Huis Marseille - Keizersgracht 401

Een tuinhuis herbouwd

Op 5 februari 2004 werd op een buurtfeestje van het Huis Marseille het tuinhuis van Keizersgracht 401 feestelijk geopend. De reconstructie van het 18de-eeuwse tuinhuis zou aansluitend op de restauratie van het Huis Marseille in 1998-1999 plaatsvinden, maar stuitte op onverwachte tegenwerking van de gemeente. Na veel gesoebat kon de herbouw eind 2003 / begin 2004 eindelijk plaatsvinden.
Het tuinhuis wordt herbouwd.
Het herbouwde tuinhuis van het Huis Marseille.

Het oorspronkelijke tuinhuis is waarschijnlijk tussen 1730 en 1770 gebouwd in opdracht van de toenmalige eigenaar Dirk van der Meer, in de toen gangbare stijl van Lodewijk XIV. Het herbouwplan van het tuinhuis is gemaakt door architect Laurens Vis op basis van diverse beschikbare gegevens. Uit de kadastrale kaart bleek de plattegrond van het tuinhuis. De in 1998-1999 in de grond aangetroffen bouwkundige resten, zoals delen van de vloer, de natuurstenen plint van de tuinhuisdeuren en de achtergevel, bevestigden deze plattegrond. Ook was er nog een oude foto van de voorgevel, waaruit volgens Laurens Vis onder andere bleek dat de voorgevel van hout was (zeer ongebruikelijk voor een 18de-eeuws tuinhuis). Tenslotte was er een schetsje van Bouw- en Woningtoezicht (BWT) uit de jaren zestig waaruit de hoogtemaat afgeleid kon worden. Deze gegevens werden bevestigd door Jos de Pont, de huidige eigenaar van het Huis Marseille, die in de jaren zestig als student in het huis woonde en het tuinhuis nog gezien heeft.

Een bewaard gebleven foto van het in de jaren zestig gesloopte tuinhuis.
De vooraf gemaakte tekening van architect Laurens Vis.

Het tuinhuis verkeerde in de jaren zestig in een deplorabele staat en werd gesloopt toen een restauratie van 25.000 gulden niet opgebracht kon worden door de toenmalige eigenares. Het Bureau Monumentenzorg heeft de sloop nog proberen te voorkomen, maar dat is niet gelukt. Wel werd het reeds genoemde schetsje van BWT gemaakt. De afkomende monumentale onderdelen zouden ter beschikking gesteld worden aan Monumentenzorg, maar of dat werkelijk gebeurd is was niet meer te achterhalen. De onderdelen zijn niet teruggevonden. Het tuinhuis moest dus met nieuwe materialen worden herbouwd. Er ontstond een theoretische discussie of er sprake was van nieuwbouw of restauratie. Dit was van belang omdat, als het nieuwbouw was, de maten van het bestemmingsplan moesten worden gerespecteerd. Het tuinhuis was reeds bij de restauratie van het pand opgenomen in de bouwaanvraag, maar het bestemmingsplan stond bebouwing van de tuin niet toe. Hoewel hier sprake was van herstel van het authentieke tuinhuis, werd het als nieuwbouw gezien. Het tuinhuis was groter dan 20 m² en dat was niet toegestaan. De gemeente bleek onvermurwbaar: regels zijn regels. In derde instantie kwam er toch nog toestemming, maar onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat het tuinhuis niet groter zou worden dan 20 m². Het gevolg was dat het tuinhuis niet volgens de oorspronkelijke plattegrond herbouwd kon worden: de achterzijde van het kavel liep schuin waardoor het oorspronkelijke tuinhuis een merkwaardig grondplan had en groter was dan gebruikelijk. Men besloot een nieuwe houten achtergevel te maken, zodat de merkwaardige toestand ontstond van een tuinhuis met een plaatsje erachter – ook bouwkundig niet optimaal.

De oude schoorsteen van het tuinhuis, met links een deel van de authentieke achtergevel.

Het tuinhuis werd niet alleen kleiner, maar zou aan de achterzijde anders worden dan het oorspronkelijk was. Als de nog bestaande stenen achtergevel benut had kunnen worden, was de eveneens nog bestaande schoorsteen onderdeel geworden van het tuinhuis. Omdat er gestookt kon worden lijkt het ongebruikelijk diepe tuinhuis ook werkelijk gebruikt te zijn en niet alleen als architectonische afsluiting van de tuin.
Architect Laurens Vis maakte aan de hand van de beschikbare gegevens een getrouwe reconstructie van de laatst bekende toestand van het tuinhuis. De uitvoerende aannemer en schilder was Kneppers.
De kosten lagen aanzienlijk hoger dan de restauratiekosten in de jaren zestig! Het tuinhuis is geheel van hout opgetrokken en geschilderd in de natuursteenkleuren die uit de foto zijn af te leiden.
De herbouw is goed geslaagd en geeft de tuin haar besloten karakter terug: tussen de beide gevels, de achtergevel van het huis en de tuinhuisgevel, is het goed toeven. Het herbouwde tuinhuis zal gebruikt worden voor kleine presentaties.

De voorgevel van het Huis Marseille in de stijl van Philips Vingboons.
Het teruggekeerde plafondstuk van Jacob van Campen in de achterzaal van het Huis Marseille.

Plafondstuk van Jacob de Wit teruggekeerd in Huis Marseille

De restauratie van het Huis Marseille is ook in een ander opzicht voltooid. In de zaal van het huis, de grote kamer in het achterhuis met uitzicht op de tuin, ontbrak nog het plafondstuk van Jacob de Wit dat sinds 1900 uit het huis was verdwenen.
Het hing in een kamer van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap (KOG) in het Rijksmuseum, die voor het publiek was gesloten. Met de restauratie van het museum verdween het plafondstuk in het depot en vonden onderhandelingen plaats over de terugkeer naar het Huis Marseille. Dat heeft geresulteerd in de terugkeer van het plafondstuk naar de oorspronkelijke locatie. Vanwege de publieke functie van het grachtenhuis kan het plafondstuk van Jacob de Wit nu door iedereen worden bewonderd.

Walther Schoonenberg

Literatuur
Het Huis Marseille, geschiedenis van het pand Keizersgracht 401, uitgave van het Huis Marseille.

(Uit: Binnenstad 205, mei 2004)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.