Die naam verwijst, net als die van de Zwartlakensteeg, naar de lakenhandel, die hier lang geleden was gevestigd. De Leidekkerssteeg, die met een boog van de Oudezijds Voorburgwal naar de Sint Jansstraat loopt, is genoemd naar een vroegere bewoner. Hoe de laatste steeg in dit gebied, de Gooyerssteeg, aan zijn naam komt is (mij) niet bekend. Drie van de vier genoemde stegen lopen dood en dat lijkt, afgaande op oude kaarten, altijd het geval te zijn geweest. Opvallend is dat de stegen allemaal op de Oudezijds Voorburgwal aansluiten. Als je kijkt naar de bebouwingsgeschiedenis is dat niet onlogisch.
![]() |
Zo gaat de Sint Jansstraat er straks uit zien. Merk de zorgvuldige wijze op waarop de nieuwbouw (3-5, 25, 31-35 en 41-43) in de gevelrij wordt opgenomen. |
De oudste bebouwing staat aan de Warmoesstraat. Al in de 13de eeuw werd hier gebouwd. De grond en de huizen aan de Warmoesstraat waren ongetwijfeld duur en de dijkbebouwing zal dicht op elkaar hebben gestaan. De kavels waren oorspronkelijk heel diep en liepen door van de Warmoesstraat tot de Oudezijds Voorburgwal. Geleidelijk zijn die lange kavels gesplitst en ontstond er aan de Oudezijds Voorburgwal zelfstandige bebouwing. Het binnenterrein raakte ook bebouwd. Je ziet achterhuizen verschijnen en er komen geleidelijk woningen en bedrijfsgebouwen langs de genoemde stegen. Recent archeologisch onderzoek heeft overigens laten zien dat aan de Leidekkerssteeg al in het begin van de 14de eeuw een huis heeft gestaan. De stegen, die oorspronkelijk wellicht als achterontsluiting voor de bebouwing aan de Warmoesstraat hebben gediend, kregen geleidelijk een functie voor de ontsluiting van de afgesplitste binnenterreinen en de steeds omvangrijker bebouwing daarop. De aansluiting op de Oudezijds Voorburgwal lijkt dus heel verklaarbaar.
![]() |
Detail van de kaart van Cornelis Antonisz. uit 1545, waarop het Blaauwlakenblok is aangegeven. |
Op de kaart van Cornelis Antonisz. van 1544 zijn nog veel tuinen te zien maar op de kaart van
Balthazar Florisz. van 1625 is het binnenterrein al intensief bebouwd.
De eerste kadastrale kaart van rond 1825 geeft een goed beeld van de omvang van de
percelen. De kavels aan de Warmoesstraat zijn in het algemeen heel groot en voor een flink
deel bebouwd. Alleen achter op deze kavels tussen de Gooyerssteeg en de Zwartlakensteeg is
nog open ruimte. Op de kaart van Lohman van 1876 is alleen het achtererf van Warmoesstraat
149 en 151 nog voor een flink deel onbebouwd. Ook dat is intussen verleden tijd, want daar
manifesteert zich nu de studentenvereniging ASC/AVSV in de vroegere gebouwen van
drukkerij De Bussy Ellerman Harms.
Rond de Tweede Wereldoorlog was er in het gebied een sterke menging van wonen en
werken in een zeer dichte pakking. Er was een flink aantal monumenten (ca. 40) maar een
aanzienlijk deel van de bebouwing, waaronder sommige monumenten, voldeed niet meer aan
redelijke eisen. Stadsvernieuwing was dringend nodig, maar die liet lang op zich wachten. Na
de oorlog heeft De Bijenkorf in het gebied een actief aankoopbeleid gevoerd met de bedoeling
hier na sloop een parkeergarage te bouwen. Toen die plannen van de baan waren is het bezit
van De Bijenkorf in de tachtiger jaren gekocht door de gemeente, die het Bouwfonds
Nederlandse Gemeenten (BNG) als ontwikkelaar inschakelde. Maar intussen waren, zoals viel
te verwachten, veel panden gekraakt. Er begon een lang proces van onderhandelen dat in 1984
leidde tot een gebruikersovereenkomst tussen het BNG en de bewoners. Daarin waren o.a.
afspraken over het opstellen van een programma van eisen opgenomen. Door wethouder
Schaefer was aan de bewoners een terugkeergarantie tegen een vergelijkbare huur gegeven.
Overeenstemming over het programma van eisen is er nooit gekomen. Daaraan zullen zowel
de toezegging van Schaefer als de cultuur binnen het toenmalige BNG, dat tamelijk autoritaire
trekjes had, niet vreemd zijn geweest. Het begrip 'vechten tegen de bierkaai' (een oude naam
voor dit gebied) heeft voor het BNG hier een heel concrete inhoud gekregen en het bedrijf
verdween begin 1989 buiten beeld. Het gemeentelijk grondbedrijf nam het beheer over.
Er kwam na bemiddeling van de Amsterdamse Federatie van Woningbouwverenigingen in de
persoon van de toenmalige secretaris daarvan, de heer Stadig, een voorstel op tafel waarin
ieder zich eind 1991 kon vinden. Voorwaarde was wel dat er overeenstemming zou worden
bereikt over een stedenbouwkundig plan. De Bewonersvereniging Blaauwlakenblok was en is
in dit proces een belangrijke partij.
In maart 1994 kwam er een aanzet tot een stedenbouwkundig plan van DRO en op 25
september 1997 kon de inmiddels gesloten Raamovereenkomst worden getekend. De
uitwerking van het stedenbouwkundig plan kon beginnen. Dat is tot een goed einde gekomen
en in 2001 verschenen de eerste concrete bouwaanvragen binnen het gemeentelijk project. Die
status had het toen formeel nog wel, maar op 26 april 2002 is het project Blaauwlakenblok
officieel overgedragen door het stadsdeel Amsterdam-centrum aan de Woningstichting De
Key, die als ontwikkelaar optreedt. Meer dan twintig jaar planontwikkeling leidt eindelijk tot
uitvoering.
Niet het hele blok valt binnen het project want ca. 30 % van het geheel is in particuliere
handen. En een deeltje van het gemeentelijk bezit is al eerder ontwikkeld door Stadsherstel,
zoals de lezers van dit blad ongetwijfeld bekend zal zijn, t.w. de panden Sint Annenstraat 10
t/m 16. Die bieden nu via de Stichting Jan Pietersz. Huis huisvesting aan muziekstudenten.
Over de bijzondere plafonds in nummer 12 is al veel gepubliceerd en ook de nieuwe top van
dit pand heeft ruime aandacht gekregen. Zie o.a. Nieuwsbrief nr. 26, zomer 1994, van de
Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Maatschappij tot Stadsherstel (sinds enkele jaren
Stadsherstel Amsterdam N.V.) en eerdere artikelen in Binnenstad
(Sint Annenstraat 12 en
Plafondschildering in Sint Annenstraat 12).
Behoud en herstel van de oude stedelijke structuur, zoveel mogelijk behoud en renovatie van
bebouwing, versterking van de woonfunctie en scheppen van veel woon- en werkruimten voor
kunstenaars, verbetering van het woon- en leefklimaat, afstemmen van de inrichting van het
gebied daarop, zoveel mogelijk herhuisvesting ter plaatse van de huidige bewoners en
gebruikers, verwijderen van niet passende activiteiten en binnen de structuur hier en daar wat
meer openheid, dat zijn de belangrijkste uitgangspunten voor de planvorming. Het is hoog
gegrepen, maar de eerste uitvoeringsplannen zijn hoopgevend.
Het blijft overigens een probleem dat midden in het plangebied de grote voormalige drukkerij
en huidige sociëteit ligt. Het complex blijft buiten de planvorming, maar vormt wel een bron
van overlast. Het is bovendien veel te grootschalig, een soort koekoeksjong. Vervanging door
kleinschalige gemengde bebouwing zou de kwaliteit van het gebied flink kunnen verhogen.
Een utopie of een reële mogelijkheid?
Een tweede tamelijk omvangrijk complex van de Stichting W139 omvat een theater en een
dansstudio op Warmoesstraat 139-139a, doorlopend achter 141 en 143 en diep het gebied
instekend. Het is de bedoeling dat op langere termijn de dansstudio verdwijnt. Die ligt het
verst naar achter, midden in het blok. Voorlopig is er echter een bouwplan van
Architectenbureau Vincent Smulders ingediend dat alleen het theatergedeelte omvat.
Achter139a komt iets meer lucht, maar dat smalle perceel, eigenlijk alleen een doorgang,
wordt wel opgehoogd met enkele kantoorlagen voor de Stichting W139.
Al eerder zijn kleinschalige bouwplannen van Architectenwerkgroep Antwerp - bOb Van
Reeth voor de open plekken en de niet te herstellen bebouwing aan de Sint Jansstraat
ingediend. Het gaat voornamelijk om atelier- of bedrijfswoningen die modern van uiterlijk
zijn, maar met hun indeling prachtig inspelen op de aanwezigheid van de Leidekkerssteeg en
daarmee de historische structuur op een knappe wijze nieuw leven inblazen. Dat zoiets goede
resultaten kan opleveren heeft dit bureau laten zien met het project aan de Mariaplaats in
Utrecht.
![]() |
Voor de hoek Sint Annenstraat/Warmoesstraat is een bouwplan van Soeters in aantocht. |
Of het mogelijk is de stegen in het gebied weer openbaar terrein te maken blijft twijfelachtig.
Dat is wat iedereen het liefste wil, maar zal dat lukken? Bij de bebouwingsplannen moet
daarmee vanaf het begin rekening worden gehouden. Alleen als er aan de stegen functies
komen die contact met de straat waarborgen is er kans van slagen. Dit plan aan de Sint
Jansstraat/Leidekkerssteeg schept daarvoor in ieder geval zo goed mogelijke voorwaarden.
Voor de hoek Sint Annenstraat/Warmoesstraat is een bouwplan van Architectenbureau
Soeters Van Eldonk Ponec in aantocht. De aanwezige bebouwing, alleen bestaande uit
onderstukken, wordt gesloopt. Oorspronkelijk was het de bedoeling ook Warmoesstraat
133-135 en 137 te slopen. Dat laatste ca. 4 meter brede pand is nota bene genomineerd als
gemeentelijk monument. Gelukkig is van dat plan afgestapt en wordt nu uitgegaan van
renovatie. Wel moet 137 een nieuwe achtergevel krijgen. Het plan van Soeters c.s. is in het
stadium van het voorlopig ontwerp. Een blok van ca. 5 bij 23 meter in vijf lagen met zijn
smalle kant aan de Warmoesstraat. Duidelijk eigentijds vormgegeven, maar wel op de vlucht
gebouwd. Naast de twee te restaureren monumenten Sint Annenstraat 6 en 8 is een glazen
trappenhuis geprojecteerd.
![]() |
Sint Jansstraat 15-45. Boven: oude toestand. Onder: huidige toestand. |
Afgezien van drie pandjes aan de Zwartlakensteeg en een aan de Blaauwlakensteeg wordt er
in het gebied geen nog aanwezige bebouwing gesloopt. Natuurlijk is er al het nodige
verdwenen, maar dat was voor een deel onvermijdelijk. Aan de Sint Jansstraat zijn in de loop
van de jaren helaas ook verschillende monumenten verdwenen. Een nog aanwezig
monumentaal pand bleek bij nader inzien onherstelbaar en wordt vervangen door nieuwbouw.
De top van dit pand wordt gelukkig wel gebruikt voor de restauratie van een monument
verderop in de straat.
Binnen het projectgebied komen ongeveer 120 woningen en 60 ateliers/bedrijfswoningen. Dat
betekent dat er vergeleken met de huidige situatie 20 woningen bijkomen. Ongeveer 80 % van
het totale woningaantal wordt verkregen door restauratie en renovatie. Van het totaal wordt
ongeveer 30 % in de vrije (koop)sector gerealiseerd, m.n. aan de Oudezijds Voorburgwal. Dat
betekent dat er een ongebruikelijk groot aandeel huurwoningen in dit gebied komt. Wat
daarvan tot de sociale huursector mag worden gerekend is niet direct duidelijk. Veel
woningen voor starters zullen er waarschijnlijk niet bij zijn, maar dat geldt voor bijna alle
nieuwbouw.
Omdat er veel wordt gerestaureerd en gerenoveerd is het aandeel nieuwbouw bescheiden. Er
wordt geen poging gedaan die nieuwbouw te maskeren, maar zeker de woningen aan de Sint
Jansstraat en de Leidekkerssteeg passen zeer goed in de historische stedenbouwkundige
structuur. Hopelijk krijgt nu ook de parkeergarage van Krasnapolsky een facelift; zolang er
auto wordt gereden kun je niet verwachten dat hij zal verdwijnen.
Hoewel het nog veel te vroeg is voor een eindoordeel lijkt er aanleiding tot enig optimisme. Bij de beoordeling van het eindresultaat is voor onze vereniging natuurlijk een belangrijk criterium of uiteindelijk een gebied is ontstaan dat nog steeds goed herkenbaar is als een van de oudste Amsterdamse binnenstadsgebieden. Dat het in die context tegelijk moet voldoen aan redelijke eisen van licht, lucht, openbaarheid en veiligheid spreekt vanzelf.
Herman Pinkse
(Uit: Binnenstad 195, nov. 2002.)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.