Soms hangt er
een vlag uit, waarmee de gemeente Amsterdam aankondigt dat
daarbinnen een tentoonstelling te zien is, maar binnen is niets
overgebleven van de brede statige trap die, vanuit de ruime hal,
naar boven ging en via een smal portaal leidde naar de twee met
elkaar verbonden museumzalen: een kleine en een grote, met op de
achterwand daarvan het grote doek van Ary Scheffer, de 'Christus
consolator'.
In deze twee zalen, met hun grijs-groene wanden boven een lage
bruine lambrisering, hing de gehele collectie van de 19de-eeuwse
verzamelaar Fodor; de schilderijen hingen dicht naast en boven
elkaar. (Zo hangen ook de schilderijen in Pilti bij Florence; de
beschouwer kon kiezen en vergelijken).
Mijn vader, C.G. 't Hooft, was van deze collectie de op één na
laatste conservator. Hij werd opgevolgd door J.Q. van Regteren
Altena, toen nog geen professor.
Ook stond onder zijn beheer de Atlas Splitgerber, die bewaard
werd in twee aparte kamers. Geregeld kwamen geïnteresseerde
Amsterdammers bij elkaar om de tekeningen en prenten, alle
betrekking hebbend op Amsterdam, te bekijken.
Zo was het Museum Fodor een uniek voorbeeld van een 19de-eeuws
museum, zoals het Museum Willet-Holthuijsen dat is voor de 18de
eeuw.
Wat een kortzichtig besluit was het destijds van de gemeente
Amsterdam om dit interieur te moderniseren en de collectie naar
een depot te verwijzen!
Wel werd in 1963 de expositie "Fodor 100 jaar" gehouden met een
selectie uit de oorspronkelijke collectie, maar in het nuchtere,
gemoderniseerde interieur mist iedereen de charme, waardoor nog
eens bleek, hoe onherstelbaar dit verlies is voor Amsterdam.
E.P. van der Linden-'t Hooft
(Uit: Binnenstad 176, mei 1999)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.