Het Waterplan Amsterdam

Amsterdam is een waterstad. Toch valt het water nog wel eens tussen wal en schip. Regelmatig wordt water omgezet in land en bebouwd, terwijl het beheer van het water losstaat van wat er op de wal gebeurt. De samenhang ontbreekt. Verschillende ambtenaren houden zich ermee bezig: iedereen gaat er een beetje over, maar niemand in het bijzonder. De gevolgen zijn duidelijk waarneembaar in de grachten van Amsterdam, waar het woonbotenprobleem uitsluitend nautisch wordt bekeken. (1) Binnenwaterbeheer is niet in staat om de stedenbouwkundige inpasbaarheid van woonboten te beoordelen, terwijl de diensten die dat wel kunnen niet over het water gaan. Daarom gaan drie gemeentelijke diensten, de Dienst Ruimtelijke Ordening, de Dienst Waterbeheer en Riolering en de Dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam een Waterplan maken.
De Prinsengracht bij de Westertoren in 1967.
De gevels spiegelen in een nog niet dichtgeslibde gracht.
De Prinsengracht bij de Westertoren in 2000.
Het proces van dichtslibben is gaande.

Op 16 februari werd een “plan van aanpak” gepresenteerd, op een openbare bijeenkomst in de Rode Hoed op de Keizersgracht (2). Het “plan van aanpak” doet heldere uitspraken die wij u niet willen onthouden:
“Water bepaalt voor een belangrijk deel de identiteit en de karakteristieke schoonheid van Amsterdam. Er is een sterke behoefte aan een betere structurering van het gebruik en een weloverwogen afweging van belangen van gebruikers en bewoners en van cultuurhistorische en stadslandschappelijke inpassing van de vele vormen van gebruik. Anders omgaan met water staat dan ook meer en meer in de belangstelling van zowel bestuurders als bewoners. Het gebruik van water voor bewoning en als vaarwater is beschreven in de nota ‘Amsterdam te water’ en de evaluatie daarvan. In deze nota’s ligt de nadruk van het beleid echter op het nautisch beheer en het handhaven van de daartoe gestelde regels. De raadsleden Arda en Bruines (D66) hebben de gemeenteraad daarom via een notitie uitdrukkelijk verzocht tot het ontwikkelen van een ‘Stedenbouwkundige kijk op het Amsterdamse water’. De notitie pleit voor het toepassen van het Amsterdamse beleid voor de openbare ruimte op water als belangrijk onderdeel hiervan, ofwel om het water schoon, ruimtelijk en mooi te maken en te houden. Dit heeft geleid tot de concept-nota ‘Wonen op een vaartuig of bouwen in de gracht’ van de Welstandscommissie (zie elders in dit blad). Er zijn echter nog geen knopen doorgehakt over welke vormen van gebruik, op wat voor manier, en op welke locaties, wel of niet wenselijk of toegestaan zijn.
Het Waterplan Amsterdam zal richtlijnen geven voor de gewenste inrichting, gebruik, beheer, en de gewenste ‘kwaliteit’ van water en oevers, met als doel het realiseren van een ecologisch gezond en veilig functionerend watersysteem, met een hoge belevingswaarde, waardoor duurzaam en evenwichtig gebruik mogelijk is en de identiteit van Amsterdam als waterstad wordt versterkt. De vele vaak conflicterende ruimtelijke belangen op en aan het water vragen om een duidelijk afwegingskader. Een stedenbouwkundige kijk, een samenhangende visie op de inrichting en het gebruik van water als onderdeel voor de openbare ruimte en de bebouwde omgeving is noodzakelijk. Dit betekent in meer concrete termen onder andere het versterken van de identiteit van Amsterdam als waterstad, mede door het versterken van de belevingswaarde van water door inrichting, onderhoud en het gebruik aan te passen aan ruimtelijke eisen, rekening houdend met de wensen van bewoners en gebruikers in het algemeen”.

Een fraai woonschip in de Keizersgracht.
Dergelijke varende monumenten passen beter
in het beschermd stadsgezicht.

Het Waterplan moet in 2030 (!) tot een nieuwe visie op het water leiden, maar er worden ook al doelstellingen voor de korte termijn geformuleerd: na goedkeuring van het Waterplan in 2006 zou het plan vertaald moeten worden in een “facetplan” (bestemmingsplan), hetzij als één enkel plan voor de gehele binnenstad, hetzij opgenomen in de bestaande bestemmingsplannen van de binnenstad. We hebben dus nog een lange weg te gaan. Maar dat de gemeente werkt aan een plan met de genoemde uitgangspunten is wel een resultaat van een jarenlange discussie over het water, waaraan ook onze vereniging het nodige heeft bijgedragen. Het water in de waterstad Amsterdam moet in de eerste plaats worden gezien als openbare ruimte en bebouwing en bewoning van het water als privatisering van openbare ruimte. Het betekent ook dat onze vereniging betrokken moet zijn bij de totstandkoming van een goed Waterplan. Immers, er zijn 80.000 bewoners in de binnenstad tegenover 791 woonboten in de grachten van de binnenstad (waarvan er slechts 170 tot de categorie “echte schepen” behoren). En toch zijn het vooral de woonbootorganisaties die een gewillig oor bij de politiek vinden; behouds- en bewonersorganisaties moeten dus meer aan de weg, beter gezegd: aan het water timmeren.

Walther Schoonenberg

Voetnoten:
(1) Zie: Walther Schoonenberg, Evaluatienota ‘Amsterdam te water’, in: Binnenstad 173 (november 1998), p. 98-99.
(2) Waterplan Amsterdam ‘Amsterdam waterstad’ – samen werken aan water, Plan van aanpak, vastgesteld door Burgemeester en Wethouders van Amsterdam op 12 november 1999.

(Uit: Binnenstad 181, maart/april 2000)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.