische factor.
Maar het moet niet te gek worden, niet teveel geld kosten, je moet er geen last van krijgen. Daarom niet
historiseren enz. enz. en wel eigentijdse dynamiek enz. enz. We komen dan terecht bij de goed
Nederlandse spreekwijzen: van twee walletjes snoepen, of de kool en de geit sparen. Na een tijdje is de
kool op en de geit verdwenen!
Ik zou daar een andere tekst tegenover willen stellen: “Niemand kan twee heeren dienen: want hij zal of den
eenen haten en den anderen liefhebben, of hij zal den eenen aanhangen en den anderen verachten...”
(Mattheus 6 - vers 24, Statenvertaling).
Dat is geen toverspreuk, maar een tekst als een rotsblok. Het gemeentebestuur moet kiezen: óf men wil,
volgens het genomen raadsbesluit, het historische stadsgezicht inderdaad beschermen, en dat houdt een
duidelijke richtlijn in bij het voortdurende proces van herstellen, bouwen en verbouwen, of men geeft het
stapje voor stapje prijs aan de profiteurs van de afbraak. Als camouflage van dat kiezersbedrog dienen dan
de toverspreuken.
Geurt Brinkgreve
(Uit: Binnenstad 169, maart 1998.)
Meer lezen:
[Toverspreuken I: Openluchtmuseum]
[Toverspreuken II: Dynamiek]
[Toverspreuken III: Reconstrueren]
[Toverspreuken IV: Eigentijds]
[Toverspreuken V: Historiseren]
[Toverspreuken VI: Bevriezen]
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.