De huizen stammen waarschijnlijk uit de achttiende eeuw, maar zijn mogelijk nog ouder. Ze werden ingrijpend
verbouwd, waardoor de gevels een overwegend negentiende-eeuws uiterlijk kregen. In de jaren zestig nam het
verval van de panden snel toe. In 1967 moesten kap en zolderverdieping van het hoekhuis worden gesloopt. Er
bleef nog slechts een onderstuk staan. Het belendende pand in de Raamdwarsstraat bleef wel nog overeind,
alhoewel het ernstig in één richting was verzakt. De laatste jaren waren de panden onbewoond en gaven dit
markante punt een uiterst desolate indruk. Kortom, het waren typische Stadsherstel-panden.
De restaurerende instelling kocht de panden in 1995 aan. Aanvankelijk was het de bedoeling de panden in de
aangetroffen toestand te restaureren, maar de uiterst labiele toestand waarin de panden verkeerden, maakte dit
onmogelijk. Er werd besloten tot demontage en herbouw. Om dat zo goed mogelijk te kunnen doen, werden de
panden uitvoerig opgemeten en gedocumenteerd. Authentieke materialen zoals bakstenen en ook enkele
interieurelementen werden opgeslagen om bij de herbouw te worden hergebruikt. Zo werden keukenrestanten
bewaard als glazen kasten, lambriseringen en oude toiletten ('stilletjes').
Na de sloop bleek het belendende pand op de Leidsegracht geen eigen stabiliteit te hebben: het had jaren tegen het hoekhuis geleund en begon nu gevaarlijk te hellen. Hals over kop werd een stutconstructie aangebracht. Aanvankelijk weigerde de huiseigenaar mee te werken, maar uiteindelijk is het allemaal toch nog goed gekomen: Leidsegracht 104 werd als het ware "opgehangen" aan de herbouwde panden.
Er kwam nog meer aan het licht tijdens de demontage: in de vloer van Raamdwarsstraat 9 werd een met hardstenen platen afgedekte gemetselde waterkelder aangetroffen, van 1,5 bij 2,5 meter en een diepte van 3,5 meter. De kelder werd opgenomen in het herbouwplan. In de panden werden drie bedrijfsruimten en twee woningen gerealiseerd.
Overigens heeft de herbouw van de panden een vervelende juridisch/financiële nasleep gehad. Nadat de panden waren gedemonteerd, verklaarde de Rijksdienst voor de Monumentenzorg te Zeist dat de panden van de monumentenlijst zouden worden afgevoerd. Immers, de "monumentale waarde" van de panden was door de demontage en nieuwbouw "verloren gegaan". Als gevolg hiervan zou Stadsherstel niet meer in aanmerking komen voor subsidie, hetgeen ernstige gevolgen zou hebben voor de exploitatie van de panden. Stadsherstel heeft hiertegen bezwaar gemaakt, omdat er sprake is van reconstructie in historische vorm – op basis van uitvoerige opmetingstekeningen – met hergebruik van authentieke bouwmaterialen. Bovendien zou het onthouden van subsidie niet alleen ernstige gevolgen hebben voor de exploitatie van deze panden, maar ook voor toekomstige restauraties van vergelijkbare bouwvallen: die zouden dan niet meer mogelijk zijn. Gelukkig won Stadsherstel deze onverkwikkelijke zaak: de subsidie is verleend en de panden staan nog steeds op de monumentenlijst.
In de serie 'herplaatste geveltoppen' (*) hebben we ervoor gekozen deze spectaculaire restauratie op te nemen, omdat in één opzicht geen sprake was van een reconstructie van de laatst bekende toestand. Op de historische foto uit 1962 is een tuitgevel zonder ornamenten te zien. Stadsherstel heeft ervoor gekozen enkele voluten afkomstig van de Monumentenwerf, de werf van Bureau Monumentenzorg Amsterdam, hier te herplaatsen. Het betreffen gevelornamenten afkomstig van een gesloopt pand op de Haarlemmer Houttuinen. Hierdoor is een complete tuitgevel ontstaan. Met de herbouw van de panden is, ondanks tegenwerking van de Rijksdienst, het stadsbeeld op dit punt van de stad op schitterende wijze hersteld.
Walther Schoonenberg
(*) Hergebruik van oude geveltoppen, in: Binnenstad 157 (april 1996), p. 22-24, en Herplaatsing van geveltoppen bedreigd, in: Binnenstad 175 (maart 1999), p. 27-29). De vorige afleveringen in deze serie waren: Singel 369, in: Binnenstad 176 (mei 1999), p. 51; Kloveniersburgwal 56-58, in: Binnenstad 177 (juli 1999), p. 67; Lauriergracht 136, in: Binnenstad 178 (okt. 1999), p. 90; Nieuwe Nieuwstraat 19, in: Binnenstad 179 (november 1999), p. 109; Leliegracht 54, in: Binnenstad 180 (januari 2000), p. 123; Korte Prinsengracht 6, in: Binnenstad 181 (maart/april 2000), p. 39; Pieter Jacobszstraat 15, in: Binnenstad 182 (mei/juni 2000), p. 58.
(Uit: Binnenstad 183, juli 2000)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.