In een eerste geval ging het om een volgens het bestemmingsplan toegestane uitbouw naar achteren die
op zeer korte afstand van de achtergevel van het pand om de hoek kwam. Dat laatste pand was
bovendien een monument. Bouwverordening en Burgerlijk Wetboek bieden hier geen oplossing. De
daarin neergelegde normen hebben betrekking op saneringssituaties en kunnen niet maatgevend zijn
voor nieuwe ontwikkelingen. Tot een uitspraak is het in dit geval niet gekomen omdat de
bouwaanvrage om persoonlijke redenen is ingetrokken. Het methodische probleem is daarmee
natuurlijk niet opgelost.
Heel recent kwam een bouwaanvrage aan de orde vlak bij een scherpe binnenhoek, een situatie die met
name in de Jordaan vaak voorkomt. De aanvrager pakt niet eens alle mogelijkheden van het
bestemmingsplan maar ontneemt desondanks de buurman, die dichter bij de hoek zit, wel een flinke
hoeveelheid licht en zicht. De procedure loopt nog, maar de buurman heeft weinig reden om
optimistisch te zijn.
Uniforme, globale en weinig tijdrovende bestemmingsplannen zijn voor het gemeentebestuur
aantrekkelijk, maar leveren kennelijk niet altijd een goede regeling op. Hoe het dan wel moet is
moeilijk in het algemeen te zeggen. In ieder geval meer overleg met de burgers, maar hoe bereik je
die? De gemeente probeert het wel, maar het blijkt volstrekt niet te lukken. Er lijkt, ook op andere
gronden, alle reden te zijn voor een kritische herbezinning op de bestemmingsplanmethodiek.
Herman Pinkse
(Uit: Binnenstad 186, februari 2001)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.