Wethouder Guido Frankfurther met op de achtergrond de Zuidertoren |
In het voorjaar zal het bankenplan aan het Dagelijks Bestuur worden voorgelegd en in de zomer
zouden de eerste Frankfurthers geplaatst kunnen worden. Eerst op kleine schaal om proef te
draaien en later als de proef is gelukt ook in moeilijke gebieden waar verslaafden en daklozen
wel eens een tukje willen doen. Guido Frankfurther: “De meeste banken in de binnenstad zijn
weggehaald omdat omwonenden klachten hadden over buitenslapers die in wakkere toestand
veel lawaai maakten. De nieuwe bankjes komen op zo’n onderlinge afstand dat je niet met
behulp van bijvoorbeeld een plank toch een slaapplaats kunt krijgen, maar de afstand is niet
zo groot dat bankzitters geen praatje met elkaar kunnen maken.” Slapende daklozen en
verslaafden, daar moet de deelraad kennelijk niets van hebben. Frankfurther veert op: “Dit
bestuur ziet ze niet als paria’s, ze hebben ook recht op een bestaan”.
Het ontwikkelen van bankjes zit in de portefeuille ‘Inrichting openbare ruimte en groen’ die
Frankfurther heeft. Zijn andere beleidsterreinen zijn: verkeer en parkeren, het water en de
monumentenzorg.
September vorig jaar besloot het Dagelijks Bestuur akkoord te gaan met het voorstel van
wethouder Frankfurther om harder op te treden tegen eigenaren van panden die illegaal
sloopten en verbouwden. Een van de maatregelen houdt in dat in gevallen waarin herstel niet
meer tot de mogelijkheden behoort, strafrechtelijk wordt opgetreden. Daartoe zijn afspraken
gemaakt met politie en Openbaar Ministerie. De maximumstraffen voor overtreding van de
Monumentenwet zijn € 45.000 boete of een gevangenisstraf van één jaar.
Guido Frankfurther: “In vijftig procent van de gevallen waarin we melding krijgen van
illegale sloop of verbouwing, is er uiteindelijk niets aan de hand. Dan blijkt er gewoon een
vergunning te zijn. Maar per jaar gaat het toch om enkele tientallen zaken waarbij er wel wat
aan de hand is. Een pand is altijd in zijn geheel een monument, ook als de monumentale status
is verleend voor de buitenkant. Dat betekent dat je in een monument niet zomaar van binnen
kunt breken en verbouwen. Als we zoiets constateren leggen we de bouw stil. Als sancties
konden we de eigenaar dwingen om de oude toestand terug te brengen of een boete op leggen.
Maar dat gebeurde te weinig, er was te weinig bestuurlijk toezicht. Daarom hebben we de
regels aangescherpt. Bovendien is er nu ook de mogelijkheid voor een officiële aanklacht. We
verwachten dat dit jaarlijks tussen de vijf of tien keer zal gebeuren. Dan gaat het om
moedwillig en onherstelbaar vernielen van een monument.”
Een andere maatregel is dat potentiële monumenten beter beschermd worden. Hiertoe is een
spoedprocedure ontwikkeld waardoor een pand op zeer korte termijn, soms binnen enkele
dagen, kan worden aangewezen als gemeentelijk monument. Bovendien zal voortaan bij een
bouwinitiatief voor een pand van vóór 1940 dat vanwege architectonische kwaliteit of als
toonaangevend element in de gevelwand een belangrijke bijdrage levert aan het stadsbeeld
(zogenaamde orde 2-bouwwerken) een ‘quick scan’ worden uitgevoerd. Dat betekent dat bij
die panden wordt gekeken of er in het pand niet eerder geconstateerde monumentale waarden
aanwezig zijn die bij de voorgenomen verbouwing verloren zouden kunnen gaan. Daarbij valt
te denken aan plafondschilderingen, lambriseringen of bijzondere constructies. Eventueel kan
een dergelijk pand snel als beschermd monument worden aangewezen.
Guido Frankfurther: “Er lag nog een motie van mij die ik in 2001, toen ik nog in de
gemeenteraad van de centrale stad zat, heb ingediend. Het is natuurlijk altijd leuk als je je
eigen motie kunt uitvoeren. Toen die quick scan er nog niet was, zei ik wel eens tegen iemand
die een bouwvergunning wilde aanvragen: “Vraag nou zelf vast de monumentenstatus aan,
dan kan je er rekening mee houden”. Vaak gebeurde het dat zo’n aanvraag werd ingediend als
de bouwplannen al in een vergevorderd stadium waren. Die aanvraag kwam dan vaak niet van
de eigenaar, maar van mensen die de werkzaamheden niet wilden en zand in de motor wilden
gooien. Dat leverde soms een vertraging van een jaar op. Het voordeel van zo’n quick scan is
ook dat je in een vroeg stadium weet met wat voor gebouw je te maken hebt. Van
monumenten is overigens vaak alleen de buitenkant omschreven, maar wat er eventueel voor
prachtigs in het pand te zien is, daar weten we veel te weinig over. Er is een grote achterstand
bij het beschrijven van interieurs. Geleidelijk proberen we die in te halen, maar dat is een
grote klus. Voor de binnenstad staan duizend panden op de nominatie gemeentelijk monument
te worden. Per jaar krijgen 250 panden die officiële status. Het was de bedoeling om die
panden ook van binnen te bekijken en om vast te leggen wat zich daar aan bijzondere
onderdelen bevond, maar dat redden we helaas niet.”
Het bureau Monumenten en Archeologie had het stadsdeelbestuur gevraagd panden waarvoor
de aanwijzingsprocedure tot monument was gestart een voorbescherming te geven. Iemand
die een dergelijk pand wilde verbouwen zou dan niet alleen een bouwaanvraag moeten
indienen maar ook een monumentenvergunning.
Guido Frankfurther: “Maar helaas, de woningwet laat dat niet toe, je mag een
bouwvergunning niet ophouden totdat er ook een monumentenvergunning is. Bij kandidaat-
rijksmonumenten kan dat wel, maar bij gemeentelijke niet. Met de spoedprocedure die we nu
hebben, kunnen we in elk geval potentiële monumenten die in gevaar komen, beter
beschermen.”
Een paar jaar geleden besloot de centrale stad de bouwcontroles die door inspecteurs van het bureau Monumentenzorg werden uitgeoefend, te vervangen door controles door de inspecteurs van bouw- en woningtoezicht. De kritiek op deze maatregel was fors. Bouw- en woningtoezicht zou te weinig kennis hebben om monumenten te kunnen controleren, en deskundigheid van het bureau Monumentenzorg zou verloren gaan. Hoe is de praktijk? Guido Frankfurther: “We hebben nu twintig bouwinspecteurs die worden begeleid door twee hiertoe speciaal opgeleide monumenteninspecteurs van het stadsdeel. Het werkt goed. De laatste anderhalf jaar hebben we de huiseigenaren beter kunnen controleren dan daarvoor. We komen nu veel meer te weten. Ik heb ook begrepen dat de inspecteurs gemotiveerd zijn door de aandacht die het bestuur aan de monumentenzorg geeft. De ambtenaren documenteren zich nu ook beter. Van elk gesprek met huiseigenaren maken ze notities. Dossiervorming is bij dit soort zaken belangrijk. Het net gaat zich steeds nauwer sluiten om niet goedwillende eigenaren die hun gang maar gaan.”
De nieuwe inrichting van de Spuistraat |
De openbare ruimte in de binnenstad is de laatste jaren flink verbeterd. Het Spui, de Dam, de
Spuistraat, het nieuwe grachtenprofiel, de Haarlemmerstraat zijn fraaie visitekaartjes.
Problemen dreigen bij Damrak en Rokin. Voor de aanleg van de Noord-Zuidlijn heeft de
centrale stad 1,4 miljard euro uitgetrokken. Voor het herstel van Damrak en Rokin na de
metrowerkzaamheden is 1,6 miljoen euro gereserveerd. Net genoeg om de huidige grijze
betonstenen weer op hun plaats te leggen.
Guido Frankfurther: “Om te zorgen dat het stuk Centraal Station-Weteringcircuit er fraai gaat
uitzien, is 22 miljoen euro nodig. Dat geld is er dus niet. Dat moet voor het grootste deel van
de centrale stad komen en die voelt daar tot nu toe niets voor. Auke Bijlsma van de PvdA-
fractie in de centrale stad maakt zich in ieder geval sterk voor extra geld en dat geeft me
vertrouwen dat het wel goed komt. Wij steken ook onze nek uit. Vanaf 2005 gaan we elk jaar
een miljoen euro sparen, maar de rest zal toch van het centrale gemeentebestuur moeten
komen. Bij de begroting 2005 moeten daar knopen over worden doorgehakt. In het ergste
geval kunnen we alleen de huidige grijze betontegels weer terugleggen. Je moet er niet aan
denken dat dat de mooie rode loper van de stad moet zijn. De Vijzelstraat, dat stukje bij
Aurora, dat is toch geen gezicht. Daar kan je als Amsterdam toch niet te voorschijn mee
komen. We krijgen een prachtige metro en dan kom je boven en zie je die sombere, grijze
bestrating en op Damrak en Rokin die hekken en lantaarns. Dat kan toch niet?”
De fietsenchaos op het Beursplein |
Een probleem bij de openbare ruimte vormt ook de fietsenzee voor de Bijenkorf. Guido Frankfurther: “Het is daar bijna ontoegankelijk. Zeker voor gehandicapten is er geen doorkomen aan. Daarom onderzoeken we of het mogelijk is onder het Beursplein een stalling voor tweeduizend fietsen te maken.”
Een andere chaos is op het water te zien waar de meest bizarre vaartuigen onder de noemer
woonschip verschijnen. Via een ‘noodwetje’ van Frankfurther wordt elk woonschip in de
binnenstad dat wordt vervangen of verbouwd sinds zomer vorig jaar door de
welstandscommissie getoetst. Sinds 1996 controleerde deze commissie alleen woonvaartuigen
en woonarken. Woonschépen werden destijds geacht te passen in het stadsgezicht. De praktijk
wijst uit dat die vanzelfsprekendheid er niet meer is. Soms worden woonschepen op zo’n
manier verbouwd of vervangen dat geen sprake meer is van een traditioneel woonschip.
Hierdoor ontstonden bijvoorbeeld schepen waarvan de bovenkant was gesloopt en de nieuwe
hogere opbouw uit een metalen gevaarte bestond.
In de loop van dit jaar zal het stadsdeel Amsterdam-centrum met een nieuwe welstandsnota
Binnenstad komen. Daarin zal onder andere worden voorgesteld om bij vervanging of
verbouwing niet alleen woonvaartuigen en woonarken te beoordelen maar ook woonschepen.
Tot het moment dat de nieuwe nota de basis voor een nieuw beleid vormt, zorgt het noodwetje
dat controle mogelijk is. Die toets zal dan alleen gaan om de vraag of het schip past in de
omgeving. Of een schip mooi is of niet, kan pas worden beoordeeld als de nieuwe nota van
kracht wordt.
De Kroonlantaarn, komt die er wel of niet? Guido Frankfurther zucht. “We zijn er nog niet over uit, er is een aantal problemen met de lichtsterkte, de techniek en het stroomgebruik. Ik wil een gesprek met afgevaardigden van het Kroonlantaarn-comité over die knelpunten. Wat mij betreft zal de Kroonlantaarn terugkomen. Het is alleen de vraag in welke mate: op grote schaal of op enkele plekken. Het is uniek dat Amsterdam een eigen lantaarn heeft en de kans om die op welke schaal dan ook in het stadsbeeld te gebruiken, mag je niet laten lopen.”
Zomer volgend jaar verwacht Guido Frankfurther een beslissing over de vraag welke gracht in de binnenstad zal terugkomen. Er zijn nog twee kandidaten: de Elandsgracht en de Anjeliersgracht, de huidige Westerstraat. Welke plek het ook wordt, in ieder geval zal er een parkeergarage onder komen. Guido Frankfurther: “We verwachten veel positieve reacties. Het blijkt dat zeventig procent van de bewoners van de binnenstad positief staat tegen opengraven van grachten. Het is niet alleen leuk en fraai, maar het zorgt ook voor een betere vaarroute met de Prinsengracht en ook de waterberging wordt verbeterd.” Frankfurther hoopt voor dit project subsidie te krijgen van Den Haag. “En ik denk dat als er één gracht over de Dam is, de Amsterdammers zullen zeggen: Geef mij er ook één.”
Aan het eind van het gesprek vraagt Frankfurther of hij iets aardigs over zijn
medebestuursleden Els Iping en Anne Lize van der Stoel mag zeggen. Het antwoord: ‘Liever
iets slechts’, brengt hem even in verwarring. “Nou laat dan maar. Ik wilde alleen zeggen dat
ik veel steun van ze heb bij mijn beleid.”
Waarvan acte.
Frans Heddema
(Uit: Binnenstad 204, maart 2004.)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.