In Amsterdam is onder verantwoordelijkheid van wethouder Duco Stadig een publicatie verschenen over de ‘nieuwe woonboot’. Het kleurenboekje is goed verzorgd en oogt als een dure reclamefolder van een projectontwikkelaar. Het is samengesteld door een aantal architecten in samenwerking met ambtenaren van de dienst Ruimtelijke Ordening en Binnenwaterbeheer. Met de ‘nieuwe woonboot’ wordt niet het ouderwetse, voor wonen omgebouwde, vrachtschip bedoeld en ook niet de woondoos op een betonnen bak, de woonark, waarvan er vele in de grachten van de binnenstad drijven. Ook wordt niet de echte mooie woonboot bedoeld, die aan strenge welstandseisen voldoet en past in de historische binnenstad. De ‘nieuwe woonboot’ is helemaal geen boot. Het zijn bouwwerken op het water die voldoen aan de wettelijke eisen van het bouwbesluit en de volkshuisvesting.
Het gaat hier om ‘architectuur’, want deze bouwwerken zijn door architecten
ontworpen. De opdrachtgever is de gemeente Amsterdam die het wonen op het water
wil bevorderen en er een volkshuisvestingsonderwerp van maakt. Zelfs
bejaardenhuisvesting op woonboten wordt overwogen. Nu is daar niets mis mee: de
stad is groot en heeft veel water. Sommige nieuwbouwwijken nodigen uit om te
experimenteren met woonvormen op het water, zoals IJburg.
Met verbazing hebben wij echter geconstateerd dat het boekje ook oplossingen
suggereert voor de historische binnenstad. “De woonboten”, lezen we, “zijn een
onderdeel van de identiteit van Amsterdam, net zoals de gondels passen bij Venetië”.
De meest dichtgeslibde delen van de Prinsengracht behoren tot de meest
aantrekkelijke delen van de binnenstad. “Het gecombineerde botenlint zorgt voor een
rijk en gevarieerd beeld, met meestal goed zicht op de gracht. De Prinsengracht (…) is
illustratief voor de grachtengordel met haar mooie verhouding tussen de
bebouwingswanden, de straten en het water met haar boten”. Een geheel nieuwe kijk
is dat zeker, aangezien wij altijd dachten dat de woonarken op de Prinsengracht het
zicht op het water juist belemmerden en de harmonieuze verhoudingen tussen de
bebouwingswanden en de gracht kapot maken. De gemeentelijke ‘newspeak’ draait
alles om. Wat zwart is wit en wat wit is zwart.
Maar het kan natuurlijk altijd nog erger dan de ‘wilde woonvorm’ die door individuen
zonder overheidsingrijpen in het openbare water tot stand is gekomen. Men gaat hier
bijna met heimwee naar terugverlangen. De gemeente vindt het kennelijk de beste
oplossing als zij alles zelf kan regelen en er VINEX-locaties op het water komen. De
toekomst moet er dan zo uitzien. “De verbrede boulevard breidt via het dak van de
woonboot het oppervlak van een Amsterdamse gracht uit met extra openbare ruimte:
groen waarop gewandeld en gefietst kan worden of parkeerruimte, waardoor de
oorspronkelijke gracht verbreed wordt”.
Fotomontages tonen een deel van de Leidsegracht (het mooie stuk bij de Herengracht)
en van de Herengracht (in de Gouden Bocht) met een ‘super-woonboot’ over de hele
lengte van de gracht waarin aan elkaar gekoppelde wooneenheden van elk 18 m.
breed zijn ondergebracht. Op het dak worden auto’s geparkeerd of is een park
aangelegd.
In tegenstelling tot het geciteerde bijschrift wordt de gracht uiteraard niet verbreed,
maar versmald: het gaat immers ten koste van het water. In feite is sprake van een
gedeeltelijke demping en wordt de openbare ruimte van de kade uitgebreid ten koste
van de openbare ruimte op het water.
Het is veelzeggend, dat de bedenkers van deze luchtballon spreken van een
uitbreiding van de openbare ruimte. In hun ogen behoort het water daar blijkbaar niet
toe en kan behandeld worden als een bouwlocatie, zelfs als het om de meest
waardevolle gedeelten van het wereldmonument binnenstad gaat. Dat is een stap terug
in het gemeentelijke denken dat nog niet eens zo lang geleden een Waterplan
Amsterdam opleverde. In die beleidsnota werd nog gesteld dat het water als openbare
ruimte een volwaardig onderdeel moet worden van de ruimtelijke ordening en de
toegankelijkheid van de wateroevers, het zicht op het water en het gebruik van het
water moeten worden bevorderd. De droom van de ‘nieuwe woonboot’ zal niet in
vervulling gaan en zal worden bijgezet in de al behoorlijk volle archiefkast van niet
gerealiseerde plannetjes – zoals het Plan Kaasjager –, zodat later door historici
bestudeerd kan worden hoe gemeentelijke plannenmakers en een wethouder anno
2004 over de binnenstad en haar water dachten.
Walther Schoonenberg
(Uit: Binnenstad 205, mei 2004)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.