Uitbreiding Stadsschouwburg

Onlangs lagen een bouwaanvraag en een monumentenaanvraag voor de uitbreiding van de Stadsschouwburg en de Melkweg ter inzage, de zogenaamde ‘vlakke vloerzaal’. De VVAB heeft in een zienswijze laten weten ernstige bezwaren te hebben tegen deze nieuwe grove aantasting van het beschermd stadsgezicht.

Met deze publicatie werden onze bange vermoedens bevestigd: het ambitieuze programma lijkt in de beperkte ruimte niet inpasbaar zonder het stadsbeeld ernstige schade toe te brengen. De nieuwbouw met een hoogte van bijna 40 meter manifesteert zich uitdrukkelijk als een fabriek inclusief sheddaken en ventilatieschachten en maakt van de huidige Stadsschouwburg een mallotig aanhangsel. Het bouwplan is in strijd met het beschermd stadsgezicht en – formeel gezien – met het vigerende bestemmingsplan: er is een artikel 19-procedure nodig.

De ter visie gelegde ontwerptekeningen van de uitbreiding van de Stadsschouwburg liegen er niet om. De gevel van de Stadsschouwburg aan het Leidseplein met de uitbreiding daarboven uitstekend. Denk er een grijze rookpluim bij en het beeld van een fabriek is compleet. De bouwmassa is vanuit diverse zichtlijnen goed zichtbaar, bijvoorbeeld vanaf de Overtoom, de Marnixstraat en de Weteringschans.
De gevelwand aan de Marnixstraat met daarbovenuit stijgend de zich als een melkfabriek manifesterende nieuwbouw. (Tekeningen van Jonkman en Klinkhamer Architecten.)

Hoe is het mogelijk? Dat is het eerste wat je jezelf afvraagt na het onder ogen krijgen van een dergelijk ingrijpend bouwplan. Het antwoord is eigenlijk heel simpel. De raadscommissie van Cultuur heeft geheel zelfstandig een beslissing genomen een topzwaar ‘programma van eisen’ uit te voeren, zonder instanties als de Commissie van Welstand en Monumenten te raadplegen of dat op die plek wel mogelijk is zonder dat er brokken van komen. De arme architect die door de Stadsschouwburg is ingehuurd, ziet zich nu geconfronteerd met de onmogelijke ontwerpopgave op een te klein gebied een functioneel maar ook feestelijk gebouw te ontwerpen. Om het nog moeilijker te maken moet dit gebouw zich ook nog voegen in de huidige stedenbouwkundige context zonder dat het stadsbeeld ernstige schade lijdt. De architect is op de proppen gekomen met een gebouw dat zich manifesteert als een melkfabriek, een verwijzing naar de functie die de Melkweg ooit had. Een historiserende benadering dus, maar dat kan met dit bouwvolume nooit ergens toe leiden. De Welstandscommissie schijnt dat goed begrepen te hebben, want uit de altijd interessante notulen blijkt dat de collega-architecten van mening zijn dat een ‘nieuw cultureel icoon’ zich ‘krachtig (moet) manifesteren in de skyline van dit deel van de binnenstad’. Het toevoegen van een ‘utilitair silhouet’ aan het stadsbeeld moet spannend zijn! Uit ervaring weten wij waar ronkende architectenpraat als hier geciteerd in de binnenstad toe kan leiden: zie bijvoorbeeld de Nieuwezjds Kolk.

De oplossing die de Welstand ziet, is zo mogelijk nog rampzaliger dan het huidige plan waarvan de tekeningen hier gereproduceerd zijn. Ik hoop dat deze kwestie leidt tot een fundamentele discussie over de vraag wat de kleine en kwetsbare binnenstad kan verdragen. En of de bescherming van de beschermde binnenstad op het stadhuis wel in goede handen is.

Walther Schoonenberg

Meer lezen:
[bezwaarschrift]

(Uit: Binnenstad 197/198, maart 2003)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.