Begrip "binnenstad" doorbreken

Het is om gek van te worden. Sinds vorig jaar is de binnenstad een beschermd stadsgezicht en wat gebeurt er? Onder je handen, voor je ogen, onweerstaanbaar wordt de binnenstad bedreigd, aangetast, onherstelbaar beschadigd, en valt zij op haar gevoeligste punten ten prooi aan de geldingsdrang van machobestuurders.

Je moet maar een jaar met iets anders bezig zijn geweest, om uit je beslommeringen op te kijken en te zien dat ze alweer bezig zijn je stad te bederven. Waar blijft de actiebereidheid uit de tijd van Amsterdaad, de Nieuwmarktbuurt, Bouw-es-wat-anders en Bouw-es-nix (Piet Blom)? Een UB als een monolithische klont op het Binnengasthuisterrein mag niet voetstoots worden geaccepteerd.


De Nieuwe Doelenstraat als de plannen van de UvA worden uitgevoerd.
De Nieuwe Doelenstraat als de plannen van de UvA worden uitgevoerd.

Ja, we zitten klem. Je merkt dat we gewoon te veel willen.
We willen de binnenstad beschermen en we willen haar levendig houden. We willen bewoners in de binnenstad hebben, maar de bedrijven moeten niet verdreven worden. We willen de Bijenkorf en Americain, de Nes en de Stadsschouwburg, en we willen ook terrasjes. Cultuur, woongenot, werk, toerisme, alles, alles in dat kleine, zwaarbeproefde stadsdeel binnen de Buitensingelgracht. Bovenal willen we dat de universiteit in de binnenstad blijft, maar we roepen hoho, als dat betekent dat er een Universiteitsbibliotheek op het Binnengasthuisterrein moet komen. Ja, dat roep ik ook.

Toen het BG in 1981 samen met het Wilhelminagasthuis naar het AMC in de Bijlmer vertrok, wist de werkgroep Binnengasthuisterrein de kleinschalige structuur en de belangrijke gebouwen van het terrein te redden. We behielden het hoofdgebouw in Amsterdamse Schoolstijl van Van der Mey en de gebouwen langs de Grimburgwal die behoren tot de laatste voorbeelden in Amsterdam van de 19de-eeuwse Waterstaatsstijl. Als nieuwe toevoegingen kwamen er de aardige sociale woningbouw van Paul de Ley, de mensa en het ronde administratiegebouw van Theo Bosch. Het gebied werd opengegooid door fietsroutes met een doorgang naar de Nieuwe Doelenstraat, een poort in de huizen naar de Kloveniersburgwal en voor voetgangers een deur naar de Oudemanhuispoort en een pad naar de Oude Turfmarkt.
Nu ziet de universiteitsbibliotheek, werkelijk een van de dierbaarste instellingen van onze stad, alleen dit gebied als geschikt voor haar nieuwe gebouw. De bewoners zullen worden "verplaatst". De oude bebouwing zal sneuvelen. De doorgankelijke structuur wordt opgeheven. Dit is nu precies wat je van de universiteit niet had mogen verwachten. De universiteit hoort de binnenstad te koesteren, niet te verwoesten.
De wethouder moet echter hebben gezegd dat de UB op het Binnengasthuisterrein een tegenwicht vormt tegen de oprukkende commercialisering van de binnenstad. En dat vind ik weer een slag voor hem. Jonge mensen met fietsen in de binnenstad houden, vind ik nog steeds een goed uitgangspunt, dat we ook als argument voor de Amsterdamse Hogeschool voor Kunsten aan de Jodenbreestraat hebben gebruikt. Tegen veel te dure appartementen, tegen te sjieke hotels en te sjofele mayonnaisecultuur roep ik ook, hoho. En dan toch weer dwarsliggen bij de UB-plannen? Het wordt tijd dat ik eens naar mezelf kijk: Ricardo waar ben je mee bezig?

Als je teveel wil, moet je bij jezelf te rade gaan. Je kan dan keuzes gaan maken, je kan je wensen gaan beperken, maar je kan ook je wensen gaan veranderen. Ik wil niet kiezen en ik wil me niet beperken, maar ik wil wel ons uitgangspunt "de binnenstad" eens goed bekijken. Deze binnenstad is te klein voor al onze wensen. Wij moeten onszelf lucht verschaffen. We zullen verder moeten denken dan de Buitensingelgracht. Dat doen we al. We interesseren ons al voor het direct naburig gelegen Museumplein wegens zijn culturele waarde; dat is van ons uit "annexatie". Maar we moeten ook bereid zijn een deel van ons geliefd binnenstadspakket naar buiten te verplaatsen, dat is "een kolonie stichten". En kijk eens hoe geslaagd dat is in het Westerpark. Daar zijn spraakmakende toneelvoorstellingen in een oude gasfabriek en in Grand Café Amsterdam waan je je op het Leidseplein.
Toen de gemeente in 1950 besloot, dat de universiteit niet naar de polder buiten de stad zou worden verplaatst; dat zij, integendeel, een onmisbaar onderdeel van de binnenstad zou blijven, kon niemand de buitensporige groei van het hoger onderwijs voorzien. Nu echter is het moment gekomen, onze bevangenheid te overwinnen en te zeggen: die bibliotheek hoeft niet in de binnenstad. Er is nog wel een tussenweg voordat er wordt gezegd: dan maar in de polder. Er is al een snoer hoger onderwijsinstellingen aan het Weesperplein, het Rhijnspoorplein en de Wibautstraat. Daarom opper ik de gedachte, dat in die omgeving een goede plek voor een modern bibliotheekgebouw kan worden gevonden. Men spreekt er in Amsterdam al lang over, dat de gebouwen van Het Parool en De Volkskrant vrijkomen. Door de moderne techniek is het niet meer nodig dat redactie en drukkerij in een gebouw zitten. Wat, als de drukkerij van de Perscombinatie naar de polder verhuist en de redacties zich in een van de vele leegkomende gebouwen in de binnenstad nestelen (ABN/AMRO, Maagdenhuis, Gerechtshof)? Dan komt de Parooldriehoek vrij voor een bibliotheek met eventueel een dependance in het Volkskrantgebouw.

Nee, wees niet bang. Zo gek als Parijs zullen wij het hier niet maken. In Parijs zijn de typische centrumfuncties over heel die onmetelijke stad verspreid: musea, cité universitaire, bibliotheek, theaters, regeringsgebouwen... Je reist je te pletter en je komt meestal vlak voor sluitingstijd van het museum of na het begin van de voorstelling te bestemder plaatse aan. Maar voor zulke toestanden hoeft de kleine stad Amsterdam nog niet bang te zijn.

Ricardo

(Uit: Binnenstad 184, september 2000)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.