Het bankgebouw van Marius Duintjer in de Vijzelstraat |
Woningbouwvereniging Het Oosten wil namelijk de overbouwing van de Kerkstraat slopen en de gevels van het gebouw strippen om met gebruikmaking van het betonskelet twee nieuwe gebouwen te realiseren. De bedoeling van Het Oosten is om met kleinschalige functies (wonen, winkelen en werken) dit doodgeslagen deel van de Vijzelstraat weer tot leven te wekken en het stadsgezicht te verbeteren. Tegenover het mogelijke monumentenbelang staat dus het stedenbouwkundige belang van stadsherstel en buurtrevitalisatie.
Aan het begin van de twintigste eeuw werd de Vijzelstraat verbreed van 8 naar 22 meter. Het eerste nieuwe gebouw aan de westzijde was de Nederlandse Handelmaatschappij van K.P.C. de Bazel. Tussen de Keizers- en Prinsengracht verscheen in 1926 een appartementengebouw, maar dat stortte in 1955 gedeeltelijk in en werd in 1962 gesloopt. Na veel getouwtrek wist de Algemene Bank Nederland (ABN) bijna 15 jaar later gemeentelijke toestemming te krijgen om op deze locatie een bankgebouw neer te zetten. Het raadsbesluit om dit gebouw in de Vijzelstraat op te richten was voor Geurt Brinkgreve de aanleiding om uit de gemeenteraad te stappen. Brinkgreve beschouwde het gebouw door haar maat en schaal, maar ook door haar uiterlijke verschijningsvorm als een grote aantasting van de historische binnenstad. De Ban de Bank-actie leidde tot een protestbeweging tegen het gemeentelijke beleid van cityvorming. In 1975 volgde de actie Amsterdaad, die resulteerde in 110.000 handtekeningen tegen dit beleid. In hetzelfde jaar werd door Geurt Brinkgreve onze vereniging opgericht.
Het bankgebouw van Duintjer wordt door de architectuurhistorici van het BMA beschouwd als een mijlpaal van het modernisme. Bovendien achten zij het gebouw monumentwaardig, omdat het gezien kan worden als een historisch gedenkteken voor de omslag in het denken over de binnenstad, dat zich in die tijd voltrok. Zonder die omslag zou de binnenstad in 1999 geen beschermd stadsgezicht zijn geworden.
De sinds 1 januari aan de Welstandscommissie toegevoegde ‘Commissie IV’ – de opvolger van de opgeheven Amsterdamse Raad voor de Monumentenzorg – heeft op basis van het hierboven genoemde advies van BMA eveneens uitgesproken dat zij het gebouw uit stedenbouwkundige, cultuurhistorische en architectuurhistorische overwegingen monumentwaardig acht.
Deze kwestie stelt het stadsdeelbestuur – dat de finale afweging moet maken – voor een moeilijk dilemma. Het behoud van monumentale waarden dient afgewogen te worden tegen mogelijkheid om de stedenbouwkundige situatie te verbeteren en het westelijke deel van de Vijzelstraat tussen de Keizers- en de Prinsengracht weer te verlevendigen. De kwestie brengt ook onze vereniging in een lastig parket. Heeft het gebouw voldoende monumentale waarden om plaatsing op de monumentenlijst te rechtvaardigen? Moet de vereniging optreden voor de monumentenplaatsing van een gebouw dat mede de aanleiding vormde voor de oprichting van de vereniging? Of er iets beters voor in de plaats komt weten we pas als de bouwtekeningen bekend gemaakt worden.
Walther Schoonenberg
(Uit: Binnenstad 218, oktober 2006)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.