Iedereen die wel eens op de Monumentenwerf is geweest, heeft kunnen zien in welke treurige staat enkele tientallen toppen worden bewaard. Ze liggen in de buitenlucht opgestapeld op verrotte houten pallets. Erger nog is dat ze al meerdere keren zijn verplaatst en dat dat niet altijd even voorzichtig is gebeurd. Het is dan ook de vraag hoeveel geveltoppen nog bruikbaar zijn. Volgens het Bureau Monumentenzorg liggen er op dit ogenblik op de werf nog 22 complete toppen en restanten van 15 à 20 toppen opgeslagen. Het Bureau wil de brokstukken inventariseren en de complete toppen verplaatsen naar de Westerdoksdijk. De restanten worden dan geveild. Maar het is niet uitgesloten dat de hele taak wordt afgestoten in welk geval alles wordt geveild. Het gaat hier om gebeeldhouwd zandsteen, vervaardigd door bekwame ambachtslieden en bewaard met de bedoeling deze bij herbouw of restauratie opnieuw te gebruiken. De historische bouwonderdelen zouden bij restauraties van oude panden die hun top gedeeltelijk of geheel verloren hebben in de stad kunnen terugkeren. Om die reden worden ze bewaard. Er is zelfs een periode geweest waarin sloopvergunningen alleen werden afgegeven onder de voorwaarde dat de zandstenen ornamenten aan de gemeente werden afgestaan.
Zoals in een eerder artikel geconstateerd (*), is de beste bewaarplaats van de gebeeldhouwde toppen de stad zelf, omdat ze dan in de context van de historische stad blijven. Door de opgeslagen toppen te herplaatsen in de stad wordt voorkomen dat zij verloren gaan. Vanuit die filosofie zijn in de periode 1920/40 een groot aantal gevelbekroningen in de stad hergebruikt. Dit was een initiatief van de toenmalige inspecteur Van Houten. De circa 200 Van Houten-monumenten zijn herkenbaar door de groffe baksteen en de brede, diepe voegen die toen in de mode waren. Na de oprichting van het restauratieatelier Uilenburg vonden in de jaren zeventig nieuwe herplaatsingen plaats, ditmaal op een stilistisch meer verantwoorde wijze. Door bezuinigingen moest het restauratieatelier in 1986 zijn werkzaamheden staken. Herplaatsing is bovendien moeilijker geworden omdat er geen subsidie meer voor wordt gegeven. Bovendien is de restauratiefilosofie in ongunstige zin gewijzigd: de tijdens de restauratie aangetroffen toestand moet worden geconserveerd, want anders is sprake van “geschiedvervalsing”. Toch heeft Bureau Monumentenzorg zich altijd ingespannen voor de terugkeer van de authentieke toppen, eenvoudigweg omdat het gemeentelijk bureau dicht bij de restauratiepraktijk staat. En de praktijk is dat bij restauraties vaak authentieke bouwmaterialen nodig zijn, omdat de aangetroffen toestand niet waardevol genoeg is om te behouden of te herstellen. Voor een symbolisch bedrag kan men een originele top aanschaffen, maar voor de plaatsing moet wel een positief advies van de Monumentencommissie worden afgegeven.
Vanaf juni 1993 tot maart 1994 werden op de Kattenburgergracht twaalf topgevels, een klein deel dus van de voorraad, tentoongesteld om de problematiek onder de aandacht van het publiek te brengen. Een deel van de daar tentoongestelde toppen zijn inderdaad in de stad teruggekeerd. Uit een overzicht van de in de stad herplaatste toppen (zie tabel 1) blijkt dat de tentoonstelling De Verdwenen Stad een flinke impuls heeft gegeven. Er staan op het ogenblik weer een reeks herplaatsingen op stapel (zie tabel 2). Sommige van deze herplaatsingen zijn nog louter plannen en worden misschien niet gerealiseerd; in de gaten houden dus! Een voorbeeld van een komende herplaatsing van de top van Haarlemmer Houttuinen 105, een fraaie verhoogde kroonlijst uit 1741 op een nieuwbouwplan op Zeedijk 118 naast de in aanbouw zijnde Chinese tempel. Een ander voorbeeld is de herplaatsing van de oude top van Nieuwe Doelenstraat 13, een fraaie verhoogde kroonlijst in Lodewijk XIV-stijl uit circa 1717, op een nieuwbouwplan op Oudezijds Voorburgwal 147. Beide gevels worden dus in oude stijl herbouwd. Wellicht het meest spectaculair is het plan het niet in de gevelwand passende Leidsegracht 44 volledig te slopen en te vervangen door de reconstructie van een zeventiende eeuwse gevel.
Het opslaan en herplaatsen van historische bouwfragmenten is een belangrijke, laten we zeggen offensieve vorm van monumentenzorg dat extra belangrijk is gewornden nu de binnenstad wordt aangewezen als beschermd stadsgezicht en behoud en herstel in de binnenstad voorrang krijgen boven sloop en nieuwbouw. Daar horen dan ook de authentieke toppen bij, die soms met weinig moeite op bestaande gevels kunnen worden geplaatst, gevels die in de loop van de tijd hun oude top verloren hebben. Het kan zo gemakkelijk omdat de kavels in Amsterdam een standaard-breedte hebben en omdat de oude toppen in serieproductie werden gemaakt. Herplaatsen van oude toppen moet niet gezien worden als een vervalsing van de geschiedenis van het pand, want waarom zou een bewuste verminking van een pand niet evenzeer onderdeel van de geschiedenis zijn als de restauratie van de oude toestand? Bovendien is niet elke bouwgeschiedenis van een pand de moeite waard om te behouden: waarom zou bijvoorbeeld een rollagentop – een noodoplossing geboren uit armoede – moeten worden hersteld als authentieke zandstenen bouwfragmenten aanwezig zijn? Het zou dus treurig zijn als deze voor iedereen zo zichtbare vorm van monumentenzorg door een reorganisatie het onderspit zou delven.
Walther Schoonenberg
Het eerste adres is de nieuwe plaats, het adres tusse haakjes de oorspronkelijke plaats waarvan de top afkomstig is.
1992: 2 toppen
1993: 1 top
1994: 1 top
1995: 4 toppen
1996: 7 toppen
1997: 3 toppen
1998: 2 toppen
(*) Zie: Walther Schoonenberg, 'Hergebruik van oude geveltoppen', in: Binnenstad 157 (april 1996), p. 22-24.
(Uit: Binnenstad 175, maart 1999)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.