Wat betreft het soort plannen is het beeld hetzelfde als vorige jaar: zeer veel plannen betreffen
de z.g vijfde gevel, dakopbouwen, dakterrassen, dakkapellen, luchtbehandelingsinstallaties e.d..
De druk om in de hoogte uit te breiden is onverminderd groot. Door de nieuwe bestemmings-
plannen wordt uitbreiding in de hoogte voor een deel geblokkeerd - ik kom daar nog op terug -
maar veel mensen blijven de grenzen aftasten. Gelukkig is de welstandscommissie zeer kritisch
t.a.v. dergelijke aanvragen en worden b.v. dakkapellen op vlieringniveau systematisch
afgewezen. Wat er precies aan de orde is geweest kan hier niet volledig worden vermeld maar wie dat
wil weten kan het op de website vinden. Ik zal wat bijzondere projecten en
bijzondere aspecten noemen en me daarbij niet precies aan de jaargrenzen houden. Dat doen
procedures immers ook niet. Over sommige zaken kan ik kort zijn want die hebt u ook in
Binnenstad kunnen lezen.
Twee zaken speelden buiten de grenzen van de binnenstad maar waren toch van belang: De
bouwplannen rond de houtzaagmolen aan de Kostverlorenvaart en een hoge
antennemast in Noord, direct aan het IJ. Die laatste speelt een rol in het digitenneproject waarover u
recent het nodige hebt kunnen lezen. Voor de verspreiding van de signalen van dat systeem is
een mast van 150 meter hoog geprojecteerd, goed zichtbaar vanaf de zuidoever. Toen wij daar
achter kwamen was de procedure al veel te ver gevorderd om nog enige kans op succes te
hebben.
Tegen de bouwplannen rond
De Otter, 370 jaar oud en de laatste houtzaagmolen van
Amsterdam, hebben wij verzet aangetekend. Die plannen beperken de windvang van deze historische
molen drastisch en dreigen het werken van de molen onmogelijk te maken. Ook hier zonder
succes overigens, en dat viel gezien de in het geding zijnde belangen ook wel te verwachten.
Maar daarmee verdwijnt wel de laatste verwijzing naar de grote molenactiviteit aan de westkant van
Amsterdam, waarvan Jacob Olie zulke prachtige foto’s heeft gemaakt.
De afloop van het jarenlange gevecht rond de
Pottenbakkersgang kunt u nu ter plaatse
bekijken: een gapend gat. De les uit deze procedure is duidelijk: voortaan eerder in actie komen.
Laten we hopen dat de nieuwbouw er enigszins redelijk uit gaat zien. De andere onderdelen
van de cluster Tichel van dezelfde architect zijn vergeleken met oudere
stadsvernieuwingsprojecten in ieder geval een verbetering.
Een bijzonder project in de binnenstad was het plan voor
Geldersekade 82, een prachtig, maar
sterk verwaarloosd monument, gekocht door Het Oosten met de beste bedoelingen maar voor
teveel geld. De financiën dwongen tot een verdeling in teveel appartementen met aantasting
van monumentale waarden. Daartegen is de vereniging in het geweer gekomen, deels met succes.
Trouwe lezers van ons tijdschrift zullen zich misschien het nogal opvallende bouwplan van
architect Dijkman (ook architect van enkele afwijkende panden in de Hazenstraat) op
Rozenstraat 151 herinneren.
Na een eerste afwijzing is nu een enigszins aangepast plan in procedure.
Het wijkt nog steeds sterk af van het traditionele beeld, maar deze keer lijkt ons verzet tevergeefs.
Waarom nu wel mag wat eerst niet werd toegestaan blijft nogal onduidelijk.
Op het mr.Visserplein kunnen we nu het z.g.
TunFunproject bewonderen. Het geheel is aanzienlijk
versoberd na bezwaren van ons en anderen. Echt fraai is het niet. Aangezien het enige
alternatief was het laten voortbestaan van de huidige open wond op die plaats heeft het bestuur
uiteindelijk besloten het verzet te staken. Het oordeel is aan u.
Voor de gecompliceerde situatie rond het bouwplan aan het begin van de
Willemsstraat
verwijs ik naar het tijdschrift. Ik noem het plan hier toch omdat het een van de plaatsen is waar de
problemen met hoekbebouwing manifest worden. In principe heeft het stadsdeelbestuur de
mogelijkheid om het bijzondere eisen te stellen en dat gebeurt recentelijk ook wel, b.v. bij
Palmgracht 3.
Op Leliegracht 40 is dat niet gebeurd en of het aan de Willemsstraat goed komt
zullen we nog maar moeten afwachten. Leliegracht 40 is overigens ook een goed voorbeeld
van de manco’s in de regeling van de bouwhoogten in bestemmingsplannen. Voor monumenten
en beeldbepalende panden zijn er geen problemen, maar voor de andere panden is de regeling
niet doeltreffend. De bestemmingsplannen geven een gemiddelde hoogte en de panden die
lager zijn kunnen daarom worden opgehoogd. Dat gebeurt regelmatig en dat heeft twee
gevolgen: de hoogte wordt gelijkgeschakeld en de nivellering wordt nog veel sterker omdat het
economisch het gunstigst is om het nieuwe pand te voorzien van een lijstgevel met een dwarskap,
beter gezegd een plat dak dat aan de voorkant is afgeschuind. Dat betekent het verdwijnen van
topgevels bij nieuwbouw. In een vrij recent gesprek met de stedenbouwkundigen (naar aanleiding
van het bestemmingsplan Haarlemmerbuurt) lijken we dat
eindelijk ook aan het stadsdeel duidelijk te hebben kunnen maken. Daarmee is overigens de
oplossing voor dit nogal lastige probleem nog niet gevonden en de paar nog resterende plannen
voor de binnenstad zullen ongetwijfeld nog de oude regeling laten zien.
Tenslotte een project waaraan wij veel tijd hebben besteed: het bouwplan tussen de
Fokke Simonszstraat
en de Lijnbaansgracht vlak bij de Reguliersgracht. U kunt er over lezen in het
zojuist verschenen nummer van Binnenstad. Wij hebben er een katterig gevoel over. Aan de ene
kant omdat gemeente en welstandscommissie hier zonder enige motivering van hun eigen
beleid afwijken. Maar misschien nog wel meer omdat wij door de rechtbank niet ontvankelijk zijn
verklaard toen wij schorsing van de bouwvergunning vroegen. Wij zijn het met die uitspraak
niet eens, maar verzet daartegen is niet mogelijk en dat betekent dat de bouwvergunning niet is
geschorst. Er loopt nog een bezwarenprocedure bij het stadsdeel, maar dat zal zich
vermoedelijk haasten om de conclusie van de voorzieningenrechter over te nemen. Uiteraard wordt nu
grondig bekeken of de vereniging haar statuten aan moet passen om herhaling te voorkomen.
De gang van zaken is frustrerend omdat we het bouwplan niet hebben kunnen tegenhouden
maar ook omdat er geen uitspraak komt over de vraag of het stadsdeelbestuur zich door het
gebrek aan motivering niet schuldig maakt aan onbehoorlijk bestuur.
Ik sluit af met een algemene opmerking over het welstandstoezicht. De welstandscommissie is
in vele gevallen onze bondgenoot, maar niet altijd. En soms is het volstrekt onduidelijk welke
criteria de commissie hanteert. Daarin komt verandering, nu er op grond van de nieuwe
Woningwet nauwkeuriger criteria voor de welstandstoetsing moeten komen. Daaraan wordt
gewerkt, zie weer het laatste nummer van
Binnenstad. Het is voor ons natuurlijk heel belangrijk
om gebruik te maken van de inspraakmogelijkheden op die nieuwe criteria en dat zal de
vereniging zeker doen. Als u daarbij wilt helpen bent u meer dan welkom.
Herman Pinkse