Woord en weerwoord

Herman Pinkse, onze gewaardeerde waakhond, is van mening dat de vereniging in een brief aan het stadsdeel wel een erg behoudend standpunt heeft geformuleerd ten aanzien van de nieuwe brievenbussen. Hij besluit zijn betoog met een oproep om nog eens een fundamentele discussie te voeren over het juiste evenwicht tussen behoudzucht en vernieuwing. Daarom heropenen wij bij deze de oude rubriek “Woord en weerwoord”. Pinkse poneert een stelling die vraagt om een weerwoord: Het kennen van de grenzen van behoud is van levensbelang om te behouden wat je essentieel vindt.

Brievenbussen in de nieuwe eeuw

Brievenbus op de Keizersgracht aan het water Historische brievenbus op het Centraal Station

De Vereniging heeft zich boos gemaakt over de nieuwe kleur van onze brievenbussen en over de nonchalante manier waarop die her en der worden geplaatst. [Eerder artikel] De kleur spreekt mij persoonlijk ook niet aan, maar de vraag is of je je daar als vereniging erg druk over moet maken. Daarover later wat meer. Het tweede punt is zeer terecht opgevoerd. In het beschermde stadsgezicht wordt een groot deel van het straatmeubilair kritisch bekeken wat betreft vorm en plaats, alleen brievenbussen onttrekken zich daaraan geheel. Dat moet veranderen en naar mijn mening moet onze actie zich daarop richten.

Dat in de brief van de Vereniging aan het stadsdeelbestuur wordt voorgesteld plaatsing van historische brievenbussen te bevorderen is in mijn ogen een minder gelukkige toevoeging, zeker wanneer je daarbij ook nog het exemplaar op CS noemt. Ik gebruik die toevoeging nu dankbaar als kapstok om een algemener stelling in discussie te brengen.
Mensen blijven – gelukkig – brieven en kaarten schrijven en die moet men ‘ter post’ kunnen bezorgen. Daarvoor dienen brievenbussen. Om deze te kunnen vinden krijgen zij een signaalkleur. Hebben ze die niet dan zijn ze niet functioneel, zoals iedereen zal kunnen bevestigen die in het buitenland wel eens naar brievenbussen heeft gezocht.
Eerst was de kleur rood, nu wordt het oranje – uit in mijn ogen nogal dwaze overwegingen van uniforme bedrijfsstijl. Ook dwaas omdat ze daardoor niet meer, maar minder opvallen. Ik zou dus eigenlijk blij moeten zijn, maar ik heb nu eenmaal zo’n hekel aan de kleur oranje. Je moet verder voor een brievenbus niet te ver hoeven lopen, en daarom zijn zij op veel plaatsen nodig.
Ook het postbedrijf stelt er eisen aan: dubbele brievenbussen, gemakkelijk te legen op een uniforme manier, die fysiek voor de medewerkers acceptabel is. Daaraan hebben we het huidige model te danken dat er bij mijn weten alleen in een uitvoering op poten is. Voor het legen moeten de bussen voor het bedrijf tenslotte ook nog eens redelijk bereikbaar zijn.

Voor dit moment moeten we naar mijn mening het huidige model gewoon als een gegeven aanvaarden omdat het ondenkbaar is dat er voor een beschermd stadsgezicht daarop een uitzondering wordt gemaakt. De consequenties voor het postbedrijf zouden groot zijn en dat zal zonder twijfel leiden tot extra vertraging in de postverzending. Misschien is het wel mogelijk om te bedingen dat er ook een versie komt die kan worden opgehangen, als die er nog niet is en als blijkt dat dit meer en betere plaatsingsmogelijkheden geeft.

Met het bovenstaande is de vraag waarom de historische brievenbus die op CS staat beter in het stadsbeeld zou passen dan de huidige bussen nog niet beantwoord, en daar gaat het natuurlijk om. Ik ben bang dat de enige reden is dat hij niet modern is, en dat vind ik een heel slechte. Zeker is dat hij, als er evenveel van zouden komen, het stadsbeeld ernstiger zou schaden dan de huidige bus, die overigens ook geen wonder van design is. Vermindering van het aantal bussen lijkt mij geen optie.

Ook in een beschermd stadsgezicht zul je moderne ontwikkelingen die redelijkerwijs niet zijn te vermijden, moeten incorporeren, natuurlijk op een manier die zo min mogelijk schade doet. Dat wil in dit geval zeggen: zorgen voor een betere plaatsing. Als dat lukt zal mijns inziens blijken dat de binnenstad een groot absorptievermogen heeft en dat haar bijzondere karakter door deze (beter geplaatste) brievenbussen niet echt wordt aangetast.
Een verdergaande vraag is natuurlijk of een te grote behoudzucht in een stad niet betekent dat zij haar meest kenmerkend eigenschap – verandering – verliest. Dat de mogelijkheden tot verandering in een historische stad grenzen kennen is duidelijk. Maar misschien zijn die grenzen toch wat minder nauw dan wij geneigd zijn te denken. Het lijkt mij zeer de moeite waard om daarover uitgebreid te gaan discussiëren en ons daarbij niet tot brievenbussen te beperken. Het kennen van de grenzen van behoud is van levensbelang om te behouden wat je essentieel vindt. Een goede bepaling van wat essentieel is, is dat niet minder.

Herman Pinkse

(Uit: Binnenstad 220, februari 2007)

Meer lezen:
[Dit gaat niet over brievenbussen] (Herman Pinkse) (Binnenstad 223)
[Reactie] (Walther Schoonenberg) (Binnenstad 222)
[Woord en weerwoord] (Herman Pinkse) (Binnenstad 220)
[Oranje brievenbussen?] (Walther Schoonenberg) (Binnenstad 218)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.