![]() |
Interieur van de voormalige R.K. schuilkerk 'De Hoop' in Diemen |
Archeologisch onderzoek heeft uitgewezen dat in de 12de eeuw al een houten kerkje stond op
de terp van (Oud-)Diemen. (*) Dit kerkje groeide uit tot de rijk gedecoreerde Mariakerk, die in
1807 wegens bouwvalligheid werd gesloopt. Na de Alteratie werd de Mariakerk in 1584 ter
beschikking gesteld aan de gereformeerden. Wat er toen met de katholieken van Diemen
gebeurde, is onbekend. We vinden pas in 1630 weer informatie over hen toen particulieren in
Overdiemen toestemming van de overheid kregen om een 'huiskerk' in te richten. Deze werd
gewijd aan Petrus' Banden (= ketenen: Handelingen 12: 6-7) en zag er van buiten uit als een
stal. Zij heeft dienst gedaan tot de inwijding van De Hoop in 1787.
De Hoop werd - waarschijnlijk op initiatief van de pastoor van Overdiemen, Joannes
Hegeman - neergezet in het gehucht Diemerbrug. Dit was na de aanleg van de
Muidertrekvaart, in 1638-1640, steeds belangrijker geworden. Het lag dan ook voor de hand
om de bouwvallig geworden oude huiskerk hierheen te verplaatsen. Omdat ook de nieuwe
katholieke kerk niet als zodanig herkenbaar mocht zijn was De Hoop - eveneens gewijd aan
Petrus' Banden - van buiten zeer eenvoudig. De binnenkant was echter, voor een
plattelandskerkje, rijk versierd. In 1795 beschreef L. van Ollefen in zijn boek De
Nederlandsche stad- en dorps-beschryver De Hoop als "een schoon gebouw, welks wederga
zeker zelden op het platte land gevonden wordt".
Door de toegenomen welvaart van Diemen aan het einde van de 19de eeuw gingen de
gedachten van de katholieke gemeenschap uit naar de bouw van een nieuwe kerk. In 1882
werd de naastgelegen pastoorswoning vervangen door de huidige pastorie met torentje naar
ontwerp van A.C. Bleijs, die ook de Sint Nicolaaskerk in Amsterdam heeft ontworpen. Geld
voor een kerk was er echter nog niet. Wel werd De Hoop gerestaureerd en kreeg zij onder
andere haar huidige voorgevel. Aangenomen mag worden dat Bleijs ook hiervoor
verantwoordelijk was.
Uiteindelijk werd pas in 1910 de nieuwe Petrus' Banden ingewijd. Het ontwerp was van de
architecten M.J.E. Lippits en N.H.W. Scholten, die enkele jaren later Hotel Schiller op het
Rembrandtplein zouden bouwen. De Hoop werd ingericht als verenigingsgebouw, waarbij het
interieur grotendeels verdween achter betimmeringen. Deze functie hield het voormalige
kerkje tot in de jaren zestig, waarna het gedegradeerd werd tot opslagplaats van meubelen.
Vanwege deze opslagfunctie verdwenen ook de laatste onderdelen van het oude interieur
achter hout.
![]() |
De galerijen van De Hoop zijn weer begaanbaar. |
In de nacht van 16 op 17 november 1990 - er is ondertussen een orgelschool gevestigd - brak brand uit in het onttakelde kerkgebouw. Na de brand dreigde sloop. Ironisch genoeg kwamen juist door het vuur delen van het rijke interieur weer tevoorschijn. Pas toen beseften de Diemenaren wat voor een uniek bouwwerk verloren zou gaan. De Stichting Monument Schuilkerk De Hoop werd opgericht om de kerk voor de ondergang te behoeden. Het lukte de stichting om het gebouw op de Rijksmonumentenlijst geplaatst te krijgen. Daarnaast verzorgde men diverse publieksacties, die een deel van de restauratiekosten zouden dekken. Belangrijker echter was dat zo het draagvlak onder de bevolking van Diemen enorm vergroot werd. Dankzij de publieksacties, donaties vanuit het bedrijfsleven en monumentensubsidies werd de financiële basis voor de redding gelegd. De stichting vond Stadsherstel bereid de bouwval over te nemen van de parochie en geheel in oude glorie te doen herrijzen. Hiermee was niet alleen de financiële, maar ook de cultuurhistorische kant van de zaak geregeld. De restauratie werd uitgevoerd door Restauratiemaatschappij Schakel & Schrale b.v. Voor het restauratieplan en de directievoering was Rappange & Partners Architecten b.v. verantwoordelijk. Vooral het herbouwen van het interieur was een grote opgave. Het enige houvast bij de restauratie was een tweetal foto's van rond 1900. Verder bleek na een eerder uitgevoerd historisch onderzoek dat het interieur van twee in dezelfde tijd als De Hoop gebouwde, maar inmiddels verdwenen, katholieke kerken in Amsterdam - De Liefde en de kapel van het Maagdenhuis - een sterke verwantschap met de schuilkerk in Diemen hebben gehad. Zodoende konden ook prenten van deze twee bedehuizen gebruikt worden bij de reconstructie van het interieur van De Hoop.
De kerkzaal van De Hoop is rechthoekig met een halfronde absis waar het altaar in gestaan heeft. Langs de beide lange zijden van deze zaal loopt een galerij die eindigt in een ruimte waar vroeger het orgel stond. De galerijen worden gesteund door een achttal Toscaanse zuilen. Ook op de omloop staan acht van zulke zuilen - recht boven de onderste - om het plafond te ondersteunen. De zaal is eenvoudig, zonder ornamenten. Dit in tegenstelling tot het koorgedeelte, waar zich verschillende rijke stucdecoraties bevinden.
Twee schilderijen maken de aankleding van het interieur compleet. "De Verrijzenis" van
Johannes Voorhout (1647-1717) uit 1696 is geplaatst in de nis waar vroeger het altaar stond.
Hiermee kreeg de lege nis de nodige kleur en diepte. De prachtige barokke lijst van "De
Verrijzenis" werd volledig gerestaureerd en op de originele wijze verguld. Het schilderij is
afkomstig uit de Begijnhofkapel. Het werd hier overbodig toen in 1999 het altaarstuk dat
oorspronkelijk in deze kapel gehangen heeft, de "Maria Hemelvaart" van Nicolaas Cornelisz.
Moeyaert, in Amerika werd teruggevonden. De Stichting Het Begijnhof heeft het werk van
Voorhout toen in bruikleen afgestaan om het interieur van De Hoop mee op te luisteren.
Het andere schilderij is van Jacob de Wit (1695-1754). Het dateert uit 1716 en stelt voor "De
Wonderbaarlijke Genezing door Christus" (Mattheüs 9 : 1-8, Marcus 2 : 1-12, Lucas 5 : 18-
26). Het stuk is afkomstig uit het pand
Kalkmarkt 7, dat in 1978 aan Stadsherstel gelegateerd
werd. (Zie: Onbekend schoorsteenstuk van Jacob de Wit ontdekt.)
Aangezien het kunstwerk na restauratie van het betreffende pand niet teruggeplaatst kon
worden, werd besloten het te laten restaureren en daarna in de kerkzaal van De Hoop te
hangen. Tot voor kort was niet bekend wie het gemaakt heeft. Het is aan Guus van den Hout,
toenmalig directeur van het Museum Amstelkring (Ons' Lieve Heer op Solder) en Jacob de
Wit-kenner, te danken dat de voor de leek moeilijk leesbare handtekening is ontcijferd.
Op 27 februari 1998 heropende mr. Pieter van Vollenhoven De Hoop. De brand bleek achteraf een, wat de Engelsen zo mooi noemen, 'blessing in disguise'. Het niet zo rijk met monumenten bedeelde dorp Diemen heeft dankzij velen die 'De Hoop niet opgaven' een parel erbij gekregen. De Hoop heeft in een nieuwe gedaante zijn oude plek als 'verenigingsgebouw' in het Diemense leven herkregen. Men kan het gebouw afhuren voor diverse activiteiten als recepties, jubilea, vergaderingen en lezingen, maar ook - wat veel gebeurt - voor condoleancebijeenkomsten. Bovendien is De Hoop 'Huis der Gemeente', zodat er op deze unieke locatie burgerlijke huwelijken afgesloten kunnen worden. Een gelegenheid waar velen gebruik van maken.
Peter Prins, Stadsherstel Amsterdam
Literatuur:
J.P.P. Hinssen & J. Haag (red.) - Het Rooms Kerkhuys te Diemen. Uitgave van de Historische Kring
Diemen (Amsterdam 1993)
(*) Het huidige Diemen is ontstaan uit drie gehuchten, het oorspronkelijke dorpje (Oud-)Diemen, Overdiemen en Diemerbrug.
(Uit: Binnenstad 194, juli 2002.)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.