[Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad]

Gasthuismolensteeg 18

Nieuw en (niet zo) oud in de binnenstad, een meningspeiling

Op een foto uit 2000 staat nog het oude Gastmolensteeg 18. De nieuwbouw van Gasthuismolensteeg 18: verrijking van het stadsbeeld?

Reacties

Dit zijn de schriftelijke reacties die ingestuurd zijn (meest recente bovenaan):


Foei lelijk die nieuwbouw over mooi en lelijk valt wel degelijk te twisten, iedere esteticus heeft hierbij kotsneigingen.Na mijzelf ruim acht jaar aaneen verdiept te hebben in noem het "heemkunde" en met name van Amsterdam heb ik denk ik enig recht van spreken. Wanstaltig die schoenendoos tussen de juist tipisch Amsterdamse panden, ieder gevoel van respect voor historie is hiermee voorgoed verdwenen.Inderdaad een voorbeeld van deze tijd RESPECTLOOS alom. Het enige pluspunt is dat het goddank weer afgebroken kan worden en 17e eeuws herbouwd in een periode waar alle cultuurbarbaren lang tot het verleden behoren! Dan de vraag komt het nog goed? Antwoord; nee het komt niet goed! Helaas!
L.Vos
(5 mei 2002, 12:05:07)

Over uw inleiding: Gasthuismolensteeg 18 was het oudste pandje in deze buurt. De 17e eeuwse gevel (en niet 19e?)was in al zijn eenvoud van een ontroerende schoonheid. De "nadrukkelijke moderne vormgeving" is door een armoedige visie en een pseudo-modernistische invulling en ook door het bezopen materiaal gebruik oorzaak van een buitengewoon lelijk en amateuristisch element in onze buurt. Het stadsbeeld is hierdoor onhelstelbaar beschadigd. Overigens is technisch een en ander onder meer door slechte voorbereiding en gebrekkige uitvoering en het onbreken van adekwate gemeente toezicht daarbij dermate slecht afgewerkt dat alle omwonenen ten opzichte van eigenaars, bouwers en gemeente in conflict verkeren. Conclusie: het was helemaal geen "moeilijk" probleem; Gasthuismolensteeg 18 had nooit gesloopt mogen worden. Een grondige restauratie had een paar fraaie en wellicht betaalbare stadswoningen opgebracht.
Ernst Nagel
(20 maart 2002, 15:32:10)

Een reactie op het bericht van Hans Lagas: Het uitgangspunt dat er zoveel mogelijk zon moest worden gevangen berust op de nieuwbouw. In de oude toestand had nummer 18 een achterhuis en dat achterhuis had een binnenplaatsje. Er was dus wel eerst licht aan de achterkant en er was dus geen noodzaak voor een glazen pui. Deze noodzaak is ontstaan doordat in de nieuwbouw het hele binnenplaatsje is dichtgebouwd. Ik heb echter niets tegen nieuwbouw, maar ik ben wel voor het bouwen in aansluiting met de rest van de straat: de negen straatjes hebben om dit pand hun omschrijving moeten wijzigen! Van een architect die nieuwbouw wil ontwerpen binnen de grachtengordel mogen we wel eisen stellen. Wie stelt die eisen? Iedereen die zijn mening wil laten horen. Nota bene: ook het originele ontwerp van Van Arkel werd verafschuwd om zijn wildheid en bizarheid. De mensen die tijdens de kraak zijn binnengeweest zijn het misschien met me eens: 18 en 20 samen waren een ingewikkeld complex van verdiepingen, een zeer charmant geheel met elementen en stijlen uit diverse perioden. Nu is het een typisch maximaliseer-de-winst verhaal. Leuk "eigentijds" bouwen. In ieder geval is wat betreft nummer 20 de geest van Van Arkel ver te zoeken; maar misschien is voor de moderne amsterdammer "geest" een beetje een vaag begrip.
Jan Cafard
(5 maart 2002, 19:39:05)

Het meest vervreemdende van het geheel vind ik het ontbreken van een deur. Ik weet natuurlijk dat men via de buren binnenkomt, maar visueel stuit me dit tegen de borst. Voorts vind ik er te veel staal en glas in zitten. Aan de andere kant moest er wel iets gebeuren. Ik zou een 6- geven.
Egbert Boeker
(28 februari 2002, 19:33:23)

Eerlijke materialen: wat is dat voor vage term!
P.J.Bosman
(28 februari 2002, 12:10:17)

Ik ben blij dat het hoekhuis gerestaureerd is. Oke, het is geen monument van voor 1800, maar het is een zeer karakteristiek pand met die Zuid-afrikaanse boer en al zijn kenmerken van de bouwstijl 1900. De architect had ook slechter gekozen kunnen zijn: van Arkel, die op tal van andere prominente plaatsen in de binnenstad zijn signatuur heeft achtergelaten. Men heeft ook de juiste kleuren gegeven aan kozijnen, kapellen etc. Waarschijnlijk op basis van kleuronderzoek naar het origineel. Blij dat het zo verantwoord is uitgevoerd. Ja, en dan de nieuwbouw daarnaast. Mooi is anders, maar er is niet geprobeerd een bouwsel neer te zetten dat de omgeving overschreeuwt zoals het roze/rode pand in de 2e Laurierdwarsstraat. Gelukkig is er ook niet een imitatie oud geveltje voor gezet, qua historische aanblik misschien wel gewenst. Maar toch absoluut geschiedvervalsing. Ik ben voor hedendaagse nieuwbouw zonder intentie tot zelfverheerlijking van de architect. Graag met eerlijke materialen en qua kleurstelling, volume, hoogte en steensoort aangepast aan zijn omgeving.
Atze A.Lootsma
(27 februari 2002, 14:57:35)

Het gat in de gasthuismolen: gegeven is dat het pandje smal en diep is. Er moet dus zo veel mogelijk licht gevangen. Een ander gegeven is dat de directe omgeving redelijk intact is: het staat dus nog niet vol met grijze staketsels. Mijn mening: een prachtige oplossing. Ik zou het pand -mede voor het licht- spierwit geschilderd hebben; met zo'n oplossing hoef je het resultaat niet groezelig grijs in de wand weg te werken.
Hans Lagas
(26 februari 2002, 23:21:09)

Inderdaad, het hoekpand is ook niet netjes gerestaureerd. Ook de ingang aan de Herengracht is een later toegevoegd item. Ik betwijfel echter of de kleurproeven die gedaan zijn wel goed zijn uitgevoerd; geen enkel ander pand uit die tijd en in die stijl (zelfs niet van Van Arkel) had een dergelijke kleurstelling. Het heeft nu iets van een "hippe" kinderwinkel o.i.d.
P.J. Bosman
(26 februari 2002, 21:38:32)

Hier wil ik dan het verhaal van de inmiddels oud-krakers van de transvaalse boer naar voren brengen. Wij hebben in contact met diverse deskundigen twee jaar lang geprobeerd de sloop van gasthuismolensteeg 18 en de sloop van het interieur van gasthuismolensteeg 20 tegen te gaan. Momenteel is dat laatste een groeiend agendapunt. Na lange gebrek aan aandacht voor interieuren wordt het eindelijk op de agenda gezet door Bureau Monumentenzorg. De krakers hebben indertijd een zorgvuldige documentatie gemaakt van het interieur, waaronder een gaaf 17e eeuws achterhuis achter nummer 18. Ook bevond zich daar in nog een authentieke keuken, waar wij de gelukkigen zijn geweest daar het laatst gebruik van te mogen maken. Het punt waar het in deze enquete om gaat is natuurlijk in eerste instantie de gevel van nummer 18. Ik denk dat we daarover kort kunnen zijn: het vertoont een groot contrast met de rest van de straat. Het idee van "de negen straatjes" -allemaal vooroorlogse bebouwing- waaronder de gasthuismolensteeg valt wordt erdoor ondergraven. De motivatie van de aannemers Krot en Boers (vaklieden maar slopers) is ook duidelijk: het realiseren van luxe appartementen. Hiervoor geldt de eis: grote oppervlakken, veel licht. Het was dus noodzakelijk om vloeren gelijk te trekken van anders redelijk kleine kamers en de tussenmuren tussen de beide panden op nummer 18 en 20 daarbij weg te breken. Het historisch gegroeide geheel van het pand van Van Arkel op nummer 20 het voorhuis op nummer 18 en vooral ook het 17e eeuwse achterhuis, is daarmee vernietigd. Hier misschien niet ter zake doend, maar wel opmerkelijk is dat ook het hoekpand op nummer 20 niet in oude glorie is hersteld zoals beloofd: torentjes en dakdetaillering ontbreken, de winkelpui bestaat niet meer uit het originele onbehandeld teak-hout, maar is glimmend gevernist. De herinnering aan wat was is ver te zoeken. Een verlies voor de stad. Zeker aangezien de Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad middels de persoon van Geurt Brinkgreve (een deskundige man, maar hij wilde zich niet met krakers associeren) haar bezwaar tegen de sloopvergunning voor gasthuismolensteeg 18 weer heeft ingetrokken. Ik neem aan dat men getuige deze enquete de gevolgen van die beslissing begint in te zien. P.S. Voor geinteresseerden kan ik documentatie beschikbaar stellen.
Jan Cafard
(26 februari 2002, 13:19:33)

Het leuke aan het hoekpand vind ik, dat het een oriëntatiepunt in de stad is. Hetzelfde gevoel heb ik bij Herengracht/Wijde Heisteeg 9; dat pand met de gele zijgevel aan de gracht. De nieuwbouw heeft typologisch een voorganger. Zie Rechtboomssloot 3 van architect Reinder Nust. Een pand met een hele smalle voorgevel, dat naar achter toe echter verbreedt. In deze situatie is het nieuwe pandje v.w.b. de plattegrond een eenheid met het hoekpand. Voor de lichttoetreding zal het beslist niet nodig zijn geweest om zulke grote glasoppervlakken te maken. Toch heb ik het gevoel dat er in de rij een geveltje tussenuit is.
Dat je dit soort erg smalle lokaties ook én zelfstandig én met een traditioneel gevelbeeld kunt 'vullen', kun je zien aan ons project Zeedijk 92 (3x8 m).
Jan Fraijman (Buro De Binnenstad)
(20 februari 2002, 20:23:46)

De nieuwbouw is o.i. afschuwelijk. Een bekend procedé, meermalen in de stad toegepast, maar uiterst smakeloos, vooral doordat het gebruikte materiaal, staal, niet rijmt met de omgeving. Verder een vlak bouwwerk, met geen speelsheid, slechts bedoeld om zoveel mogelijk vierkante meters te produceren. Het hoekhuis is prachtig gerestaureerd, waarbij ik me afvraag of de kleuren, vlgs monumentenzorg de originele kleurstelling, wel passen bij het geheel van de omliggende Herengracht. Wij allen houden ons zoveel mogelijk aan de voorgeschreven kleuren!
Ik zelf ben heel erg voor een bouwen van oud en nieuw samen, dit echter is voor de Gasthuismolensteeg geen verrijking, zoals elders in de negen straatjes ook al duidelijk was. Zorg voor de binnenstad hangt ook samen met zorg voor de bewoners van de monumenten, vooral zij die veel energie en geld besteden aan het onderhouden en mooi houden van hun huizen. In samenwerking overigens met monumentenzorg. De twee panden zijn al jaren verwaarloosd, waardoor wij ook niet in staat waren om de zijkant van ons huis (Herengracht 241) geheel te onderhouden. Vervolgens kwamen er krakers, lastig maar niet onoverkomelijk, maar daardoor ook heel moeilijk om alert te reageren op bouwplannen. Vervolgens ontruiming en start van de bouw, die ruim een jaar geduurd heeft, en nog plaats vindt. De architect heeft nooit met ons overleg, of met andere buren, ook de aannemer nauwelijks. Daardoor tekende hij het nieuwe huis recht voor het raam van onze buren aan de Herengracht (243), en kwam hij met het gebouw voor ons zijraam. Na allerlei overleg, met o.a. Bouw en Woningtoezicht, zijn de maten wat veranderd, maar aan de zijkant kijken wij tegen de leuningen aan van zgn Franse balconnetjes. B&W laten het er bij zitten en reageren niet eens op een schrijven van ons. Ook de bouw gaf heel veel overlast, B&W verbood uiteindelijk te hijen, maar in ons huis, gang en trappenwand is grote scheurvorming ontstaan. Met de verzekeringsexpert van de aannemer zijn we nu in overleg. Ook ons zorgvuldig gerestaureerde plafond van de 18e eeuw (secco) heeft nieuwe scheurtjes opgeleverd. Monumentenzorg kijkt er naar en zegt dat het een civiele zaak is.
Dit alles is niet bedoeld als een klaagverhaal, slechts om aan te geven dat bouwen in de binnenstad wat overleg en aandacht vraagt, naast, niet louter formeel, overleg over de artistieke en architectonische kanten van de zaak.
Ko Bordens
(20 februari 2002, 20:13:54)

Al staat de nieuwbouw in een steeg en is het oude stadsbeeld niet zo aangetast als bijvoorbeeld aan het Singel tussen de torensteeg en raadhuisstraat, vind ik dit niet zo'n passende oplossing. Wat was er mis met de oude voorganger?
P.J. Bosman
(20 februari 2002, 14:25:42)

[Terug]