Geschilderd plafond van Keizersgracht 412 dreigt uit Nederland te verdwijnen

In september 2003 vond in het Spiegelkwartier de opmerkelijke expositie plaats van een uit Keizersgracht 412 verwijderd plafond. Er was veel aandacht van de pers, zowel het NRC als het Parool wijdde er een artikeltje aan, en ook een stadsdeelwethouder was aanwezig. Maar het stadsdeel heeft geen actie ondernomen om het plafond voor Amsterdam te behouden. Momenteel vinden onderhandelingen plaats tussen de antiquair die het stuk in bezit heeft en een buitenlandse koper. Het kunsthistorisch belangrijke plafond dreigt dus uit Nederland te verdwijnen.
Eén van de beschilderde houten panelen, gefotografeerd in 2003.

Vroeg-zeventiende-eeuwse plafondschilderingen zijn doorgaans aangebracht op de vloerplanken tussen de balken, laat-zeventiende-eeuwse op de planken van een verlaagd plafond, dat onder de balklaag is getimmerd. Aan het einde van de zeventiende eeuw zien we op linnen geschilderde plafondstukken ontstaan, o.m. van De Lairesse en later de Jacob de Wit. Deze plafondschilderingen op doek zijn aangebracht in een stucplafond onder de balklaag.
Het plafond van Keizersgracht 412 behoort tot de tweede categorie van op een verlaagd houten plafond aangebrachte beschilderingen. Het gaat om een plafondschildering van circa 8 bij 5 m² op elf eikenhouten panelen. De schilderingen zijn ‘in situ’ geschilderd: er is sprake van een zogenaamde baard, een afbreekrandje waaraan je kunt zien dat ter plaatse een grondering is aangebracht en dus ook dat het aldaar is geschilderd.

Op het verlaagde plafond zijn schijnbalken met rozetten geschilderd. De mythologische voorstellingen daartussen tonen diverse goden en godinnen. Enkele goden zijn aan hun attributen te herkennen, zoals Jupiter, Apollo, Minerva, Mars, Venus en Neptunus. Op het centrale stuk is Apollo te zien op een door twee paarden voortgetrokken triomfwagen. De restaurator Milko den Leeuw schrijft de schilderingen toe aan Hermannus Collenius (1650-1723). Toen Collenius 22 jaar oud was, werd hij uitgenodigd als deskundige om een uitspraak te doen over een Italiaans schilderij. Op jonge leeftijd had hij dus al een zekere reputatie verworven en mogelijk had hij toen ook al in Amsterdam gewerkt. Gezien de overeenkomst van deze beschilderingen met andere werken van Collenius, is het aannemelijk dat hij dit plafond circa 1675 heeft gemaakt.

Het plafond op haar oorspronkelijke plaats op een foto uit 1943.

Het plafondstuk werd in 1995 uit het pand verwijderd. Hans Tulleners, die in de loop der jaren een uitgebreide collectie dia’s van historische Amsterdamse interieurs heeft opgebouwd, heeft het interieur in 1984 nog ter plaatse gezien. Een latere eigenaar heeft geprobeerd het beschilderde plafond terug te vinden, maar mogelijk was het toen al in handen van de antiquair die het stuk voor zo’n € 30.000 heeft gekocht, heeft laten restaureren en in 2003 exposeerde en te koop aanbood.

Bij navraag bleek het plafond overigens niet illegaal uit het pand gesloopt te zijn – althans volgens de huidige regels. Het Monumentenregister is eigenlijk zo onvolledig dat met een zekere regelmaat interieurs worden bedreigd die niet zijn beschreven en om die reden juridisch niet zijn beschermd. Het ontbreekt het stadsdeel eenvoudig aan de gegevens om de interieurs effectief te beschermen. Veel panden die niet op de monumentenlijst staan, omdat ze een negentiende-eeuwse voorgevel hebben, blijken vaak een ouder, soms zeer waardevol interieur te bevatten. Vaak wordt gesteld dat de Amsterdamse binnenstad niet ouder is dan 1850, omdat veel gevels van na 1850 dateren. In werkelijkheid blijkt achter een belangrijk aantal van die gevels echter een ouder interieur schuil te gaan. Dat is al heel lang bekend. Uit onderzoek van de kenner van het Amsterdamse woonhuis, Henk Zantkuijl, was decennia geleden al gebleken dat het oude stadshart veel middeleeuwse houtskeletten bevat en dus veel ouder is dan de voorgevels doen vermoeden. Een vergelijkbaar onderzoek voor de zeventiende- eeuwse grachtengordel ontbreekt vooralsnog. Kortom, wat zich achter de gevels bevindt, is vrijwel onbekend – en loopt daardoor het gevaar te verdwijnen.

Het in de handel gekomen plafond was afkomstig uit Keizersgracht 412. Dat grachtenhuis is gebouwd in circa 1675, maar heeft in 1881 een nieuwe voorgevel in neo-renaissance stijl gekregen. Vanwege deze negentiende-eeuwse voorgevel is het pand niet op de Rijksmonumentenlijst geplaatst, terwijl achter de gevel het zeventiende-eeuwse grachtenhuis nog geheel aanwezig is. Het bijzondere interieur was wel bekend: in de Voorloopige Lijst der Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst, deel Amsterdam, uit 1928(!), wordt het pand genoemd en het interieur beschreven: een grote houten zoldering beschilderd met mythologische voorstellingen uit het derde kwart van de zeventiende eeuw, in de trant van Cornelis Holsteyn en Nicolaes de Heldt Stockade. Ook het standaardwerk Bouwen in Amsterdam van Zantkuijl noemt het plafond (p. 487-488). Het pand had daarom op de gemeentelijke monumentenlijst moeten staan, was daar ook voor geselecteerd, maar het was er nog niet van gekomen. Als gevolg daarvan kon het waardevolle interieur worden verwijderd. Er is dus sprake van ernstige nalatigheid, met het mogelijke gevolg dat het waardevolle plafondstuk voor onze stad verloren dreigt te gaan.

De lotgevallen van dit plafond uit Keizersgracht 412 illustreren goed dat vaste interieuronderdelen het best bewaard blijven en ook het meest waardevol zijn als zij in hun context blijven. Laten we hopen dat dit plafond toch nog in Amsterdam blijft en liefst dat het weer een Amsterdams grachtenhuis zal sieren.

Walther Schoonenberg

In het kader van het Gemeentelijk Monumenten Project (GMP) is Keizersgracht 412 momenteel ‘geselecteerd’. Volgens de beschrijving was de reden van selectie:
“Het pand is van belang voor de gemeente Amsterdam vanwege de architectuurhistorische en beeldbepalende waarde. De verbouwing betreft uitsluitend de voorgevel. Het achterhuis, in oorspronkelijke 17e-eeuwse staat, bezit nog een fraaie plafondschildering.
Opmerking: In het achterhuis bevindt zich een vlak plafond waarop balken zijn geschilderd waardoor er compartimenten ontstaan. In deze vakken zijn mythologische voorstellingen geschilderd in de trant van Holsteyn en Nicolaes de Heldt Stockade. Het plafond dateert van het derde kwart van de 17de eeuw. Door de fotodienst van de RDMZ is onlangs een uitgebreide fotoserie gemaakt. De plafondschildering verkeert in een zorgelijke staat en behoeft nodig restauratie.”

(Uit: Binnenstad 218, oktober 2006)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.