Amsterdamse gevelstenen

De gevelsteen met een duif van Karthuizerstraat 6

Tot de afbraak in maart 2001 zaten in de boogvullingen van de drie vensters van de eerste verdieping van Karthuizerstraat 6 drie gevelstenen. Boven het middelste venster een met een duif, links en rechts twee cartouches met ANNO en 1619. Een duif, in deze houding, frontaal gezien met gespreide vleugels, geldt als symbool van de H.Geest en werd gebruikt als 'merk'door het Amsterdamse Burgerweeshuis. Zo'n duif komt o.a. voor in het snijwerk van regentenborden, wapenborden, boven de poort van 1581 in de Kalverstraat en als windwijzer op de hoek Sint Luciënsteeg en Nieuwezijds Voorburgwal.
De steen in de gevel van het gesloopte Karthuizerstraat 6 De steen in het atelier van J. Hilbers (aug. 2002)

De gevelsteen met duif in de Karthuizerstraat was het 'merk' van een van de twee huizen waarvoor het Burgerweeshuis in maart en april 1620 aan de steenhouwer Carel Care betalingen deed voor het maken van de gevel, het leveren van hardsteen en het 'volleveren' van de twee gevels (1)

Tot nu toe golden de kaart van 1625 en de vogelvluchttekening uit 1631, beide van Balthasar Florisz., als enige bronnen waar deze panden op te onderscheiden zijn, schuin van achteren gezien. Een indruk van de voorgevels van deze panden geeft echter de tekening die Gerrit Lamberts in 1816 in de Karthuizerstraat maakte (2). Het hoofdmotief van de tekening vormt de hoogopgeschoten beplanting van het Karthuizerkerkhof maar aan de linkerzijde wordt de voorstelling afgesloten door de helft van een van de huizen die het Burgerweeshuis hier in 1619 liet bouwen, het latere (ook afgebroken) Karthuizerstraat 4. De opmerking van Ir. R. Meischke in Amsterdams Burgerweeshuis (3) dat deze panden van eenvoudige architectuur waren, kunnen we dankzij de tekening van Gerrit Lamberts enigszins relativeren. De versierde puilijst, het hoekblok met gekroond wapenschild en de cartouche in het boogveld boven het kruiskozijn van de eerste verdieping geven het pand een zekere allure. Dat het buurpand een zelfde bouwtrant had zal later blijken. Op de tekening is in de cartouche een gedeeltelijk leesbare tekst aangegeven, maar dankzij Van Lennep en Ter Gouw weten we precies wat er staat. (4)

Het voormalige Karthuizerkerkhof op de kaart van Balthasar Florisz., 1625. Ongeveer in het midden staan de twee huisjes aan de Karthuizerstraat uit 1619.

"In de Karthuizerstraat naast het kerkhof ziet men in een gevel een oud steentje waarop de woorden CATVISERS KLOSTER uitgehouwen staan. Dit steentje bewaard den naam van het groote en rijke Karthuizersklooster (… ) dat tot in t laatst der 16de eeuw te dier plaatse gelegen was. 't Is dat Karthuizerklooster dat we in Vondels Gijsbrecht ten tonele zien verschijnen; maar dat in Vondels dagen (… ) als herberg, de uitspanningsplaats der Amsterdammers geworden was. Naast dit huis staat nog een ander, dat wel groter, doch van gelijken bouwtrant is. Dit laatste huis heeft drie stenen in de gevel: in 't midden de duif met uitgespreide vleugels, 't symbool van het Burgerweeshuis, dat beide huizen heeft doen bouwen."
De tekstcartouche werd ook nog opgetekend door Suasso, op pagina 76 van zijn Gevelstenenschetsboek, maar niet meer vermeld in de Noord-Hollandsche Oudheden. Hier worden wel de steen met de duif en de cartouches ANNO en 1619 genoemd, met een verwijzing naar Van Lennep en Ter Gouw. (5) Kennelijk waren toen, in 1903, de vroeg 17de eeuwse panden al vervangen door eigentijdse nieuwbouw, want een complex van gevels zoals gedeeltelijk door Gerrit Lamberts getekend zou zeker vermeld zijn. Het valt alsnog te betreuren dat de tekststeen toen niet is herplaatst, zoals wel met de duif gebeurde. Tot de afbraak van de panden Karthuizerstraat 4 en 6 zaten de steen met de duif en de beide cartouches onopvallend in de boogvullingen van de vensters van de eerste verdieping van het 19de eeuwse pand; de samenstellers van de Monumentenlijst (1928) hebben ze over het hoofd gezien, wellicht waren ze weggetimmerd.

In de vervangende nieuwbouw (Woningbedrijf Zomers Buiten, architectenbureau Reijntjens) krijgen de drie stenen weer een plek, zodat de herinnering aan de vroeg 17de eeuwse bouwactiviteiten van het Burgerweeshuis op deze plek levend blijft. Gevelstenenrestaurator Jan Hilbers heeft de drie reliëfs waaraan we, dankzij de nauwkeurige boekhouding van het Burgerweeshuis, de naam van steenhouwer Carel Care kunnen verbinden van dikke verflagen ontdaan en in de aangetroffen kleuren gepolychromeerd.

Onno Boers

Voetnoten:

  1. Hardsteen is in de middeleeuwen en de 17de eeuw de benaming voor natuursteen, bijvoorbeeld Bentheimer zandsteen, in tegenstelling tot baksteen.
  2. Collectie Koninklijk Oudheidkundig Genootschap, Atlas Van Eck.
  3. De Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst. De Gemeente Amsterdam, deel , Staatsuitgeverij 1975, pag. 153.
  4. Mr J. van Lennep en J. ter Gouw, De Uithangteekens etc., Amsterdam 1868, pag. 355- 356.
  5. G. van Arkel en A. W. Weissman, Noord-Hollandsche Oudheden etc., Amsterdam 1903, pag 42.

(Uit: Binnenstad 195, nov. 2002.)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.