De Sint Antoniesdijk maakte deel uit van een veel langere dijkaanleg, die zich uitstrekte
van het Gooi tot aan de duinen van het Kennemerland. Deze dijk, die in de twaalfde eeuw was
opgeworpen om de streek te beschermen tegen het binnendringende water van het IJ en de
Zuiderzee, vormde een belangrijke voorwaarde voor het ontstaan van vestigingsplaatsen in het
gebied. De huidige Zeedijk volgt de loop van het begin van de Sint Antoniesdijk en is, met de
westelijke Haarlemmerdijk en de voormalige dijkwegen langs de Amstel (nu Nieuwendijk en
Warmoesstraat), onderdeel van het vroegste Amsterdamse wegennet.
Op de eerste gedrukte plattegrond van Amsterdam, de uiterst gedetailleerde
vogelvluchtkaart van Cornelis Antonisz. uit 1544, is goed te zien dat de Zeedijk toen reeds
volledig was bebouwd. Aan de binnenzijde van de straat vinden we nog de vroegste
dijkbebouwing, vooral bestaand uit lage houten huisjes, terwijl op de - later bebouwde -
buitenzijde van de dijk reeds hogere huizen met stenen gevels staan. De straat liep dwars door
de vroegste oostelijke stadsuitbreiding, die werd omgeven door de in 1425 gegraven Vest
langs de Geldersekade en de Kloveniersburgwal. De aarden verdedigingswal langs deze gracht
werd na 1480 door de eerste stenen stadsmuur vervangen. Van de oostelijke vestingwerken,
nauwkeurig weergegeven op de kaart van Cornelis Antonisz., bleven alleen de Schreierstoren
en de Sint Antoniespoort (de latere Waag op de Nieuwmarkt) bewaard. Via deze monumentale
poort aan het einde van de Zeedijk betrad de zestiende-eeuwse reiziger vanuit het oosten de
stad.
Rechts op de kaart, aan de kop van de Zeedijk, is de voorloper van deze stadspoort te
zien: de naar het IJ gerichte Sint Olofspoort, die hier in de veertiende eeuw werd opgericht
toen de weg over de zeedijk nog buiten de omwalling van de stad lag. Uit opgravingen in de
buurt van de - in 1618 afgebroken - Sint Olofspoort, die stond op de plaats van het
gelijknamige straatje in het verlengde van de Warmoesstraat, is gebleken dat het water van de
Oudezijds Voor- en Achterburgwal aanvankelijk tot aan de poort doorliep. Na demping van dit
stuk gracht, mogelijk gemaakt door de aanleg van de Oudezijds Kolk, werd hier, direct tegen
de oostmuur van de poort, in de tweede helft van de vijftiende eeuw de Sint Olofskapel
gebouwd.
De toegang van de Zeedijk wordt gedomineerd door het torentje van de Olofskapel. Dit torentje werd in 1991-1993 herbouwd. |
De Sint Olofskapel dankt zijn naam ofwel aan de Noorse schutspatroon van zeevarenden Sint Olaf (plausibel vanwege de vele Scandinavische schepen die hier aanlegden), ofwel aan de - niet minder toepasselijke - Nederlandse beschermheilige van dijken Sint Odulphus. Zoals op de kaart te zien is, bood de kapel in 1544 een andere aanblik dan nu. In de vijftiende-eeuwse kapel was een Jeruzalemkapel met Heilig Grafkapel opgenomen, die in 1644 werd gesloopt, waarna het huidige drieschepige kerkgebouw ontstond. Na een brand in 1966 ontkwam de Sint Olofskapel ternauwernood aan de slopershamer. Onlangs is de kapel geheel gerestaureerd, waarbij zelfs het in de negentiende eeuw verloren gegane torentje werd gereconstrueerd. Het gebouw functioneert nu als congrescentrum van het nabijgelegen Barbizonhotel.
Zeedijk nr. 1, "het huis met de houten gevel". |
Bij opgravingen voorafgaand aan de bouw van het Barbizonhotel, zijn op de hoek van
de Zeedijk en de Prins Hendrikkade resten aangetroffen van een laat-veertiende-eeuwse
scheepswerf met lijnbanen, de eerste grote scheepswerf van Amsterdam. Ook werden er
vijftiende-eeuwse funderingen van enkele van de vroegste stenen huizen in Amsterdam
gevonden. Na de grote stadsbrand van 1452 werd het gebruik van stenen gevels en zijmuren
door de stedelijke overheid voorgeschreven, maar houten huizen zouden nog lang het
stadsbeeld blijven bepalen. Eén van de oudste huizen van Amsterdam, De Oude Aep op
Zeedijk nr. 1, heeft zijn overkragende houten gevel uit het midden van de zestiende eeuw nog
altijd weten te behouden. De lage houten huizen aan de Zeedijk werden mettertijd door hogere
stenen exemplaren vervangen.
Vooral in de bocht van de Zeedijk ervaart men nog dat de straat de loop van de oude
zeedijk volgt. Was dit deel van de Zeedijk, waar enkele van de rijkste Amsterdamse kooplieden
domicilie kozen, in de zeventiende eeuw nog een respectabele plek om te wonen, later
ontwikkelde het zich tot het belangrijkste uitgaansgebied voor passagierende scheepslieden.
Vanaf de negentiende eeuw groeide het aantal dubieuze horecagelegenheden aan de Zeedijk
sterk. De straat verwierf daarmee een slechte naam, die nog verder is versterkt door de
extreme verpaupering in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dankzij de
opknapbeurt die de straat de laatste jaren ondergaat, begint de Zeedijk aarzelend weer iets van
zijn oude schoonheid terug te krijgen.
Bob van den Boogert
(Uit: Binnenstad 188, mei 2001.)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.