17de-eeuwse kruiskozijnen gereconstrueerd

Langestraat 72

Langestraat 72 na restauratie
Wie voor het eerst in de Langestraat komt, wordt verrast door de vredige, bijna dorpse sfeer. De straat is geen doorgaande route, dus er rijdt nauwelijks verkeer. Poezen wandelen op hun gemak van de ene plantenbak naar de andere en wie geïnteresseerd is in historische architectuur kan ongestoord de overblijfselen uit vroegere tijden bekijken.

Eén van die restanten is het huis op nummer 72. Het heeft net een flinke opknapbeurt achter de rug en ziet er nu weer 'als nieuw' uit. De jaartalsteen in de gevel vermeldt het jaar 1659. De ingezwenkte halsgevel met Lodewijk XV-voluten is 18de-eeuws. Ooit was er aan de rechterzijde van het huis een steeg die toegang gaf tot een klein achterhuis, nummer 70. In de periode 1925-1930 is de steeg bij nummer 72 getrokken. Het achterhuisje was toen al gesloopt.

Nieuwe eigenaar, nieuwe kansen

In 1964 werd Langestraat 72 aangekocht door de - toen nog jonge - stichting Diogenes. Het pand was tot kort daarvoor onderdeel van een bontbedrijf geweest, dat gevestigd was aan het erachter gelegen pand Herengracht 69. De parterre met achteruitbouw was in gebruik als opslagruimte en garage. Op de verdiepingen bevonden zich de werkplaatsjes van het naaiatelier. Het bontbedrijf was ter ziele gegaan en het pand stond al enige tijd leeg. Toen de heren van de stichting Diogenes op inspectie gingen, bleek dat de werknemers van het naaiatelier enige curieuze souvenirs hadden nagelaten: achter sommige deuren stonden roze etalagepoppen opgesteld, slechts gekleed in een klein driehoekje van bont… Na de aankoop werden de verdiepingen en zolder verbouwd. Gekozen werd voor een sobere inrichting ten behoeve van betaalbare huisvesting - vijf éénkamerwoningen met gemeenschappelijke voorzieningen - voor studenten van de Rijksacademie, geheel conform de doelstelling van de stichting.

Het dilemma van de pui

Langestraat 72 in 1916, met stoep en kelderingang Langestraat 72 in 1956, met garagedeuren.

Toen eind 1982 de huurder van het onderstuk vertrokken was, konden de pui en de parterre worden aangepakt. Dat was geen eenvoudige zaak. De hoge houten onderpui was in de periode 1925-1930 vrijwel geheel vervangen door garagedeuren, waarbij de tussenstijlen waren verwijderd. Ook het stoepje en de beide trapjes moesten eraan geloven. Besloten werd de leeggekomen ruimte geschikt te maken voor bewoning en gebruik als muziekstudio. Omdat men de grote garagedeuren erg lelijk vond en deze bovendien in slechte staat waren, werd een plan gemaakt voor een nieuwe onderpui, die ook constructief van betere kwaliteit moest zijn. Diogenes wilde daarbij zo goed mogelijk aansluiten bij de oorspronkelijke pui, dat wil zeggen: die van vóór de garagedeuren. De pui, met de dubbele puilijst, raamstellen en borstwering, vormt een zeldzaam voorbeeld van de ontwikkeling van het Amsterdamse woonhuis rond 1650, waarbij de insteek zich uitbreidde naar de voorgevel en uiteindelijk uitgroeide tot een volwaardige verdieping. Omdat de kelder in de periode 1925-1930 met puin was volgestort – tot in de jaren 70 geen ongebruikelijke manier om van het bouwafval af te komen – en er op de begane grond een betonnen vloer was gekomen, werd ervoor gekozen het bestaande niveau te handhaven. De stoep en de twee trapjes werden niet gereconstrueerd, want die zouden geen enkele functie meer hebben. Een kelder was er immers niet meer en een trappenhuis voor de verdiepingen was al in de voormalige steeg ondergebracht. Kortom: het nieuwe beeld beviel niet en het oude kon niet meer. Maar wat dan wel? Er werden diverse ontwerpen gemaakt en het heeft heel wat tijd en discussie gevergd, voordat het bestuur van Diogenes de knoop kon doorhakken. Het resultaat kunt u op de foto zien.

Bouwhistorische vondsten

Aan de voor- en achtergevel had in de jaren 60 alleen het noodzakelijke constructieve herstel plaatsgevonden. Omdat de top van de achtergevel eraf dreigde te vallen en het pleisterwerk aan de achtergevel op veel plaatsen losliet, werd in 1999/2000 groot-onderhoud uitgevoerd. Daarbij kwam een aantal interessante zaken aan het licht. Nadat van de voorgevel de dikke verflagen voorzichtig waren verwijderd, kwam het 18de-eeuwse metselwerk van de onderpui te voorschijn. Uit kleuronderzoek van het houtwerk bleek dat zowel de bovenste puibalk als vrijwel alle op de puilijst aansluitende stijlen een dunne dodekop onderlaag hebben. Dat kan erop duiden dat het nog de 17de-eeuwse onderdelen betreft. In de 17de eeuw hadden vrijwel alle Amsterdamse woonhuizen houten kruiskozijnen. De bovenvlakken bevatten glas-in-loodramen, onder zaten luiken. De meeste kruiskozijnen zijn vanaf de 18de eeuw vervangen door schuiframen of stolpramen. Het is dus heel bijzonder, als men nog een authentiek kruiskozijn, of onderdelen daarvan, in een gevel aantreft. Dat geldt zeker voor voorgevels, aangezien deze het meest zijn overgeleverd aan architectonische modegrillen. Ook het zoldervenster bleek 17de-eeuws te zijn, evenals het luikkozijn in de top.
Van de achtergevel werd de laag Portlandcement voorzichtig met de hand verwijderd. Op sommige plaatsen kwamen resten van een oude kalkpleisterlaag tevoorschijn. Deze is veel lichter van kleur en bevat stukjes schelp. Getracht is zoveel mogelijk van deze laag intact te laten. De gehele achtergevel was platvol gevoegd met een schelpkalkmortel, zoals dat in de 17de eeuw gebruikelijk was.

De achtergevel van Langestraat 72 na de restauratie. De oude houtimitatie op de dagkant van het kruiskozijn is zichtbaar gebleven en biedt samen met de rode luiken een fraai beeld.

Een ander gevolg van de ontpleistering was, dat door onregelmatigheden of verkleuringen van het metselwerk de oorspronkelijke afmetingen van de kozijnen herleidbaar werden. Ter hoogte van de insteek kwamen achter de dekplanken zelfs de oorspronkelijke onderdorpels, kozijnstijlen en bovendorpels van twee driedelige kruiskozijnen te voorschijn! De aanwijzingen waren zo duidelijk, dat de detaillering van de 17de-eeuwse kruiskozijnen geheel te achterhalen was. Diogenes besloot, in overleg met het Bureau Monumentenzorg, de twee kruiskozijnen in hun oude glorie te herstellen. De authentieke onderdelen zijn daarbij zoveel mogelijk gehandhaafd en in het zicht gelaten.

Epiloog

Het bijzondere van het huis in de Langestraat is niet alleen de aanwezigheid van vele authentieke onderdelen en bouwsporen. Het vertelt ons ook iets over de manier waarop de afgelopen 75 jaar met een oud gebouw in de Amsterdamse binnenstad is omgegaan. Voor zover bekend, zijn er in deze periode vier belangrijke ingrepen geweest. Met een zeer verschillend karakter. De eerste, in 1925/30, was puur functioneel, zonder enig respect voor de eerbiedwaardige ouderdom van het pand. Het gebouw was volkomen ondergeschikt aan het gebruik als naaiatelier. De tweede ingreep, in 1964, was vooral gericht op het constructief behoud van het inmiddels ernstig toegetakelde pand, waarbij sober en doelmatig te werk werd gegaan, ingegeven door de financiële situatie van Diogenes en de bestemming van betaalbare studentenkamers. De derde ingreep, in 1983, was onder andere gericht op het ongedaan maken van de verminking van 1925/1930, terwijl het niet haalbaar was om de oude toestand te reconstrueren. Over het resultaat zullen de meningen verdeeld zijn, maar de uitgebreide discussie die eraan voorafging geeft in elk geval aan dat men weloverwogen te werk is gegaan. Bij de laatste ingreep werd uitgebreid bouwhistorisch onderzoek gedaan en hebben de resultaten een bepalende rol gespeeld. Her en der zijn enkele 18de-eeuwse en later aangebrachte wijzigingen verwijderd om authentieke delen weer in het zicht te brengen of te reconstrueren. Het is geen 'harde restauratie' van een 17de-eeuws huis geworden; de geschiedenis is afleesbaar gebleven. Dat een dergelijke aanpak een kostbare en tijdrovende zaak is, waarbij telkens weer moeilijke keuzes moeten worden gemaakt, laat zich raden. Diogenes kan trots zijn op het resultaat, dat vooral is te danken aan de deskundigheid en zorgvuldigheid van bouwkundig opzichter R. Nieuwenhuis.

Joyce Alma

(met dank aan Ron Nieuwenhuis)

(Uit: Binnenstad 190, september 2001.)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.