De Haringpakkerstoren in de 18de eeuw (Atlas van Foucquet) |
Zo gaat de Haringpakkerstoren zich straks manifesteren als afsluiting van de historische binnenstad. De Ibis-toren verdwijnt naar de achtergrond. (Tekening Paul van Well.) |
De stand van zaken rond de herbouw van de toren is dat de Hoogte Effect Rapportage – uitgevoerd door het stadsdeel – heeft uitgewezen dat de toren een welkome stedenbouwkundige invulling is op de betreffende plek, onder meer ter markering van de oude binnenstad. Ook zijn inmiddels de welstandscriteria geformuleerd, op basis waarvan het uiteindelijk in te dienen bouwplan zal worden beoordeeld. Vooralsnog verloopt alles naar wens. Thans wordt door het stadsdeel gewerkt aan de noodzakelijke wijziging van het bestemmingsplan, waarna het bouwplan kan worden ingediend.
De brief van de Rijksdienst heeft de betrokkenen bij het stadsdeel echter de wenkbrauwen
doen fronsen – niemand wil een nieuwbouwtoren van glas en staal. De ongevraagde
interventie van de Rijksdienst is opmerkelijk omdat zij zich eigenlijk nooit met het beschermd
stadsgezicht heeft bemoeid – ook al vloeit die bemoeienis voort uit de Monumentenwet.
Nimmer hebben we iets van de Rijksdienst mogen vernemen als het ging om
reclamewildgroei, steigerdoeken, ongewenste fietsbruggen en al helemaal niet als het ging om
brutale nieuwbouw die geen rekening hield met de omgeving – toch de reden waarom het
beschermd stadsgezicht in het leven is geroepen zou je zeggen. De Rijksdienst leek tot nu toe
niet geïnteresseerd in het stadsgezicht en beperkte zich tot het individuele monument, zie
bijvoorbeeld de kwestie Runstraat 4.
Maar de Rijksdienst wil kennelijk wél architectuurbeleid voeren. De Haringpakkerstoren dient
in ‘eigentijdse vorm’ – lees: in glas en staal – te worden herbouwd, want dat is ‘eerlijker’.
De uitspraak van de Rijksdienst komt voor ingewijden echter niet als een verrassing. In 2001
had de Rijksdienst vriend en vijand al verbaasd met haar uitspraak dat er geen bezwaar was
tegen het plan van de UvA om op het Binnengasthuisterrein een eigentijds ‘landmark’
bestaande uit twee torens van 40 meter hoog op te richten. Dat paste volgens de Rijksdienst in
de traditie van Hendrik de Keyser! Dat is natuurlijk een ouderwets en achterhaald standpunt,
want rekening houden met ‘de context’ is weer helemaal in. Een herbouw in oude trant, zoals
het geval is bij de Haringpakkerstoren, kan uit dat oogpunt ook als bijzonder eigentijds
worden beschouwd. Bovendien staat er hier al een moderne toren, de gewraakte Ibis-toren.
Dat was geen succes, want zelfs de architect zelf heeft toegegeven dat deze toren nooit
gebouwd had mogen worden. Die eigentijdse toren wordt straks door de herbouw van de
Haringpakkerstoren aan het zicht onttrokken, wat als een belangrijk voordeel van de herbouw
van de Haringpakkerstoren mag worden beschouwd, zie de computertekening van Paul van
Well.
Walther Schoonenberg
[Brief van de Rijksdienst] (21 juli 2006) (PDF-bestand)
(Uit: Binnenstad 223/224, oktober 2007)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.