Het is waarschijnlijk vooral vanwege het monumentale koetshuis geweest dat Nicolaas Doekscheer
aan Hendrik Keun de opdracht gaf om zijn tuin te schilderen. Het koetshuis in Lodewijk XV-stijl is
rijk versierd en rijst hoog op boven de belendende bebouwing. In twee nissen in de vrijwel blinde
gevel aan de tuinzijde staan Romeinse godenbeelden. De god met de leeuw is Hercules, de godin met
het schaap vind ik moeilijker te indentificeren. Pas in tweede instantie valt de tuin met de mensen
daarin op. De man in de lange blauwe jas is vermoedelijk Nicolaas Doekscheer. Verder zien we o.a.
een tuinman en een dienstbode die het pad van ijsselsteentjes schrobt. Achterin speelt een man op een
fluit en een dartel hondje loopt dwars door de bloemperken.
Het koetshuis bevindt zich achter de tuinen van de panden Keizersgracht 524 en 526. De toegang tot
het koetshuis is aan Kerkstraat nr. 61. Vóór het koetshuis, aan de tuinzijde, is bovendien nog een tuin-
of speelhuis gebouwd met een rijkversierde top, die twee lage vensters in het koetshuis aan het oog
onttrekt. In deze gebeeldhouwde top zijn de allegorieën van hoop, geloof en liefde te onderscheiden.
De tuin is opvallend asymmetrisch. Dit is misschien te verklaren uit het feit dat Keizersgracht 524 en
526 weliswaar apart bewoond werden, maar oorspronkelijk tot één eigenaar behoorden. Vroeger is de
tuin wellicht groter geweest. Als je de houten schutting aan de linkerzijde van de tuin wegdenkt, is de
tuin wel symmetrisch en vormen tuin, tuinhuis en koetshuis één geheel.
De tuin op het schilderij wordt afgescheiden van de buurtuinen door houten schuttingen, die tot iets
boven ooghoogte reiken zodat je er net niet overheen kunt kijken. Als we uitgaan van één tuinaanleg
achter beide panden, verdeelt het pad van ijsselsteentjes, dat op het schilderij aan de linker zijde van
de tuin ligt, de tuin in twee gelijke delen. De broderieparterre aan de rechter zijde, die we hier zien,
wordt omzoomd door een natuurstenen rand. Achterin deze parterre staat een zonnewijzer in een
grasperk. Aan de voorzijde vormen gestyleerde bloemranken en arabesken een bloembeddenpatroon.
In de slingerende bloembedden zijn hyacinthen en narcissen geplant. Op het schilderij bloeien deze
tegelijkertijd met langs stokken opgebonden rozen. Wat ik nooit eerder heb gezien is dat de
slingerende arabesken zich qua kleur niet onderscheiden van de ondergrond. Gewoonlijk zijn deze
arabesken gemaakt van buxus of gekleurde steenslag, waardoor ze duidelijk afsteken tegen hun
achtergrond. In de tuin van het museum Willet Holthuysen bijvoorbeeld, wordt het broderiepatroon
gevormd door buxus en rode en witte steenslag.
De huidige tuin van Keizersgracht 524 zou een interpretatie of reconstructie zijn van de tuin op dit
schilderij. Ik ben zeer benieuwd.
Juliet Oldenburger
(Uit: Binnenstad 187, maart 2001)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.