Het balkenplafond van Zeedijk 30. |
Tussen de witgeverfde balken is de oude beschildering blootgelegd. |
Zeedijk 30 stond op de nominatie om in het kader van de grootschalige opknapbeurt van de
Zeedijk herbouwd te worden. Van dit pand bestond alleen nog een onderstuk. In het voorhuis
was jarenlang café De Meester gehuisvest, in het achterhuis woonde de caféhouder Piet van
Rees. Neil Kesper, ontwerper van de nieuwe gevels van het pand en o.m. van het torentje op
de Olofskapel, bezocht het pand om het te inspecteren voor het afgebroken werd. Diep in het
achterhuis bevond zich tussen een oude balkenlaag en een later plafond een piepkleine ruimte
waar in de oorlog joden ondergedoken zaten. Kesper kroop daarin en stootte zijn hoofd tussen
twee enorme zware balken. De brosse verf viel van het plafond en van onder de verflaag
kwam een klein bloempje tevoorschijn. Aan de hand van de sleutelstukken vermoedde hij dat
de balken uit de tweede helft van de 16de eeuw dateerden. Het pand verkeerde in slechte staat,
het was geen monument, niemand wist ervan. De ontdekker was echter nieuwsgierig
geworden en kwam terug om voorzichtig nog wat van de witte verf af te krabben. Toen tussen
de balken bladranken tevoorschijn kwamen en het vermoeden ontstond dat het een originele
schildering betrof uit de bouwtijd van het pand, werden één voor één werden de latere
plafonds uit het achterhuis gebroken.
Men vond een vrijwel gaaf balkenplafond aan van ongeveer 6,5 bij 10 meter, dat het gehele
achterhuis overspande. Oorspronkelijk bestond het houtskelet uit zes jukken, afgewisseld met
vijf smallere balken, die samen de houten plankenvloer droegen. De corbelen onder de
sleutelstukken had men aan één zijde weggekapt. In de achterste balk zijn nog zeven gaten
zichtbaar, waarin oorspronkelijk de raamstijlen waren gevat. De afmeting tussen twee stijlen
is steeds 57 cm, precies twee Amsterdamse voet. Vanuit dit venster keek men op de
Oudezijds Achterburgwal.
Opmeting van één van de jukken van het houtskelet van Zeedijk 30 |
Aan de rechterzijde van het achterhuis liep een gang, links was een kamer met een schouw in het midden. Uit dendrologisch onderzoek bleek dat de balken uit ongeveer 1560 dateerden. De moer- en kinderbinten in het voorhuis waren uit 1616. In de kelder van het huis trof men echter nog oudere balken aan: deze ronde, alleen van hun bast ontdane en grof gekapte balken dateerden uit de 15de eeuw. Dit zijn waarschijnlijk de restanten van het huis dat men ziet op de kaart van Cornelis Anthonisz. van 1544, een winkeltje met een zolder daarboven. Op de kaart van Balthasar Florisz. van 1625, is het huis een verdieping hoger, de uitbreiding uit 1616. Het meest bijzondere is eigenlijk dat het plafond beschilderd is. In het architectonisch midden van de kamer loopt van voor naar achter een rij van tien medaillons, die ieder het centrum vormen van een vak tussen twee balken. De vakken en medaillons zijn omkaderd door rode lijnen.
Opmeting achtergedeelte Zeedijk 30 |
Uit verfonderzoek door Matthijs de Keizer van het Instituut Collectie Nederland blijkt dat de rode lijnen fel afgestoken moeten hebben tegen een citroengeel plafond. De gele balken waren afgezet met zwarte biezen. In de vakken waren tegen het geel helder groene bladranken met witte lelies en perkamentrollen geschilderd. Op een eenvoudige manier is dieptewerking verkregen door de motieven te voorzien van zwarte schaduwlijnen en een witte lijn aan de zijde van het venster. De kleuren zijn niet meer zo helder als voorheen; de giftige citroengele oppermentverf is verdonkerd en het groene bladranken zijn bruin geworden. In de medaillons waren stukjes papier geplakt. Op grond van vergelijking met plafonds uit dezelfde tijd in Antwerpen, vermoedt men dat op het papier bijbelse voorstellingen geschilderd waren. De schildering is eenvoudig, in de stijl van Vredeman de Vries, maar toch kun je zien dat dit een voorname kamer is geweest.
Het pand is inmiddels gesloopt. De herbouw van het nieuwe pand heeft intussen een jaar vertraging opgelopen omdat het houtskelet, dat momenteel wordt gerestaureerd door de firma Abma uit Ursem, zal worden teruggeplaatst en een dragende functie zal krijgen in het nieuwe pand op de Zeedijk. (Zie: De restauratie van Zeedijk 30 en 32.) Zonder de inspanningen van het Bureau Monumentenzorg en Buro de Binnenstad die het belang en de waarde van de schildering inzagen, zou dit project niet van de grond gekomen zijn. Nu is het wachten nog op de restauratie van één van de oudst bekende plafondschilderingen van Amsterdam.
Juliet Oldenburger
(*) Sint Annenstraat 12, in: Binnenstad 168 (januari 1998), p.20-21. De overige afleveringen in onze serie over plafondschilderingen waren: Herengracht 150-152, Binnenstad 165 (september 1997), p. 60-61, Herengracht 479, in: Binnenstad 173 (november 1998), p. 90-91, en Herengracht 366, in: Binnenstad 182 (mei/juni 2000), p. 48-50.
(Uit: Binnenstad 188, mei 2001)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.